Waar naartoe als kind van (ex-)gedetineerde?

Anke
Van Sande
  • Charlotte
    Vanneuville
  • Emma
    Vandaele
  • Maury
    Hollebeke
  • Salma
    El Issati
  • Carlo
    Vandekerckhove
  • Lieven
    Castelein
  • Chayenne
    Staelens

Deze bachelorproef kwam tot stand in opdracht van Klasbak vzw en de Hogeschool VIVES te Kortrijk.

Klasbak vzw

Klasbak vzw is een netwerk en expertisecentrum voor zowel personen als organisaties die zich inzetten voor educatie van (ex-)gedetineerden. Ze verruimen hun kennis aan de hand van onderzoek. Onze onderzoeksvraag luidt als volgt: ‘Is het aanbod in Vlaanderen ter ondersteuning van kinderen van (ex-)gedetineerden toereikend voor hun noden?’. Daarnaast stelden we ons de vraag hoe een expertisecentrum als K I N D in Nederland een plaats kan krijgen in Vlaanderen. Dit expertisecentrum handelt steeds in het belang van en met focus op kinderen van (ex-)gedetineerden. Dit centrum verzamelt informatie aan de hand van onderzoek en bundelt hun opgedane expertise om die vervolgens te verspreiden.  

Opbouw onderzoek

Het eerste luik van onze literatuurstudie bestaat uit het onderzoeken van de (hedendaagse) bevindingen van detentie op de gedetineerde ouder(s) en de impact van detentie op het kind en de ouder-kindrelatie tijdens de gevangenschap. In het tweede deel van de literatuurstudie wordt dieper ingegaan op het wetgevend kader en het aanbod van de hulp- en dienstverlening die relevant is voor deze doelgroep. Daarbij maken we ook de vergelijking met Nederland en geven we tools voor de hulp- en dienstverlening. 

Aan de hand van interviews die werden afgenomen bij de organisaties uit het Vlaamse hulp- en dienstverleningslandschap werd een kwalitatief onderzoek gevoerd. Naar aanleiding van het korte tijdsbestek van onze bachelorproefperiode en de COVID-19-omstandigheden was het niet mogelijk om kinderen van (ex-)gedetineerden rechtstreeks te bevragen. We lieten deze groep indirect aan het woord door schriftelijke en audiovisuele getuigenissen te raadplegen. Zo konden we de noden van kinderen van (ex-)gedetineerden toch in kaart brengen en vervolgens een onderbouwd antwoord bieden op de twee onderzoeksvragen. 

Onderzoeksresultaten

Uit ons onderzoek blijkt dat kinderen van (ex-)gedetineerden verschillende noden hebben. In eerste instantie is er nood aan meer contact met de ouder in detentie. Ten tweede is er nood aan meer kindvriendelijke omstandigheden voor het kinderbezoek, bv. het tijdstip en de afstand. Daarnaast is er een gebrek aan begrip en erkenning. Tot slot concludeerden we dat er een wens is naar meer psychologische en/of psychosociale ondersteuning. We besluiten dat het aanbod in Vlaanderen ter ondersteuning van kinderen van (ex-)gedetineerden deels toereikend is voor hun noden. Het hulp- en dienstverleningsaanbod dekt de noden grotendeels, weliswaar mits enkele kritische kanttekeningen. Ten eerste vindt er te weinig samenwerking plaats tussen de organisaties onderling. Daarnaast is er sprake van middelen- en personeelstekort. Tot slot blijven kinderen van (ex-)gedetineerden een moeilijk te bereiken doelgroep. 

In Vlaanderen bestaat er geen gelijkaardige organisatie zoals het expertisecentrum K I N D in Nederland. Het Huis van het Kind hanteert wel een soortgelijke werking, maar richt zich tot alle kinderen. In Vlaanderen bestaat geen enkele organisatie die zich specifiek richt tot kinderen van(ex-)gedetineerden. Een organisatie zoals het expertisecentrum K I N D zou een meerwaarde kunnen betekenen voor deze doelgroep in Vlaanderen. 

Ontworpen tool

Ons eindproduct bestaat uit een infographic die zowel door de (gedetineerde) ouder als door professionals geraadpleegd kan worden. Deze dient als wegwijzer binnen het Vlaamse hulp- en dienstverleningsaanbod voor kinderen van (ex-)gedetineerden.