Waar komen modetrends vandaan?

Camille
Mortier

"Er is geen begin of einde aan een trend zo werkt het niet"

Vandaag zijn chokers, witte overhemden en blote schouders de trends van het moment, morgen (lees: volgend seizoen) zien we wellicht alweer iets anders. Wie bepaalt dat het ene moment wijde broeken nog compleet uit den boze zijn en dat we het volgende moment massaal de cullotes in huis moeten halen? Zijn het de grote modeontwerpers? Of halen zij de mosterd ook elders vandaan?

De trends voor deze zomer staan intussen al een eeuwigheid vast. Al in september vorig jaar werden de toekomstige trends aan de wereld geshowd op de catwalks in Parijs, Londen, New York en Milaan en nog veel eerder werden ze door de grote ontwerpers in de vorm van collecties op de tekentafel vastgelegd. “Op de vraag hoe die trends ontstaan voor ze op de fashion weeks terechtkomen, is helaas geen rechtlijnig antwoord te geven”, zegt Hilde Francq, trendwatcher en oprichtster van het trendbureau Francq Colors. “Trends worden door een mix van verschillende factoren beïnvloed. Trendrapporten van trendwatchers zijn natuurlijk heel belangrijk want daar baseren modemerken zich deels op. Maar, ook de inspiratie van een grote designer is belangrijk.”

Ondanks de vele factoren waarmee ze rekening moeten houden, zitten ontwerpers uiteindelijk op één of andere manier op dezelfde golflengte, zonder dat ze daarover moeten overleggen. “Dat komt omdat de ontwerpers zich allemaal laten inspireren door bepaalde steden, tentoonstellingen en evenementen die in die periode aan de gang zijn. Een heel mooi voorbeeld hiervan is het Victoria and Albert museum in Londen. Een aantal jaren geleden is daar een expositie geweest over het postmodernisme van de Memphisgroep en een aantal maanden hebben we hiervan echt een echt revival gekend in stoffen en patronen van modeontwerpers”, zegt Francq.

Avant-garde

Om trends te spotten kijkt Francq naar de voorlopers die als eerste een trend in zich dragen, of zoals Francq het noemt de avant-garde of early adopters. Die avant-garde vind je vooral in grote, hippe steden zoals Tokio, Berlijn en Londen. “Ik doe dat al jaren dus voor mij is het een soort tweede natuur geworden om trends te spotten.” Vooral in de kunstsector en onder de jeugd vind je mensen die voorlopen op de mode. Het zijn mensen die zich afzetten tegen de massa. Ze willen anders zijn. “Op het moment dat wij die spotten, moeten we nog verder researchen en het volledig uitdiepen om te bewijzen dat het een trend wordt. Als we er zeker van zijn, komt het in ons tweejaarlijks color trend report. We werken daar met een volledig team aan en dat duurt ongeveer zes maanden vooraleer zo’n rapport af is.” Trendwatchers kijken vooruit in de tijd en voorspellen wat de trends zullen zijn binnen twee jaar, iets waar de consument nog lang niet mee bezig is. Ontwerpers en stoffenfabrikanten krijgen tweemaal per jaar de kans om de voorspellingen van trendwatchers aan te kopen in de vorm van trendrapporten. Die trendrapporten gaan over kleuren, maar ook over stoffen, prints, materialen en silhouetten. “Wij hebben eigenlijk de research gedaan voor hen”, zegt Francq.

Neus voor trends

In België wordt door Creamoda, de beroepsorganisatie van Belgische modeondernemingen, twee keer per jaar een trendseminarie gehouden, waarop een trendbureau de trends voor het komend seizoen (in september is dat voor herfst/winter 2017-2018) komt presenteren. “Zulke trendseminaries dienen voor de meeste bedrijven als een leidraad. Het is niet zo dat ontwerpers allemaal op zo’n presentatie of rapport wachten om hun collectie uit te denken. Die presentatie dient voor sommigen als een bevestiging dat ze goed zitten en voor anderen is het effectief een basis om te zien naar welke trends wordt gegaan”, aldus Wendy Luyckx van Creamoda. Trendwatchers zijn dan ook niet de enige informatiebron voor designers als het op trends aankomt. “Modeontwerpers hebben een goede neus voor trends. Het zijn vaak fijngevoelige mensen die aandacht hebben voor veranderingen in onze maatschappij en de lifestyle van consumenten. Tegelijkertijd halen zij inspiratie uit kunst, magazines en ander creatief werk. Voor de keuze van hun stoffen doen ontwerpers inspiratie op bij stoffenbeurzen, onder andere in Parijs. Die stoffenbeurzen hebben op hun beurt vaak een eigen trendluik dus ze weten op voorhand welke stoffen succes zullen hebben.”

Eens de trends ontdekt zijn door trendwatchers en ontwerpers en die trends omgezet zijn in kledinglijnen worden ze verspreid door magazines, modejournalisten, bloggers en celebrities. “Het zijn zij die de trends zullen bevestigen en sterker maken nadat de avant-garde ze gezet hebben. Bv’s en Belgische modebloggers zoals bijvoorbeeld Tiany Kiriloff, Sofie Valkiers en Emma Gelaude hebben een grote invloed op de consument”, zegt Luyckx.

Trendassistenten

Fashion designers moeten dus met veel factoren rekening houden, vooraleer ze kunnen beginnen ontwerpen. Ze moeten trendrapporten en –seminaries volgen, de collecties van andere ontwerpers op de fashion weeks bestuderen en natuurlijk zelf het straatbeeld, de bloggers en celebrities in het oog houden om zo eventuele nieuwe trends te spotten. Daarom hebben ze bij JBC bijvoorbeeld iemand in dienst genomen die zich met al deze factoren mag bezighouden. Avanti Bidikar mag zichzelf naast modeontwerpster dus ook de trendassistent van JBC noemen. Ze werkt telkens zes maanden vooruit om alle trends tijdig te spotten voor de hoofdontwerper van de familieketen. Die trends bundelt ze in een trendboek met ongeveer 150 verschillende kleuren en enkele thema’s die belangrijk zijn voor het komend seizoen. Daaruit kan de ontwerper een eigen selectie aan kleuren en thema’s kiezen. “We gebruiken natuurlijk niet alle 150 kleuren.”

Bidikar merkt dat voor het vinden van trends vooral op street style wordt gefocust. “Je kunt het zo bekijken: iemand, dat kan bijvoorbeeld een blogger zijn, draagt iets of draagt iets op een bepaalde manier. Wordt die persoon dan gefotografeerd, dan wordt dat vaak opgemerkt door trendbureaus of ontwerpers.” Als je trends wilt begrijpen mag je ook niet vergeten dat er geen begin of einde is aan een trend. “Zo werkt het niet”, zegt Bidikar. “Een trend groeit en verkleint, maar gaat eigenlijk nooit weg. Trend zijn meestal niet iets compleet nieuw, maar een oude trend die aangepast wordt in iets nieuw door bijvoorbeeld twee trends als franjes en crop tops te combineren tot één geheel.”

Kopieergedrag van de ketens

Ketens en confectiezaken nemen de trends tegenwoordig in spoedtempo over na de grote fashion shows. Wendy Luyckx was zelf aanwezig op de fashion week in Parijs en stond versteld van de gang van zaken op de modeweek. “Op de modeshows lopen speciale teams van de ketens rond die niets anders doen dan foto’s nemen en alles noteren wat ze daar zien. Dat wordt dan doorgemaild naar de ‘thuishaven’, om het zo te noemen. Enkele weken later ligt dat in de rekken bij die ketens en dat nog vooraleer de collecties van prêt-à-porter en haute couturelijnen zijn uitgebracht. Als je weet dat er bij spelers als Zara slechts enkele weken tijd zit tussen de tekentafel en het afgewerkt kledingstuk, hoef ik je niet te vertellen dat trends van op de fashion week razendsnel gekopieerd worden. Soms gebeurt het zelfs in die mate dat we een trend al beu zijn wanneer de kledij van de fashion week in de winkels komt.” Dit kopieergedrag en de gevolgen ervan zorgen voor frustratie bij grote merken zoals Burberry. Dit Britse modehuis heeft beslist de collecties vanaf september meteen na de modeshow te koop te stellen in plaats van zes maanden later. “Het is ook deels door sociale media dat het allemaal veel sneller moet gaan en de grote modedesigners moeten zich daar nu aan aanpassen.”

Universiteit of Hogeschool
Hogeschool West-Vlaanderen
Thesis jaar
2016
Promotor(en)
Gerti Wouters
Kernwoorden