De pensioenbescherming van oudere weduwen en weduwnaars. Vervangingsratio’s bij verweduwing in een Belgische en Europese context

Nina
Donvil

Genoeg om van te (over)leven?

Één van de grootste actuele uitdagingen voor de Belgische sociale zekerheid is de verouderende bevolking. De vergrijzing plaatst het pensioensysteem hoog op de politieke agenda, wat blijkt uit de recente pensioenhervormingen en de samenstelling van de ‘Expertencommissie Pensioenhervormingen 2020-2040’. Wanneer het maatschappelijke gewicht van het pensioensysteem toeneemt, is het belangrijk de legitimiteit ervan te bewaken.

In deze masterproef wordt een vaak over het hoofd gezien onderdeel van het pensioensysteem onderzocht: het overlevingspensioen, of de pensioenbescherming voor weduwen en weduwnaars. We bestuderen de impact van het verlies van de huwelijkspartner op de levensstandaard bij ouderen en vergelijken de situatie van oudere weduwen en weduwnaars in verschillende Europese landen. Dit gebeurt enerzijds aan de hand van administratieve data van de Belgische overheid en anderzijds op basis van de Survey of Health, Ageing and Retirement in Europe, met als theoretische achtergrond de nieuwe sociale risicotheorie.

Het voornaamste resultaat van de internationale vergelijking is dat in continentale en Zuid-Europese landen, waarin postmoderne evoluties zoals echtscheidingen en vrouwelijke tewerkstelling zich later voordeden, de levensstandaard van oudere weduwen en weduwnaars beter beschermd is dan in Scandinavische landen die deze evoluties eerder doormaakten. De pensioenbescherming van oudere weduwen en weduwnaars in België is bij de beste in Europa.

Als we dieper ingaan op het Belgische pensioensysteem vinden we dat de levensstandaard van Belgische weduwen en weduwnaars even goed beschermd is. Verder stellen we een horizontale herverdeling vast, waarbij de levensstandaard van lagere inkomensklassen bij verweduwing beter beschermd is dan die van hogere inkomensklassen. Ook vinden we dat tweeverdienersgezinnen en ouderen met een uitgebreide loopbaan minder goed beschermd zijn dan eenverdienersgezinnen en ouderen met een minder uitgebreide loopbaan. Bovendien zijn gehuwden opvallend veel beter beschermd tegen verweduwing dan tegen echtscheiding en is er voor (wettelijk) samenwonenden helemaal geen beschermingsmechanisme bij het verliezen van de partner.

Deze resultaten brengen er ons toe de legitimiteit van de huidige pensioenregelingen voor weduwen en weduwnaars in vraag te stellen. In een samenleving waarin vrouwelijke arbeidsmarktparticipatie, het aandeel tweeverdienersgezinnen, het aantal echtscheidingen en het belang van samenwoonrelaties toeneemt, is het nodig om de sociale risico’s waartegen het pensioensysteem bescherming biedt te herdefiniëren.          

Download scriptie (897.82 KB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2013