Hoe denken leerlingen uit het secundair onderwijs over de zorgsector?

Vicky
Bollens

1: Inleiding

Hoe denken leerlingen uit de derde graad van het secundair onderwijs tegenover de zorgsector? Staan de leerlingen er negatief, of juist positief over? Deze vraag werd uitgebreid besproken en beantwoord in deze masterproef.

2: Hoofdtekst

2.1: Probleemstelling

In de gezondheidszorg hebben verpleegkundigen een essentiële impact op de zorgverlening1. Er is een wereldwijd tekort van 5,9 miljoen aan verpleegkundigen2. Dit probleem zal alsmaar stijgen door de toenemende vergrijzing van het personeel en de bevolking3. Een tekort aan verpleegkundigen kan een lagere kwaliteit van zorgverlening teweegbrengen, alsook een stijging in de mortaliteit van gehospitaliseerde patiënten in kaart brengen3,4. Hierdoor is het essentieel dat er voldoende instroom is aan verpleegkundigen, maar ook andere zorgverleners3.

2.2: Doelstelling

In dit onderzoek wordt nagegaan wat de algemene perceptie is van leerlingen in het secundair onderwijs tegenover werken in de zorgsector. Ook wordt onderzocht of de perceptie over de zorgsector verschilt tussen de verschillende graden zoals ASO, BSO en TSO. Tenslotte zal worden nagegaan welke beïnvloedende school- en leerlinggebonden factoren een relatie vertonen met de perceptie ten opzichte van de zorgsector.

2.3: Vraagstelling

Wat is de perceptie van de zorgsector bij schoolgaande jeugd?

2.3.1 Subvraagstelling

  • Wat zijn de eventuele verschillen van de perceptie van de zorgsector per graad (i.e., ASO, BSO, TSO)?
  • Hoe uit de verhouding zich per graad (i.e., ASO, BSO, TSO) van de verschillende redenen om een beroep in de zorgsector te kiezen?
  • Wat zijn de mogelijke beïnvloedende factoren om een beroep in de zorgsector te kiezen?

2.4: Methodologie

Dit onderzoek is uitgevoerd in de derde graad secundair onderwijs in Vlaanderen​ (i.e., ASO, BSO, TSO). In totaal zijn er negen scholen geïncludeerd. Er is een online vragenlijst ontworpen, samen met een multicentrisch expertenpanel van 12 personen. Om de face-validity te verhogen, werd de vragenlijst uitgetest bij drie kennissen van de onderzoeker uit de derde graad secundair onderwijs. Aangezien er gewerkt werd met drie onafhankelijke groepen, zijn voornamelijk de analysetesten Chi² en Kruskal Wallis gebruikt. Er werd een informed consent voor zowel leerlingen als ouders opgesteld, gezien een groot aantal leerlingen in dit onderzoek minderjarig zijn waardoor de ouders toestemming moeten verlenen tot deelname. De datacollectie van deze masterproef verliep van januari 2022 tot eind maart 2022.

2.5: Belangrijkste/ opvallendste resultaten

2.5.1: Beschrijving belangrijkste demografische gegevens

image-20220929154543-1

Tabel 1: demografische gegevens

Het geslacht vrouw was in de meerderheid met 76,7%. De grootste leeftijdscategorie is de leeftijd van 17 jaar met 43,8%. Leerlingen uit het 6de middelbaar zijn met 61% de grootste categorie. De onderwijsvorm ASO is de grootste groep met 54,8% (tabel 1).

2.5.2: Perceptie t.o.v. de zorgsector

image-20220929154543-2 

Tabel 2: Perceptie t.o.v. de zorgsector

De mediane perceptie van de leerlingen ten opzichte van de zorgsector is 85,5/100 met een minimum van 29/100 en een maximum van 100/100 . Eén derde van de leerlingen zou graag in de gezondheidszorg willen werken en 39% twijfelt hier nog over (tabel 2).

 

image-20220929154543-3

Figuur 1: Perceptie t.o.v. zorgsector d.m.v. stellingen

In figuur 1 zijn stellingen opgesteld waarbij de leerlingen vier keuzemogelijkheden hadden. De categorie ‘ik weet het niet’ is uit deze figuur gelaten waardoor geen enkele stelling gelijk is aan 100%. Bij de stelling “De arbeidsomstandigheden zijn positief in de gezondheidszorg.” werd het vaakste negatief geantwoord. In totaal was 33,6% van de leerlingen niet akkoord met deze stelling.

image-20220929154543-4

Figuur 2: Perceptie t.o.v. zorgsector d.m.v. stellingen

In figuur 2 is te zien dat de stelling: “ De coronapandemie heeft ervoor gezorgd dat ik een beroep in de gezondheidszorg overweeg.” zeer negatief gescoord is door de leerlingen. Hierbij heeft 76,7% (volledig) niet akkoord aangeduid.

2.5.3: Verschillen perceptie per graad

image-20220929154543-5

Tabel 3: Verschillen perceptie per graad

Zeven leerlingen uit het ASO gaan niet akkoord met de stelling: “Er is veel werkzekerheid in de gezondheidszorg.” (8,8%). Het BSO is met 95,8% de grootste groep die akkoord gaat met deze stelling (p = 0.013). In totaal gaat 79,2% akkoord met de stelling: “Er heerst een positieve werksfeer in de gezondheidszorg.” Het TSO is met 19,0% de grootste groep die niet akkoord gaat (p= 0.039). Het BSO is met 70,8% de grootste groep die akkoord gaat met de stelling: “Het werken met mijn handen is voor mij een doorslaggevende factor om een beroep in de gezondheidszorg te overwegen.”. De grootste groep die niet akkoord gaat, is het ASO met 58,8% (p=0.002)(tabel 3).

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2.5.4: Mogelijke beïnvloedende factoren om een beroep in de gezondheidszorg te overwegen

image-20220929154543-6

Tabel 4: Logistische regressieanalyse

In tabel 4 werd logistische regressie toegepast met als afhankelijke variabele ‘een beroep overwegen in de gezondheidszorg’. Eerst werd een univariate regressieanalyse uitgevoerd waarbij drie statistisch significante onafhankelijke variabelen werden gevonden. Vervolgens werd een multiple regressieanalyse uitgevoerd met deze drie variabelen. Uiteindelijk bleek enkel geslacht statistisch significant te zijn. Een vrouw heeft 5,6 keer meer kans om een beroep in de gezondheidszorg te overwegen tegenover mannen.

2.6: Discussie

Het grootste deel van de leerlingen twijfelt of ze een beroep overwegen in de gezondheidszorg. Hierbij moet worden nagegaan waarom deze groep leerlingen juist twijfelen. Door verder onderzoek uit te voeren, kunnen de redenen van twijfel achterhaald worden en kan hierop ingespeeld worden door campagnes uit te voeren. Indien de leerlingen voldoende gemotiveerd worden, kunnen ze eventueel overtuigd worden dat werken in de gezondheidszorg aantrekkelijk is. Uit onderzoek blijkt dat de zorgsector de op twee na aantrekkelijkste sector is om in te werken5.

76,7% van de leerlingen gaat niet akkoord met de stelling: “De coronapandemie heeft ervoor gezorgd dat ik een beroep in de gezondheidszorg overweeg.”  Dit is zeer contradictorisch met het aantal inschrijvingen voor gezondheidsgerelateerde richtingen aangezien deze sinds het academiejaar 2020-2021 gestegen zijn met 4,71%6. Een mogelijke hypothese kan zijn dat de gezondheidszorg in het algemeen belangrijker geworden is in de maatschappij buiten het feit dat de coronapandemie plaatsvindt.

2.7: Conclusie

In deze masterproef zijn weinig statistisch significante verschillen gevonden. Dit kan mogelijks de oorzaak zijn van de ongelijke verdeling tussen de drie graden. Verder onderzoek is noodzakelijk met een grotere en representatievere steekproef.

Download scriptie (1.64 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2022
Promotor(en)
Filip Haegdorens
Thema('s)