De rechtspositie van kinderen met een handicap in het gewoon onderwijs

Paulien
Santens

Participatie van kinderen met een handicap in het onderwijs

 

Het onderwijs is een belangrijke factor die de toekomst van kinderen bepaalt. De school is een belangrijke schakel om betere relaties te creëren tussen personen met en zonder handicap. Belgische leerlingen zijn trouwens heel tolerant ten opzichte van kinderen met een handicap.[1] Toch liggen heel wat struikelblokken op de studieweg van deze kinderen. Hun participatie in de maatschappij is nog maar één van de vele problemen die ze ondervinden. Ondanks internationale verdragen nam de Vlaamse overheid beslissingen op onderwijsgebied die misschien wel tegengestelde effecten kunnen veroorzaken.

Wat met het participatierecht van kinderen met een handicap in het (gewoon) onderwijs?

‘Gewone’ leerlingen worden in de schoolraad rechtstreeks verkozen door en uit regelmatige leerlingen (art. 12 Participatiedecreet). In het buitengewoon onderwijs duidt echter de inrichtende macht de leerlingengeleding in de schoolraad aan in overleg met de pedagogische raad. Het is niet duidelijk of kinderen met een inschrijvingsverslag die les volgen in het gewoon onderwijs ook door de inrichtende macht moeten aangeduid worden. De parlementaire voorbereiding geeft geen uitsluitsel. Laten we verder veronderstellen dat dit wel gebeurt zodat de redenering opgaat voor kinderen met een handicap in het gewoon alsook in het buitengewoon onderwijs.

Art. 12, 2 VN Verdrag inzake de Rechten voor Personen met een Handicap (VRPH) stelt dat de verdragsstaten de rechtsbekwaamheid van personen met een handicap op voet van gelijkheid met anderen erkennen en dit in alle aspecten van het leven. ‘Rechtsbekwaamheid’ is de juridische mogelijkheid om van bepaalde rechten en plichten titularis te zijn.[2] Daarnaast bepaalt art. 7, 3 VRPH dat de verdragsstaten het recht van kinderen met een handicap om hun mening te geven over alle aangelegenheden die hen aanbelangen waarborgen. Met hun mening moet naar behoren rekening gehouden worden, op voet van gelijkheid met andere kinderen en in overeenstemming met hun leeftijd en ontwikkeling. Ook moeten ze bij hun handicap en leeftijd passende ondersteuning krijgen om dat recht te realiseren. De vraag stelt zich of vooraf beslissen dat leerlingen met een handicap in hun totaliteit niet bekwaam zijn tot inspraak een inbreuk vormt op het verdrag.

Wanneer deze situatie wordt getoetst aan het non-discriminatieprincipe wordt de proportionaliteitstoets niet doorstaan. Met een minder vergaande maatregel kan ook rekening worden gehouden met het profiel van kinderen met een handicap. Deze maatregel houdt in dat leerlingen met een handicap ook rechtstreeks worden verkozen uit de regelmatige leerlingen. Zij zijn immers volledig rechtsbekwaam, ongeacht of het om een fysieke of mentale handicap gaat. Leerlingen met een handicap moeten tijdens het zetelen in de leerlingenraad passende ondersteuning krijgen. Deze ondersteuning moet proportioneel zijn en aangepast zijn aan de omstandigheden van de persoon in kwestie. Kinderen met een fysieke handicap in samenhang met complexe communicatienoden ervaren bijvoorbeeld vlugger verminderde of niet geslaagde communicatie.[3] Voor hen moet er specifieke aandacht zijn. Wanneer dan, ondanks de ondersteuning, communicatie nauwelijks lukt, heeft het bovendien nog altijd nut om het kind aanwezig te laten zijn. Het is immers zo dat de leerling zich ook dan betrokken kan voelen wanneer deze begrijpt waarom hij niet kan communiceren met anderen.[4]

Uiteindelijk hebben leerlingen met een handicap het recht om deel te nemen aan de schoolraad. Deze bepaling werd vastgelegd in art. 12 VRPH waaraan vermoedelijk directe werking zal worden verleend door de nationale rechters. Dit alles moet tevens in acht worden gehouden bij het opmaken van nieuwe wetgeving.

Op naar minder hindernissen en gelijke kansen

De Vlaamse overheid stelt zich mogelijks bloot aan vervolgingen. Dat niet alle leerlingen door en uit de regelmatig leerlingen worden verkozen in de schoolraad doet besluiten dat er sprake is van discriminatie. Met het profiel van kinderen met een handicap kan namelijk ook op een andere manier rekening worden gehouden. Tegen dergelijke discriminatie kan het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding trouwens vanaf midden 2013 optreden. De instelling wordt immers interfederaal en wordt bijgevolg ook bevoegd inzake onderwijs.

Door het niet doorvoeren van het Decreet Leerzorg valt bovendien een wettelijk kader weg dat een betere rechtspositie biedt aan kinderen met een handicap. Dit Leerzorgplan past namelijk in het ruimere kader van het VRPH.[5] ‘The World Report on Disability’ toont aan dat het succes van een inclusief onderwijssysteem voor een groot deel afhangt van het engagement van landen om gepaste wetgeving te ontwikkelen.[6] Laat ons hopen dat de rechtsinstanties oordelen conform het VRPH en dat de overheid haar verbintenissen naleeft. Dit zou al een stap dichter bij de gewone wereld zijn voor kinderen met een handicap.


[1] Zie G. BOSSAERT, H. COLPIN, S.J. PIJL en K. PETRY, “The attitude of Belgian adolescents towards peers with disabilities”, Research in Developmental Disabilities 2011, 504-509.

[2] F. SWENNEN, Personenrecht in kort bestek, Antwerpen, Intersentia, 2005, 19.

[3] P. RAGHAVENDRA, C. OLSSON, J. SAMPSON, R. MCINERNEY en T. CONNELL, “School Participation and Social Networks of Children with Complex Communication Needs, Physical Disabilities, and Typically Developing Peers”, Augmentative and Alternative Communication 2012, 40.

[4] E. PEREIRA, K. LA COUR, H. JONSSON en H. HEMMINGSSON, “The participation experience of children with disabilities in Portuguese mainstream schools”, British Journal of Occupational Therapy 2010, 602.

[5] G. VAN HOVE, K. MORTIER en E. DE SCHAUWER, “Inclusief onderwijs in Vlaanderen: uitdagingen afgewogen tegenover het ‘leerzorgkader’ en de ‘UN Convention on the Rights of Persons with Disabilities”, TORB 2007-08, 494.

[6] WORLD HEALTH ORGANIZATION, “World Report on Disability 2011”, http://whqlibdoc.who.int/publications/2011/9789240685215_eng.pdf, 217.

 

Download scriptie (1.43 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2012