De samenwerking tussen de Scheepvaartpolitie en de gerechtstolken in het gerechtelijk arrondissement Antwerpen

An-Katrien
Pooter

Van Babylonische toestanden bij politie naar echte communicatie dankzij de gerechtstolk.

Blablabla... Bla?... BLA! Zo moeten de woorden van de politiemannen geklonken hebben voor de twee jongens van amper 25 jaar die als verstekeling op een schip zaten. Als toekomstige gerechtstolk stond ik machteloos toe te kijken terwijl er op dat moment over twee mensenlevens beslist werd. Hoewel Europa steeds strengere regels voorschrijft aan al haar lidstaten, bestaat er in België nog steeds geen statuut voor gerechtstolken, geen beroepsvereniging, geen deontologische code, geen nationaal register, noch een opleiding die voor iedereen verplicht is. Toch heeft elke EU-burger recht op een tolk in elk opsporingsonderzoek en in elke gerechtelijke procedure. Reden genoeg voor mij om zelf op onderzoek uit te trekken.

Aangezien er veel politiekorpsen zijn in België, moest ik een keuze maken. De Scheepvaartpolitie in Antwerpen trok meteen mijn aandacht. Het is een specifieke afdeling van de Federale Politie die bevoegd is op alle waterwegen in Antwerpen en Limburg én voor het ganse gebied rond de Antwerpse haven. De haven staat erom bekend een toegangspoort te zijn voor vluchtelingen om naar Engeland of Canada te emigreren. Dat de Scheepvaartpolitie in die meertalige omgeving vaak tolken zou inschakelen, leek mij evident. Daarom ging ik na hoe de samenwerking tussen de Scheepvaartpolitie en de gerechtstolken in het gerechtelijk arrondissement Antwerpen verliep. Verschillende inspecteurs, hoofdinspecteurs en tolken beantwoordden mijn vragen en deelden hun ervaringen om de samenwerking in de toekomst te optimaliseren.

De kloof tussen theorie en praktijk

Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens bepaalt dat iedereen recht heeft op een eerlijk proces. Zo heeft iedereen in de EU recht op een tolk wanneer hij de taal van het rechtssysteem niet begrijpt. Hoe die procedure of het mechanisme om een tolk te vorderen in werking gaat, wordt niet omschreven in de richtlijn en dat vormt nu net een groot probleem.

Alle inspecteurs en hoofdinspecteurs van de Scheepvaartpolitie kwamen al vaak in contact met anderstaligen. Hoewel iedere persoon die het Nederlands niet machtig is, recht heeft op een tolk, worden er eerst allerlei andere vormen van communicatie gebruikt. De politiemensen schakelen over naar een gemeenschappelijke taal of proberen met handen en voeten hun boodschap duidelijk te maken.  Uiteraard roept men snel de hulp in van een tolk als de verdachte een gerechtelijk feit gepleegd heeft maar anders niet.

Laten we het voorbeeld van de verstekelingen nemen dat ik in het begin al aanhaalde. Eerst moet de inspecteur of hoofdinspecteur achterhalen welke taal de verstekeling spreekt. Het onderscheid maken tussen bijvoorbeeld Berbers of Arabisch is niet zo simpel. Wanneer de verstekeling duidelijk heeft gemaakt dat hij wel degelijk Arabisch spreekt, kan de agent pas echt beginnen zoeken naar de juiste tolk. De Scheepvaartpolitie van Antwerpen beschikt immers over een lijst die door de rechtbank wordt bijgehouden. Al snel blijkt dat vele tolken niet bereikbaar zijn, niet kunnen komen omdat ze al aan het werk zijn of niet willen komen omdat het vier uur ’s nachts is.

Wanneer men toch een tolk vindt, duiken er vaak nog problemen op. Volgens de politiemensen verloopt een verhoor met de hulp van een tolk bijna altijd moeizamer dan een gewoon verhoor in het Nederlands. Volgens hen ligt de oorzaak vaak bij de verdachte die niet wil meewerken. Anderzijds vinden de politiemensen het ook moeilijker om hun verhoortechnieken toe te passen omdat ze niet rechtstreeks tot de verdachte kunnen spreken.

Ook voor de tolk verloopt een verhoor niet altijd vlekkeloos. De tolk heeft immers geleerd om altijd neutraal en onpartijdig te blijven en geen actieve rol te spelen. Hij moet de communicatie mogelijk maken door alles zo getrouw mogelijk te tolken en hij is ook gebonden aan het beroepsgeheim. Vaak komt één van de genoemde principes in het gedrang. De tolk kan zich niet altijd voorstellen om zo duidelijk te maken wat hij wel of niet mag doen en waarom. Kunnen we dan nog spreken van een neutrale houding?

Al doende leert men

Tolken oefenen al eeuwenlang hun beroep uit en in de juridische sector is hun werk ook van cruciaal belang. Waarom loopt de samenwerking tussen tolken en politie dan niet helemaal zoals het hoort. Het antwoord op de vraag is vrij simpel: oefening baart kunst! De politiemensen geven zelf duidelijk aan dat er te weinig aandacht wordt besteed aan communicatie met anderstaligen en verhoren met tolken. Waarom het probleem niet bij de basis aanpakken? Opleidingen waarin beide partijen hun praktijkervaringen en expertise delen werpen wel degelijk hun vruchten af. Dat bewijst de opleiding tot gerechtstolk aan de KU Leuven Campus Antwerpen. Al veertien jaar lang werken tolken en politiemensen daar samen om studenten op te leiden tot een goede gerechtstolk. Daarvoor gebruiken zij voornamelijk rollenspelen waarin echte situaties worden nagebootst zodat de studenten zich ook op realistische tolkopdrachten kunnen voorbereiden. Jammer genoeg worden die rollenspelen en ervaringen niet meegegeven in de basisopleiding van politie.

Warm water uitvinden is tijdsverspilling

Hoewel Europa ook België oplegt om het probleem rond de gerechtstolken op te lossen, zijn er nog niet veel initiatieven genomen. Toch hoeven we geen ingewikkelde structuren uit te vinden want de oplossing lijkt zelfs voor de hand te liggen. Vele tolken en politiemensen vragen om een wachtdienst in te voeren net zoals die bij de advocaten. Op die manier zal het veel gemakkelijker worden om een tolk te vorderen en kan de werkdruk over alle tolken verdeeld worden. Voor de advocaten bestaat er al een wachtdienst sinds de invoering van de Salduzwetgeving die door Justitie beheerd wordt. Via een computerplatform vullen de politiemensen bepaalde criteria in en het computerprogramma gaat op zoek naar de juiste advocaat. Uiteraard vraagt een wachtdienst voor tolken nog wat werk. Er moeten immers andere criteria worden opgesteld. Daarnaast zal het ook steeds belangrijker worden om de opleidingen van de tolken en de politiemensen op elkaar af te stemmen aangezien onze samenleving steeds multicultureler wordt wat dus ook meertaligheid met zich meebrengt. Maar Rome is toch ook niet in één dag gebouwd?

Download scriptie (2.96 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2014