De succesfactoren van de Vlaamse COVID-19 vaccinatiecampagne

Célestine
Vandeputte
  • Justine
    Vanhooren

Het coronavirus dicteert sinds 2020 het dagelijkse leven van iedere burger op Aarde. Het aantal sterfgevallen vanwege dit virus ligt wereldwijd op 6,5 miljoen en in België zijn dat er meer dan 32 000. Om deze pandemie aan te pakken, was er nood aan een doeltreffende oplossing. Die kwam er in de vorm van vaccins. In België werden vijf verschillende vaccins goedgekeurd. De vaccins waren dus voorhanden, maar deze moesten nog tot bij de burger geraken.

In België zijn de regio’s verantwoordelijk voor de organisatie van de COVID-19 vaccinatiecampagne. Vervolgens is het markant dat er grote verschillen zijn tussen de regio’s wat betreft de vaccinatiegraden. Vlaanderen (91,3%) kan namelijk een hogere vaccinatiegraad voorleggen ten opzichte van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (66,1%), Wallonië (79,9%) en de Duitstalige Gemeenschap (74,6%). Uiteindelijk moet dit beeld genuanceerd worden, want ook binnen Vlaanderen is er een grote verscheidenheid aan vaccinatiegraden. Zo is er een opvallend verschil van bijna 20% tussen Damme (95,4%) als hoogst scorende gemeente en Drogenbos (75,7%) als laagst scorende.

Onderwerp

Deze probleemstelling toont aan dat er grote verschillen zijn in vaccinatiegraden, en dit zowel op het gewestelijk niveau alsook binnen Vlaanderen. In dit onderzoek werd dan ook nagegaan hoe het komt dat Vlaanderen een hogere vaccinatiegraad kent dan de andere gewesten. Anderzijds werd er onderzocht hoe het komt dat er binnen Vlaanderen grote verschillen zijn op lokaal niveau qua vaccinatiegraad. De eerst vernoemde onderzoeksvraag werd behandeld in het intergewestelijk onderzoek, de tweede vraag in het intergemeentelijk onderzoek.

Deze masterproef trachtte dus om de succesfactoren van de Vlaamse COVID-19 vaccinatiecampagne in kaart te brengen, waarbij voornamelijk de keuzes van de verantwoordelijke besturen centraal staan.

Methode

In deze masterproef werd er gebruik gemaakt van een meervoudige case study. In het intergewestelijk onderzoek werden twee cases onderzocht, namelijk het Vlaamse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Deze twee cases zijn geselecteerd via maximale variatie sampling, waarbij de vaccinatiegraad als criterium geldt. Ook in het intergemeentelijk onderzoek werd dit criterium gebruikt voor de selectie van de cases Damme en Drogenbos. Daarnaast zijn de cases Brugge en Antwerpen geselecteerd op basis van homogene sampling. Deze cases behoren namelijk tot dezelfde Belfius-cluster. Hierdoor kunnen de gemeenten beter met elkaar worden vergeleken aangezien attributie van externe factoren zoals demografische en sociaaleconomische factoren buitenspel wordt gezet. Bovendien werd Brugge opgenomen als best scorende stad qua vaccinatiegraad binnen deze cluster en Antwerpen als slechtst scorende.

Verder werd de data verzameld door middel van documentanalyse en semigestructureerde interviews. Via deze verzamelingsmethoden konden de drie theoretische concepten die ook in de literatuurstudie aan bod kwamen, worden getoetst. Deze concepten zijn de vaccinatiestrategie en het -proces, de communicatiestrategie en het verspreiden van informatie, en de beïnvloedende demografische kenmerken. Vervolgens werd zowel de vragenlijst alsook de bespreking van de resultaten opgemaakt op basis van deze drie concepten.

Resultaat

‘Wat werd er nu precies gevonden in dit onderzoek?’, is een vraag die elke lezer zich hoogstwaarschijnlijk op dit moment afvraagt. Uit het intergewestelijk onderzoek werden vijf bestuurlijke keuzes gedestilleerd die kunnen verklaren waarom Vlaanderen zo goed heeft gescoord op vlak van vaccinatiegraad ten opzichte van de andere regio’s. Ten eerste heeft Vlaanderen gebruik gemaakt van sterke bestaande structuren, namelijk de 60 eerstelijnszones. Dit heeft er voor gezorgd dat het nodige netwerk al reeds was gevormd waardoor er meteen van start is kunnen gaan. Deze aanpak houdt vervolgens ook een tweede bepalende factor in, namelijk het decentraal werken. De eerstelijnszones werden verantwoordelijk gesteld, waardoor er sterk is ingezet op de toegankelijkheid en de nabijheid naar de burger toe. Ten derde hanteerde het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid een aansturende rol ten opzichte van de eerstelijnszones en de vaccinatiecentra wat voor een eenduidige aanpak heeft gezorgd. Een vierde factor is de vroegtijdige inzet van expertise, zowel voor de opbouw van de vaccinatiecentra, alsook om op een uniforme, wetenschappelijke manier te communiceren. Een laatste factor was de pioniersrol van Vlaanderen op het gebied van IT. Hierdoor kon het populatiemanagement naar een hoger niveau worden getild.

Verder werd er via het intergemeentelijk onderzoek nuance gebracht in het Vlaamse succesverhaal. Uit dit onderzoek werden namelijk twee elementen gevonden die kunnen verklaren waarom er een grote range aan vaccinatiegraden aanwezig is op het lokaal niveau binnen Vlaanderen. Als eerste kan dit worden verklaard door de beslissingsautonomie op het lokaal niveau in Vlaanderen. Het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid had namelijk aan de lokale besturen en de eerstelijnszones de beslissingsruimte gelaten om eigenhandig keuzes te maken in de vaccinatiecampagne die geschikt waren binnen hun context en die de vaccinatiegraad hebben beïnvloed. Uit de analyse bleken keuzes zoals het inzetten op netwerkmanagement en het inzetten op zo lokaal mogelijk werken bepalend te zijn. Ten tweede zijn de grote verschillen ook gerelateerd aan de aanwezige kenmerken die eigen zijn aan de stad of de gemeente. Meer bepaald gaat dit over de aanwezigheid van (medische) expertise, gepaste infrastructuur of sterke figuren die zowel op politiek vlak als op wetenschappelijk vlak de campagne naar zich toe trokken.

Conclusie

Het coronavirus verspreidde zich de voorbije twee jaar over bijna de volledige planeet en eiste heel wat levens. De vaccins waren dan ook een veilige oplossing die op grote schaal en op lange termijn werden ingezet.

U als lezer dacht misschien dat het succes van de Vlaamse COVID-19 vaccinatiecampagne bepaald werd door de hoge vaccinatiebereidheid onder de Vlaamse bevolking. De bevindingen in dit onderzoek toonden weldegelijk aan dat de demografische kenmerken waaronder leeftijd, opleidingsgraad, inkomen en afkomst een invloed uitoefenen op de vaccinatiegraad. Maar dit onderzoek toonde ook aan dat dit succes ook voor een groot deel kan worden toegeschreven aan bepalende keuzes en kenmerken van de verantwoordelijke besturen inzake vaccinatiestrategie -en proces, en communicatie. Dit wijst erop dat het belangrijk is dat beleidsmakers en overheden zich wapenen tegen toekomstige grootschalige crisissen. Deze masterproef maakte dan ook duidelijk dat decentralisatie, expertise en samenwerking dé kernfactoren zijn die steeds in acht moeten worden genomen.

Download scriptie (941.75 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2022
Promotor(en)
Prof. dr. Bram Verschuere