De tweede pensioenpijler en de 80% regel

Grey
Cauwelier

De Belgische bevolking veroudert. Ons wettelijk pensioenstelsel, dat gebaseerd is op het repartitiesysteem (de werkenden betalen elk jaar bijdragen om de pensioenen van dat jaar te financieren) komt daardoor onder grote druk. Extra legale pensioenen kunnen gedeeltelijk een oplossing zijn. Er bestaan heel wat mogelijkheden om hierin te voorzien. Die maatregelen zijn fiscaal vriendelijk. Maar welke is nu de beste maatregel? Welke systeem moet gekozen worden en wanneer? Hoe gebeurt de fiscale verwerking? In het scriptie van Grey Cauwelier, bachelor in het bedrijfsmanagement (Accountancy-Fiscaliteit) kan je een antwoord vinden op deze vragen.

Er zijn vier pensioenpijlers in België. De eerste pijler bestaat uit het wettelijk pensioen. De tweede bestaat uit een bovenwettelijke pensioenopbouw binnen de onderneming (groepsverzekering, bedrijfsleiderverzekering, enz.). De derde uit een bovenwettelijke pensioenopbouw buiten de onderneming(pensioensparen, langetermijnsparen, enz.). En de vierde pensioenpijler bestaat uit niet fiscaal gestimuleerde spaarmiddelen. De auteur gaat dieper in op de tweede pijler. Omdat  duidelijke werken in deze materie ontbreken, zorgde Grey Cauwelier zelf voor een diepgaande studie naar dit onderwerp. Deze vorm van sparen stelt bovendien heel wat praktische vragen. Het is dus heel handig een diepgaande kennis uit te bouwen over de juridische en fiscale kant van de tweede pensioenpijler zoals de 80 % regel.  Deze regel is een complexe maatregel in het wetboek van inkomstenbelastingen die aan de hand van een formule de premies voor het aanleggen van een bovenwettelijk pensioenkapitaal beperkt. Wordt die beperking niet nageleefd, dan wordt het overdreven gedeelte bij de belastbare basis gevoegd en zal men dus meer belastingen moeten betalen.
Het werk over de tweede pensioenpijler en de 80 % regel bevat enerzijds een fiscale update van de pensioenopbouw in de onderneming en anderzijds een ontleding van de ingewikkelde verwerking in de vennootschapsbelasting. Een “Te onthouden van” deel na ieder hoofdstuk stelt de lezer in staat het onderwerp beter te begrijpen. De scriptie bevat een casestudie die enkele praktische voorbeelden illustreert. Hierin komen zowel de 80 % regel als de fiscale verwerking op eindvervaldag aan bod. Veel werken bevatten een theoretische en praktische verwerking maar dit geschreven stuk bevat daarnaast ook een CD-ROM met een simulatieprogramma waardoor het voor een beginnende maar ook voor een professionele gebruiker eenvoudig wordt om zowel het pensioenkapitaal als de verworpen uitgave in de vennootschapsbelasting te berekenen. In het werk is een handleiding aanwezig die de gebruiker in staat stelt het simulatieprogramma correct te gebruiken.
Na een inleiding vindt men meer uitleg over de groepsverzekeringen. In dit hoofdstuk worden de juridische bepalingen nauwkeurig besproken. Zo komt de wet betreffende de levensverzekeringsovereenkomsten aan bod en gaat Grey Cauwelier dieper in op het advies betreffende antidiscriminatie. Een advies uitgebracht door de Commissie op Aanvullende Pensioenen die bepaald binnen welke grenzen er een onderscheid mag gemaakt worden tussen de verschillende werknemers. Naast de wettelijke kant, wordt de fiscale kant grondig onder de loep genomen. Zowel de taxatie tijdens het aanleggen van het kapitaal als bij uitkering worden besproken.
Daarna gaat het over de bedrijfsleiderverzekering, een minder populaire vorm in de tweede pensioenpijler.
Vervolgens komt de individuele pensioentoezegging aan bod. Sinds de Wet op de Aanvullende Pensioenen (WAP) is er heel wat gewijzigd. Zowel de oude regeling als de nieuwe regeling krijgen aandacht De individuele pensioentoezegging kan intern of extern gefinancierd worden. De auteur gaat hier grondig op in. Welke vorm is nu het best? Wat zijn de gevolgen, zowel op sociaal als op fiscaal vlak? Telkens krijgt de lezer een nauwkeurig antwoord op die vragen.
Het Vrij Aanvullend Pensioen Voor Zelfstandigen (VAPZ) kan tussen de tweede en de derde pensioenpijler geplaatst worden. Hier moet de 80 % regel niet op toegepast worden maar het bedrage aangelegd voor het VAPZ komt echter wel in aanmerking om de 80 % grens te berekenen. Vandaar het VAPZ niet ontbreekt in dit scriptie. Er wordt vooral aandacht besteedt aan de voordelen en de verschillen tussen de verschillende soorten binnen de tweede pensioenpijler. Zo zal je als lezer snel merken dat het VAPZ heel wat voordelen biedt en wordt hem duidelijk gemaakt waarom het handig is om eerst een VAPZ af te sluiten en daarna slechts een andere vorm te kiezen.
Uiteindelijk is een grondige studie van de 80 % regel. Een ingewikkelde fiscale regel om het maximaal extralegaal pensioenkapitaal te berekenen dat wordt aangelegd via de tweede pensioenpijler. De formule voor de berekening wordt ontleed. Enkele praktische voorbeelden maken het voor de lezer gemakkelijker de formule te begrijpen.
Na de theorie volgt er een casestudie waarin praktijkgerichte problemen onder de loep worden genomen. De voorbeelden verwijzen wel telkens naar de theorie. De kern in deze casestudie is de verwerking van de 80 % regel (taxatie tijdens het aanleggen van het kapitaal). Maar daarnaast wordt de taxatie bij uitkering ook geïllustreerd. De voorbeelden worden verwerkt met praktijkdocumenten die weer te vinden zijn in de bijlagen van het werk.
Op het einde van het scriptie kan men een handleiding terug vinden van de simulatietool, zodat de gebruiker die op een correcte en eenvoudige manier kan gebruiken.

Download scriptie (1.21 MB)
Universiteit of Hogeschool
Hogeschool Gent
Thesis jaar
2009