De verpersoonlijking van kiescampagnes. De Bekende Vlaming als kandidaat bij de provincie- en gemeenteraadsverkiezingen op 8 oktober 2006

Frederik
De Swaef

Onderzoek naar BV’s in de politiek levert verrassende resultaten op. BV’s zijn meerwaarde in de politiek

 

Elke verkiezing opnieuw trekken politieke partijen een nieuw blik Bekende Vlamingen open om hun lijsten op te fleuren. Gelijktijdig doppen perscommentatoren hun pennen in vitriool om het fenomeen met de grond gelijk te maken. Onterecht meent Frederik De Swaef die onderzoek deed naar BV’s die opkwamen bij de lokale verkiezingen in 2006.

 

Bij de laatste lokale verkiezingen op 8 oktober 2006 bevolkten een record aantal BV’s de kieslijsten. “Met 75 BV-politici zien we een verdubbeling tegenover de eerste grote BV-golf in 1999”, stelt Frederik De Swaef van de U Gent. “BV’s maakten wel amper 0,21% uit van het totaal aantal kandidaten. De grootte van het fenomeen is dus relatief.”

 

BV’s in de politiek zijn een beproefd recept geworden dat zich langzaam lijkt te institutionaliseren in het politieke bedrijf. “Ook in 2007 kozen heel wat nieuwe bekende gezichten voor de politiek”, zegt De Swaef. “Het fenomeen van BV’s in de politiek is dus in tegenstelling tot wat sommige opiniemakers menen nog niet over zijn hoogtepunt heen.”  

 

Open Vld, sp.a en CD&V lijken systematisch de BV-markt af te schuimen op zoek naar nieuw vlees. Zowat alle BV’s worden door absolute toppolitici verleid. Ministers, partijvoorzitters en –boegbeelden van de grote partijen lijken massaal te gaan tafelen met al wie in Vlaanderen bekend is. “We spreken dan over de Frank Vandenbrouckes (sp.a), Yves Letermes (CD&V), en Karel De Guchts (VLD) van deze wereld”, zegt De Swaef. “BV’s laten zich meestal alleen overhalen door een toppoliticus die ze persoonlijk kennen. Enkel Bert Anciaux, ten tijde van ID21, en Johan Van Hecke, toen hij CVP-voorzitter was, bleken in staat voor hen volstrekt onbekende BV’s te charmeren.”

 

De kiemen voor de BV-trend in de politiek dateren al van veel langer geleden dan men zou denken. “De opkomst van BV’s in de politiek maakt deel uit van een bredere tendens van professionalisering en personalisering van de politiek”, stelt De Swaef. “De twee gaan hand in hand. Steeds professionelere kiescampagnes zorgen ervoor dat er steeds meer gefocust wordt op de kandidaten in plaats van op de partijen of programma’s. Dit resulteerde in Bekende Politici en van BP’s naar andere BV’s was het maar een kleine stap.”

 

Naast het aantal is ook de soort BV’s die zich kandidaat stellen door de jaren heen geëvolueerd. Eind jaren tachtig vernieuwde Jaak Gabriëls de VU-lijsten met wat hij Bekwame Vlamingen noemde. Hiermee werden bekende professoren, ondernemers en journalisten bedoeld. In 2006 kwam het merendeel van de BV’s uit de show- en sportsector.

 

Bij kritiek op BV-politici wordt door perscommentatoren meestal op deze evolutie gefocust. “Er wordt gekozen voor de bekendste kandidaten, maar dat zijn niet noodzakelijk de beste kandidaten”, weet Luc Standaert in Gazet van Antwerpen. Er blijkt echter geen enkele reden te zijn om aan te nemen dat BV’s uit de show- of sportsector minder gemotiveerde of gepassioneerde politici zouden zijn. “Bij de lokale verkiezingen stelden we wel een andere breuklijn vast op vlak van motivatie”, vertelt De Swaef. “BV’s die reeds een nationaal mandaat uitoefenen, staan meestal niet te springen om ook lokaal actief te worden. Meestal willen zij de tijd naast hun nationaal mandaat besteden aan activiteiten buiten de politiek in de plaats van aan lokale politieke engagementen.” 

 

BV-politici wijken amper af van de gemiddelde leeftijd van andere kandidaten. “Ze zijn bijna allemaal tussen de 30 en 65 jaar oud”, berekende De Swaef. “De BV’s die wij konden interviewen zijn bovendien meestal hoog opgeleid. Dit spreekt gedeeltelijk de beeldvorming tegen dat BV-politici per definitie domme blondjes zouden zijn.”

 

Opmerkelijk is dat BV-politici drie keer meer kans maken verkozen te geraken dan het gemiddelde voor alle kandidaten. Twee factoren vergroten de kansen van een BV om verkozen te raken nog aanzienlijk. “Een eerste factor is de partij”, stelt De Swaef. “BV’s die opkomen voor CD&V, sp.a, Open Vld en Vlaams Belang raken het best verkozen.”

 

Een tweede factor dat de kansen om verkozen te raken beïnvloedt, is de plaats op de lijst. “Wat voor onbekende kandidaten geldt, geldt in deze ook voor BV’s”, merkt het onderzoek op. “Hoe zichtbaarder de plaats, hoe meer kans om verkozen te raken. Hierbij valt op dat BV-politici veel meer de lijst duwen dan dat ze de lijst trekken.”

 

Bijna één op de tien BV’s raakt maar net op het nippertje verkozen. “Zij gaan aan de haal met het laatste of voorlaatste zeteltje van hun partij in de gemeenteraad”, merkt De Swaef op. “Dergelijke BV’s zijn voor een partij eerder een vloek dan een zegen. De partijen hopen immers dat de BV heel wat verse stemmen aanbrengt. Indien deze dat maar in beperkte mate doet maar wel verhindert dat een trouwe militant in de gemeenteraad raakt, dan kan een BV voor meer spanningen binnen de lokale partijen zorgen dan dat hij voordelen voor de partij oplevert.”

 

Hoe minder persoonlijk de kiezer de BV kent, hoe beter BV’s electoraal scoren. “We zien dat BV’s beter scoren hoe hoger het niveau waarvoor ze kandideren”, zegt De Swaef. Vanuit dit perspectief is het de vraag of huis-aan-huis bezoeken en andere activiteiten, waarbij de kiezer de BV-politicus een beetje persoonlijker leert kennen, aan te raden zijn. “BV-politici zullen dit graag lezen want zij hebben meestal een bloedhekel aan campagne in het algemeen en huis-aan-huis bezoeken in het bijzonder”, stelt de onderzoeker. Jean-Marie Dedecker (LDD) verwoordde dat zo: “Ik vind huis-aan-huis bezoeken openbare prostitutie”.

 

De meeste BV’s die meededen aan de lokale verkiezingen zijn al decennia lang bekend in Vlaanderen. Het is een minderheid die pas in de 21ste eeuw bekend werd. Politiek is voor veel BV’s een nieuw spoor na allerlei andere jobs in the spotlight. “De BV’s staan meestal positief tegenover hun bekendheid en weten uit ervaring welke voor- en nadelen deze met zich meebrengt”, vertelt De Swaef. “Toch onderschatten de meesten de stap naar de politiek serieus. De meesten leiden zware financiële verliezen doordat ze andere jobs moeten opgeven. Daarnaast hebben BV’s uit bepaalde sectoren met een tanende populariteit af te rekenen door hun politiek engagement. Zeker muzikanten, presentatoren en acteurs voelen dit sterk. De populariteit daalt het meest in eigen streek.”

 

De media-aandacht die BV-politici kregen in de aanloop naar 8 oktober 2006 is buitensporig. “Ze staat in geen enkele verhouding met wat BV’s vertegenwoordigen in het totaal aantal kandidaten”, meent De Swaef. “De media focussen zich bovendien nog op een beperkte selectie van BV’s. Enkel top-BV’s komen aan het woord. “

 

BV’s menen het serieus als ze in de politiek stappen en willen dan ook erkenning. “Toch voelt maar de helft van de BV’s zich een echt politicus”, stelt het onderzooek. “Velen blijven gehecht aan het beroep dat hen bekend maakte en willen dit niet volledig opgeven.”

 

De Swaef is helemaal niet negatief over BV’s in de politiek. “BV’s die de kans krijgen om mee te besturen kunnen een grote meerwaarde voor het lokaal bestuursniveau betekenen”, bewees hij. “Zij openen namelijk deuren in Brussel die anders voor lokale politici moeilijk toegankelijk zijn.”

 

Veel partijen mispakken zich dan ook aan BV’s. Ze hopen op veel extra stemmen maar houden er geen rekening mee dat die BV na de verkiezingen ook nog iets in de pap wil te brokken hebben.

 

Uit het onderzoek blijkt dat BV’s passen in de bredere evolutie van verpersoonlijking van de politiek. “BV’s bedreigen het systeem niet”, stelt De Swaef. “BV’s vullen enkel een leemte op die ontstaan is doordat media en politiek steeds meer focussen op personen in plaats van op partijen en programma’s. De BV’s uit ons onderzoek bleken bovendien zeer gemotiveerd te zijn. BV-politici lijken dus niet de slechtste oplossing om de problemen, die ontstaan door de personalisatie van de politiek, op te vangen.”

 

Download scriptie (7.66 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2007
Promotor(en)
prof. dr. Herwig Reynaert