De verplichting om een taal te kennen of bereid te zijn deze aan te leren en de sociaaleconomische grondrechten

Laura
Claessens

Taalkennis: sleutel tot huurhuis, niet tot eigen woning

Hoe belangrijk is het om een taal te leren? Levensbelangrijk in Vlaanderen. Zonder taalkennis wordt het moeilijk om een woning te huren bij een socialehuisvestingsmaatschappij, een bouwgrond te kopen van bepaalde gemeenten en een leefloon te krijgen bij een aantal OCMW’s. Kan dat zomaar?

Overleven

Beeld je in dat je familie naar een ander land verhuist. Jullie moeten helemaal van nul beginnen: zonder de taal te kennen zoeken jullie naar een huis en naar werk. Alles is ongelofelijk duur in dat land. Er staat onvoldoende geld op de bankrekening om een huis te kopen, misschien zelfs niet genoeg om de maandelijkse huurprijs voor een appartement te betalen. Zolang je ouders geen job vinden, moeten jullie erg zuinig leven. Maar de winter staat voor de deur, dus een warme jas kopen zou geen overbodige luxe zijn.

Jullie nieuwe thuisland laat jouw familie niet in de kou staan. Dit welvarend land belooft om de mensen te helpen, als die niet zelf voor hun basisbehoeften zoals een woning, voedsel en kleding kunnen zorgen. Die belofte staat in de Grondwet, de wet die de basis vormt voor alle andere regels in het land. Die zegt dat iedere mens recht heeft op een menswaardig leven. Daarom heeft de overheid, die wetten opstelt en het land bestuurt, sociale maatregelen uitgewerkt. Zo kan je jezelf inschrijven op een lijst om een sociale woning te huren aan een lage prijs of, als je budget het toelaat, om een grond te kopen aan gunstige voorwaarden. Je kan ook een leefloon aanvragen, zodat je een minimuminkomen krijgt zolang je zelf geen betaald werk hebt gevonden.

Voor wat, hoort wat

De Grondwet zegt ook dat de overheid medewerking mag vragen van de mensen die sociale maatregelen willen gebruiken. Voor wat, hoort wat. Dus, als je je aanmeldt om een sociale woning te huren, zal je aan een aantal voorwaarden moeten voldoen. De overheid wil bijvoorbeeld dat mensen de officiële taal kennen van de streek waar ze wonen. Daarom zal jou bij de inschrijving voor een sociale huurwoning gevraagd worden of je de streektaal kent. Wablief? Nee dus. Wat nu? Moet jouw familie op straat gaan leven en bedelen omdat je de taal niet verstaat? Je kan wel doodvriezen! Is dat nog menswaardig?

In de Grondwet staat bovendien geschreven dat alle mensen gelijk zijn. Is het eerlijk dat enkel op basis van taal beslist wordt dat jij niet en iemand anders wel een huis kan huren? Zeker als je bedenkt dat het om levensbelangrijke zaken gaat, zoals een veilig onderkomen of een minimumbedrag om te kunnen overleven.

Gewikt en gewogen

Het Grondwettelijk Hof heeft de bijzondere taak om de Grondwet te beschermen. Deze rechtbank heeft – bij wijze van spreken – de Grondwet en de taalvoorwaarde in de weegschaal gelegd en gekeken of er een evenwicht is. Enerzijds zijn sociale maatregelen heel belangrijk omdat zij ervoor zorgen dat iedereen een menswaardig leven kan leiden. De overheid mag vragen dat de mensen die hiervan gebruik willen maken, ook een inspanning leveren. Het leren van de taal is daar een voorbeeld van. Anderzijds moet de taalvoorwaarde een verband hebben met de sociale maatregel. Bovendien mag die verplichting niet zo zwaar zijn dat bijvoorbeeld jouw familie deze niet of moeilijk kan vervullen. Dan wordt het risico om op straat te belanden te groot.

Als je familie een woning wil huren van de overheid, dan is er een verband volgens het Grondwettelijk Hof. Je sluit een contract af met de overheid, waarin jouw familie de huurder is en de overheid de verhuurder. Omdat de woning eigendom blijft van de overheid, moet er regelmatig met elkaar worden overlegd. Zo moeten er afspraken gemaakt worden over huisvuil, brandveiligheid, schoonmaak en bewonersbijeenkomsten. Dat is vooral belangrijk in appartementsgebouwen, om het samenleven zo aangenaam mogelijk te maken. De Grondwet zegt dat de overheid de streektaal moet gebruiken. Alle communicatie moet dus in die taal gebeuren. Om die reden is het noodzakelijk dat jouw familie ook de streektaal kent.

Een dubbeltje op zijn kant

Dezelfde redenering kan worden toegepast op de twee andere voorbeelden. Opvallend genoeg is er geen verband aanwezig als je een bouwgrond wil kopen van de overheid. Waar ligt dan het verschil tussen huren en kopen? Als je familie een grond of huis koopt, worden jullie de eigenaar. Dit betekent dat jullie zelf beslissen over het gebruik en onderhoud en zelf verantwoordelijk zijn om aangenaam samen te leven met de buren. De Grondwet zegt dat burgers vrij zijn om onderling eender welke taal te spreken.

Als je ouders een leefloon aanvragen, moeten zij de streektaal leren. De overheid wil namelijk dat je ouders zo snel mogelijk werk vinden zodat ze zelf geld in het laatje brengen. Zolang zij een leefloon ontvangen, moeten zij actief naar werk zoeken. En de kans om een job te vinden, is veel groter als je de officiële taal van die regio kent. Werkgevers en werknemers worden namelijk door de Grondwet verplicht om onderling de streektaal te gebruiken.

Het Grondwettelijk Hof heeft ook beslist hoe ver de taalvoorwaarde mag gaan. Ten eerste is het de inspanning die telt. Je moet kunnen bewijzen dat je deelneemt aan taallessen, maar je hoeft niet te slagen voor een examen om te tonen dat je de taal echt kent. Ten tweede is een basiskennis van de taal voldoende. Ten derde moeten de lessen gratis zijn. Ten vierde moeten uitzonderingen voorzien worden voor de mensen die omwille van bepaalde redenen, zoals werk of gezondheid, de lessen niet kunnen bijwonen. Tot slot, wanneer iemand weigert om taallessen te volgen, mogen de sancties niet te streng zijn.

Schaakmat

De Grondwet laat taalvoorwaarden toe als er een verband is met de sociale maatregel en voor zover zij niet verhinderen dat ieder een menswaardig leven kan leiden. De Vlaamse gemeenten die enkel bouwgronden verkopen aan Nederlandstaligen of kopers die bereid zijn om het te leren, staan schaakmat. 

Download scriptie (9.03 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2013
Promotor(en)
Prof. J. Velaers