De Waalse identiteit en het integratiebeleid in Wallonië

Anny
Dauw

 

DE WAALSE IDENTITEIT EN HET INTEGRATIEBELEID IN WALLONIë

 

De migrantenproblematiek is één van de belangrijke sociale en politieke problemen in België. Daarvan  getuigt elk debat omtrent het migrantenstemrecht.  We leven in een samenleving die nog niet goed weet hoe ze met haar multiculturele aard moet omgaan. Intercultureel samenleven is een probleem geworden. Het wordt sinds een tweetal decennia  geproblematiseerd in de politieke arena en in de media.

Het verwezenlijken van een harmonieus samenleven van alle inwoners van een land is een belangrijke opgave voor beleidsverantwoordelijken. Het migrantenbeleid is daar een onderdeel van. De verscheidenheid binnen de samenleving kan niet over het hoofd worden gezien. De overheid moet dynamische elementen van aanpassing en vernieuwing insluiten. Ze moet de algemene belangen behartigen en niet slechts enkele of alleen maar die van een bepaalde groep. En dit moet gebeuren binnen een dynamische context waarin verschillende groepen een eigen identiteit proberen te behouden of te construeren.

 

Zowat in dezelfde periode als er werd gewerkt aan een integratiebeleid voor migranten groeide in Wallonië bij sommige Walen ook meer en meer het besef van een Waalse identiteit. Deze dubbele dynamiek, namelijk de Waalse identiteitsvorming en de integratie van vreemdelingen in Wallonië  evolueert verder in eenzelfde sociale, economische, culturele en politieke context. De vraag die zich stelt is wat de plaats is van integratie in de constructie van de Waalse identiteit.  Als volgens de klassieke Franse invulling van burgerschap alle migranten Walen zijn omdat ze op het Waals grondgebied wonen, wat doet Wallonië dan met de verscheidenheid onder alle mensen die er wonen en komen wonen? In hoeverre krijgt dat ‘anders’ zijn ook een plaats in de Waalse samenleving? Of, hoe creëer je een Waalse identiteit met behoud van diversiteit?

 

Het ‘Manifeste pour la culture Wallonne’ van 1983 was de eerste uitgebreide explicitering van de Waalse culturele identiteit. De opstellers van het Manifest waren regionalisten, die zich afzetten tegen de dominante positie van Brussel binnen franstalig België. Drager van de Waalse identiteit is volgens hen iedereen die op het Waalse grondgebied woont. Taal, religie, etnie of geschiedenis zijn niet van essentieel belang als gemeenschappelijk kenmerk van de Walen. De diversiteit van de subregio’s wordt gekoesterd. De regionalisten zweren particularisme en nationalisme af en bouwen universalistische aanspraken in hun identiteitsconcept in.

De autonomie van het Waalse territorium was er in 1970 en 1980 via federaliseringsstappen gekomen, na eisen uit sociaal-economische hoek. Dit territorium werd de basis voor de latere culturele en politieke aspecten van de Waalse strijd voor grotere inspraak. Het Waalse culturele project groeide naar een project met het oog op een betere sociaal-economische toekomst. Daartoe werd niet enkel de subregionale diversiteit beklemtoond, ook de interculturele diversiteit. Het argument dat die diversiteit een zwakte zou zijn, werd omgekeerd: de diversiteit is net een opbouwend kenmerk van de Waalse identiteit, iets typisch Waals.

De Waalse identiteit is net als iedere andere identiteit een constructie: belangengroepen proberen verschillende groepen te integreren, te winnen voor het project waar zij voor staan. Wonen op het territorium is de belangrijkste voorwaarde om Waal te zijn, dus zijn volgens de huidige omschrijving alle inwoners van Wallonië Walen, ook de allochtone inwoners. Integratie maakt deel uit van de Waalse identiteit. Het karakter van het territorium is trouwens ook mede tot stand gekomen door de jarenlange aanwezigheid van migranten.

 

De eerste vormen van integratiebeleid in Wallonië in de jaren 1970 waren gericht op socio-economische inpassing. Pas later kwam het sociale en het culturele aspect aan bod. Van een autonoom Waals  integratiebeleid kon pas sprake zijn vanaf 1994. Het werd geconcretiseerd in het ‘Décret du Conseil régional wallon sur l’intégration des personnes étrangères et d’origine étrangère’ van 1996.

Het Decreet van 1996 nam de concepten van het Koninklijk Commissariaat voor het Migrantenbeleid uit 1989 aangepast  over. Nu kwam aandacht voor integratie door negotiatie, bescherming van culturele verscheidenheid en de mogelijkheid tot positieve discriminatie, naar aanleiding van de erkenning dat migranten socio-economisch achtergesteld zijn.

Culturele integratie moest plaatsvinden in de publieke cultuur. Die integratie komt echter eerder neer op assimilatie aan de dominante Waalse cultuur. De autochtone bevolking bepaalt hoe men integreert, zonder inspraak van de migranten. Die hebben immers nog steeds geen politieke inspraak. Daar heeft de Waalse regering echter geen schuld aan, aangezien het toekennen van het stemrecht zich nog op federaal niveau bevindt. De genomen integratiemaatregelen bevorderen ten slotte vooral de socio-economische integratie; de culturele integratie is een beleidsopdracht die moeilijker in concrete stappen te gieten is.

Na het Decreet is niet echt veel veranderd. Het integratiebeleid komt neer op een façadebeleid. Goede wil is aanwezig, maar bevoegdheden als onderwijs en cultuur heeft de Franse Gemeenschap in handen, zodat een allesomvattend integratiebeleid onmogelijk is.

 

Als de omschrijving van de Waalse identiteit uit het Manifest gevolgd wordt, dan geldt het Decreet voor alle allochtone Walen. Ze zijn allochtoon, maar ze zijn ook Waal. Iedereen heeft een meervoudige identiteit. Zo hoeven de Waal en de Ander niet lijnrecht tegenover elkaar te staan. De Ander is gewoon een ‘andere Waal’, die als twee van zijn vele identiteiten de Waalse en de specifiek allochtone identiteit heeft.

Zo hoeven ook identiteit en diversiteit geen tegengestelden te zijn. Socio-culturele diversiteit kan ingebouwd zijn in de identiteit en er een eenmakend element van zijn, zoals in de Waalse identiteit. Om dat waar te maken, moeten de regionalisten niet enkel in hun vertoog maar ook in de praktijk hun pleidooi voor particularistische diversiteit uitbreiden naar multiculturele diversiteit.

Identiteit wordt door de Waalse regionalisten niet langer gelijkgesteld met nationaliteit: inwoners van één grondgebied  hoeven niet langer dezelfde nationaliteit te hebben. Dat is een breuk met de traditionele opvatting over identiteit die bij de mensen heerst, dus die opvatting moet verkocht worden. Dat kan gebeuren via het onderwijs en de media, maar daarover heeft het Waalse Gewest geen bevoegdheid. Die opvatting leeft trouwens al in de dagdagelijkse interactie, waar alle inwoners samen één economisch weefsel vormen en geen onderscheid wordt gemaakt op basis van nationaliteit.

De Waalse identiteit is een inclusieve identiteit, geen exclusieve. Het regionalistisch gevoel werd in een inclusief vertoog verpakt. Het is dus zo dat hoe meer de Walen zich identificeren met Wallonië, hoe positiever ze zouden moeten gaan staan tegenover de allochtone bewoners. De migratie heeft bovendien een blijvend karakter gekregen, daarom is een inclusieve identiteit aangewezen.     

Volgens de regionalisten kan iedereen geïntegreerd worden binnen de nieuwe Waalse identiteit en zo zorgen voor een nieuwe dynamiek in het gewest. In de praktijk is nog niet veel te zien van het aspect van de integratie binnen de Waalse identiteit. De bestuurlijke elite moet met het oog op succes deze boodschap nog verder expliciteren in het vertoog en stimuleren op symbolische momenten.

Zowel de regionalisten als de beleidsmakers van het integratiebeleid hebben er baat bij de handen in elkaar te slaan. De regionalisten kunnen niet zonder het integratiebeleid, omdat integratie een inherent deel is van hun omschrijving van de Waalse identiteit en een noodzakelijke voorwaarde is voor de toekomstige Waalse maatschappij die ze voor ogen hebben. Het integratiebeleid kan daarentegen wel verder bestaan zonder achter het project van de Waalse identiteit te staan.

De toekomst zal uitwijzen in hoeverre de goede bedoelingen van de Waalse bestuurlijke elite uitgevoerd zullen worden.  

 

Anny Dauw

 

Universiteit of Hogeschool
Andere
Thesis jaar
2002
Thema('s)