De ‘war on terrorism’ en het conflict in Noord-Oeganda: larema ono lamone?

Evert
Saver

De ‘war on terrorism’ en het conflict in Noord-Oeganda: larema ono lamone?

 

Een studie naar de invloed van de ‘war on terrorism’ op het conflict in Noord-Oeganda

 


Scriptie neergelegd tot het behalen van

Licentiaat in de politieke wetenschappen

door

 

Evert Saver

 

Stamnummer: 20013495

 

Optie: internationale politiek,

studie van de Derde Wereld

 

Promotor: prof. dr. K. Vlassenroot                                     Commissarissen: prof. dr. A. Walraet

        prof. dr. R. Doom

 

11 september 2001.  Niemand zal het ooit vergeten.  De ‘war on terrorism’ is geboren.  Meteen komt er een einde aan de euforie van de jaren negentig toen optimisten geloofden dat – na de Koude Oorlog - het internationale recht zou zegevieren.  De strijd tegen het terrorisme wordt het nieuwe Leidmotiv van de internationale politiek.  Het wij-zij-discours viert hoogtij.

Ondertussen woedt in het hart van Afrika, ver weg van alle media-aandacht, al twintig jaar een wrede burgeroorlog die op het eerste zicht niets te maken heeft met de veranderende wereldsituatie.  

 

The pearl of Africa

 

In 1986 wordt Yoweri Museveni president van Oeganda; door de Engelsen ooit ‘the pearl of Africa’ genoemd.  Maar niet iedereen is opgezet met zijn aantreden.  Vooral in het noorden van het land ondervindt Museveni verzet tegen zijn bewind.  Hij krijgt er vanaf het midden van de jaren tachtig zelfs te maken met gewapende rebellies van het Uganda People’s Democratic Army (UPDA), de Holy Spirit Movement (HSM) en het Lord’s Resistance Army (LRA).

Museveni slaagt er in 1988 in een vredesakkoord te bereiken met het UPDA.  Het HSM onder leiding van Alice Auma blijkt hardnekkiger stand te houden.  Auma verklaart bezeten te zijn door de geest Lakwena wat haar beweging naar eigen zeggen bovennatuurlijke krachten geeft.  Uiteindelijk kan Museveni op het einde van de jaren tachtig het HSM gewapenderhand verslaan.  Maar dan profileert Joseph Kony zich met zijn Lord’s Resistance Army.  Net als zijn nicht Alice Auma beweert ook hij een profeet van Lakwena te zijn.  Of Kony een politieke agenda heeft of niet, is onduidelijk.  Er is slechts één zekerheid: in zijn poging het regime van Museveni omver te werpen, zaait Kony al bijna twintig jaar dood en verderf onder de Noord-Oegandese bevolking. 

Het conflict in Noord-Oeganda heeft een aantal dieperliggende wortels.  Om te beginnen zijn er grote etnische en sociaal-economische tegenstellingen tussen het rijkere Noord- en het armere Zuid-Oeganda.  Ten tweede kent Oeganda een geschiedenis van straffeloosheid en onverantwoordelijkheid zodat geweld een legitiem middel geworden is om (politieke) eisen kenbaar te maken.  Denken we maar aan dictators zoals Idi Amin en Milton Obote.  Een derde oorzaak ligt in de mislukte pogingen om politieke en sociale veranderingen door te voeren na de onafhankelijkheid in 1962, waardoor democratische kanalen om klachten te uiten, ontbreken.  Tenslotte zijn er nog een aantal situationele factoren, zoals de steun van Soedan aan het LRA en de wapensmokkel in het Gebied van de Grote Meren. 

 

Defining moment in history

 

Op 11 september 2001 boren drie vliegtuigen zich in het World Trade Center en het Pentagon in de Verenigde Staten.  Al Qaeda, het terreurnetwerk van Osama bin Laden, eist de aanslagen op.  De reactie van de internationale gemeenschap laat, door toedoen van de Verenigde Staten, niet lang op zich wachten: de ‘war on terrorism’ is geboren.  Toch lijkt men uit het oog te verliezen dat terrorisme van alle tijden is.  Het komt en gaat in golven.  Net zoals de aanslagen op het einde van de negentiende eeuw en die van de jaren 1930, kent de huidige terrorismegolf specifieke ontstaansredenen.

De Verenigde Staten – de regering-Bush op kop - nemen een keiharde positie in tegenover terroristen.  De Patriot Act en Guantanamo Bay illustreren dit.  De Europese Unie daarentegen heeft, zoals wel vaker het geval is, te kampen met een interne verdeeldheid over een gezamenlijke aanpak.  De Nederlander Gijs de Vries wordt wel aangesteld als EU-coördinator voor terrorismebestrijding, maar het ontbreekt hem vooralsnog  aan slagkracht.  Ook de Verenigde Naties en de Afrikaanse Unie hebben het moeilijk een eenduidig standpunt over terrorisme in te nemen.  Verder dan wat vage bepalingen in resoluties of verdragen komen ze niet. 

 

De ‘war on terrorism’ is dus een compleet nieuw fenomeen in de wereldpolitiek dat de functie van de Koude Oorlog heeft overgenomen en dat spijtig genoeg alleen aan symptoombestrijding doet.  Sommige experts beweren dat deze strijd tegen het terrorisme een grote impact heeft op lokale conflicten; anderen zijn het daar helemaal mee oneens. 

 

Merkwaardig verband

 

Of er een rechtstreeks impact is van de ‘war on terrorism’ op het conflict in Noord-Oeganda, is heel moeilijk hard te maken.  Toch spaart president Museveni kosten noch moeite om de publieke opinie hiervan te overtuigen zodat het verloop van de burgeroorlog wel degelijk door de terrorisme-oorlog beïnvloed wordt.  

 

Om te beginnen speelt het beleid van de Amerikaanse overheid een rol.  Sinds 11 september 2001 staat het LRA op de Amerikaanse lijst van terroristische organisaties.  Vanaf dat moment zijn LRA-rebellen dus (internationale) terroristen en dat heeft zijn gevolgen.  Zo ontvangt het Oegandese leger in het kader van het Amerikaanse ‘East African Counter Terrorism Initiative’ fondsen om het LRA te bestrijden. 

 

Ook Soedan is van belang voor het conflict in Noord-Oeganda.  Het is een publiek geheim dat Khartoum het LRA van wapens en ‘safe havens’ voorziet.  Door de ‘war on terrorism’ stelt de Soedanese president al-Bashir zich onder druk van de Amerikanen harder op tegen Kony.  Toch speelt hij daarbij geen open kaart.  Verschillende bronnen melden dat hij gewoon doorgaat met zijn steun aan het LRA.

 

De ‘war on terrorism’ heeft op juridisch vlak voor een verandering gezorgd in het verloop van het Noord-Oegandese conflict.  In 2000 komt er de Amnesty Act in Oeganda waarbij rebellen die zich overgeven amnestie verleend wordt.  Twee jaar later, na de aanslagen van 11 september 2001, wordt de Suppression of Terrorism Act van kracht.  Dit is een strenge wet die bepaalt dat de LRA-strijders terroristen zijn die hard aangepakt moeten worden - hoewel je ontvoerde kindsoldaten moeilijk als gewetenloze moordenaars kunt bestempelen.  Deze twee wetten zijn in feite tegengesteld aan elkaar en vormen een onduidelijk signaal naar de rebellen toe. 

 

De oorlog tegen het terrorisme heeft geen invloed op het aantal vredesonderhandelingen tussen de Oegandese overheid en de rebellen.  Wel merken we dat de ‘war on terrorism’ president Museveni nog meer overtuigd heeft van zijn initiële standpunt tegenover vredesgesprekken.  Al sinds het ontstaan van het conflict opteert hij liever voor harde militaire actie tegen het LRA dan voor moeizaam verlopende onderhandelingen met de opstandelingen.

 

Op het vlak van de militaire operaties tegen het LRA zien we een gelijkaardige evolutie met voorgaande parameter.  Zowel voor als na 11 september 2001 zijn er ongeveer evenveel militaire acties.  Maar zoals gezegd is het vertrouwen van Museveni in een militaire oplossing van het conflict nog meer gestegen sinds het ontstaan van de oorlog tegen het terrorisme.  We kunnen ons wel de vraag stellen waarom de Oegandese strijdkrachten er dan niet in slagen het conflict te stoppen.  Corruptie en economische belangen tot in de hoogste posities van het Oegandese leger zijn een groot deel van het antwoord. 

 

Misbruik?

 

Het conflict in Noord-Oeganda ondervindt dus op verschillende domeinen een invloed van de ‘war on terrorism’.  Dit komt vooral omdat Museveni dit wil.  In het kader van de strijd tegen terreurorganisaties krijgt hij immers veel krediet en zelfs carte blanche om de ‘terroristen’ op zijn grondgebied aan te pakken.  Ondanks de harde maatregelen die hieruit voortvloeien, slaagt Museveni er niet het achttienjarige conflict onder controle te krijgen.  Misbruikt hij de ‘war on terrorism’ om geld los te krijgen van de Amerikanen?  Wendt hij de strijd tegen de terreur aan om zijn politieke positie te handhaven, nu de presidentsverkiezingen van 2006 voor de deur staan?   

 

Download scriptie (975.43 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2005