Kan men de doelstelling van een notariële tussenkomst op een digitale wijze bereiken?

Celine
Janssenswillen

 

Heiligt het doel de middelen?

Afgelopen zomer werd het notarisambt sterk bekritiseerd en werd het verweten onvoldoende te zijn aangepast aan de digitale evolutie. Minister van Justitie Koen Geens heeft een plan laten opstellen omtrent de toekomst van het ambt. Daarnaast heeft de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat een aantal digitaliseringsprojecten opgestart. Deze initiatieven zijn echter voornamelijk hulpmiddelen, die de uitoefening van het ambt moeten vergemakkelijken. Momenteel vertrekt men duidelijk vanuit de de traditie met de vraag hoe men het notarisambt kan digitaliseren. Men hanteert bijgevolg een ad-hoc benadering (top-down), die ongetwijfeld op haar grenzen zal stoten. Het kan echter zinvoller zijn om verder na te denken over een structurele benadering (bottom-up). Waarbij men het huidige kader loslaat en teruggrijpt naar de doelstelling van het notarisambt. 

De notariële akte is een authentieke akte in de zin van art. 1317 BW. Dit biedt vandaag twee belangrijke voordelen. Het eerste heeft betrekking op de bewijswaarde van een notariële akte. De notaris krijgt tot op vandaaghet vertrouwen van de wetgever (fides publica), dat alles wat hij in uitoefening van zijn ambt de visu et de audit, aut ex propriis sensibus vaststelt, waarheidsgetrouw is.Men verleent aan die vaststellingen een authentiek karakter, hetgeen tot gevolg heeft dat deze (bijna)onbetwistbaar zijn. De akte geniet ook als instrumentumauthentieke bewijswaarde.Het tweede voordeel houdt in dat de notariële akte onmiddellijk uitvoerbare kracht heeft. Via een grosse, een uitgifte van de akte met formule van tenuitvoerlegging en een zegel van de notaris, kan men rechtstreeks naar de deurwaarder gaan.

Opdat de wetgever dit vertrouwen in de toekomst nog toekent aan de notaris, moet zij twee uitgangspunten hebben. Ten eerste moet zij ervan uitgaan dat de doelstelling van het notarisambt nog zinvol is. Dat het nodig is om een apart bewijsmiddel te voorzien en om partijen de mogelijkheid te geven om verbintenissen aan te gaan, die onmiddellijk uitvoerbaar zijn. Dat het zinvol is om een preventieve justitie te organiseren. Indien we dit uitgangspunt als een gegeven beschouwen en er bijgevolg vanuit gaan dat de doelstelling van het notarisambt zinvol is, dan kunnen we nadenken over de tweede vraag. Is de wijze waarop die doelstelling wordt bereikt, de meest geschikte manier? Zijn er in onze huidige samenleving (digitale) alternatieven om die doelstelling te bereiken. Kan nieuwe technologie, zoals blockchain, niet zorgen voor een ontbetwistbare vaststelling van de rechtshandeling? 

Bonum commune 

Op die vraag tracht deze paper een eerste aanzet tot antwoord te geven. De burger heeft ook recht op (ver)antwoord(ing). Het notarisambt wordt ingezet om verschillende belangrijke stappen in het leven van de burger juridisch te ondersteunen. Het staat daarom met beide voeten in de samenleving. Dit maakt dat verandering inherent is aan het ambt. Het moet steeds aangepast zijn aan de maatschappelijke noden. Onze samenleving is de laatste decennia geëvolueerd naar een digitale samenleving. Elke sector in de economie wordt geconfronteerd met digitalisering en ook onze communicatie verloopt grotendeels digitaal. Indien de doestelling op een andere, meer digitale wijze kan worden vervuld, moet men nagaan of deze voordeliger blijkt voor de maatschappij. Vooraleer men dit kan doen, moet men uiteraard eerst de alternatieven kennen.

Download scriptie (868.25 KB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2019
Promotor(en)
Buyssens Frank