Het ontstaan en de evolutie van diplomatieke huisvesting in Brussel tijdens de negentiende en vroege twintigste eeuw

Mathilde
Brogniet

"Geographers assume that the location of things is important to the understanding and explanation of phenomena."

Desbetreffend citaat is de openingszin van het artikel Cold War Geopolitics: Embassy Locations van Amerikaanse professor geografie Ingolf Vogeler, waarin de locaties van ambassades wereldwijd tijdens de Koude Oorlog worden onderzocht. In het artikel wordt de reeds gekende term geopolitiek voor het eerst geïntroduceerd in het onderzoek naar diplomatieke architectuur. Geopolitiek omvat de wetenschap over de invloed van aardrijkskundige factoren op politieke vraagstukken. Wanneer vervolgens in bovenstaand citaat het woord things door diplomatieke huisvesting wordt vervangen, wordt een nieuwe stelling gegenereerd die meteen vele nieuwe vragen oproept.

Diplomatie, op de snijlijn van vele disciplines

Deze vragen bevinden zich op het kruispunt van verschillende disciplines waaronder geopolitiek, historische stadsgeografie, diplomatieke geschiedenis en architectuurgeschiedenis. Binnen dit geografisch onderzoek naar diplomatieke vertegenwoordigingen, waarbij het perspectief verschuift naar een stedelijke schaal, zou nog veelzeggender onderzoek kunnen gevoerd worden. Zeker voor wat betreft minder politiek tot de verbeelding sprekende hoofdsteden. Het onderzoek naar de representatie van diplomatieke architectuur voor kleine staten zoals België is in het algemeen vrij recent en staat slechts in haar kinderschoenen. Toch is het boeiend om deze fenomenen van naderbij te bekijken en de architecturale representatie van landen wereldwijd in Brussel te begrijpen. Een permanente locatie die voorzien wordt door de zendende staat is een vrij recent gegeven, losstaand van het feit dat diplomatie en ambassadeurs, die zich in een gastland vestigen, reeds een eeuwenlange traditie is.

Doordat deze praktijk pas doorheen de twintigste eeuw veelvoudig toegepast werd, blijft de diplomatieke huisvesting in de negentiende en vroege twintigste eeuw onderbelicht. Daarnaast gaat ook meer aandacht uit naar grootmachten. Dit valt echter te betreuren aangezien dit de indruk wekt dat kleinere staten niet investeerden in diplomatiek vastgoed. Daarbij kan niet zomaar beschouwd worden dat grootmachten in de 21ste eeuw reeds grootmachten waren in de negentiende en vroege twintigste eeuw. Brussel wordt kort na de Tweede Wereldoorlog uitgeroepen tot Europese hoofdstad en speelt daarbij een belangrijke rol op het wereldtoneel. Toch wordt geen aandacht geschonken aan Brussel als diplomatieke hoofdstad in de negentiende eeuw ondanks het één van de hoofdsteden is die de meeste ambassades telt wereldwijd vandaag de dag.

Hieruit kunnen verschillende noden worden vastgesteld. Allereerst de nood om het lopende onderzoek naar diplomatieke architectuur te verruimen naar de negentiende en vroege twintigste eeuw om zo beter de oorsprong van diplomatieke huisvesting te begrijpen. Daarnaast het perspectief weerleggen naar kleinere en of nieuwe staten die hun weg zoeken binnen de diplomatieke relaties en hierbij oog te hebben voor andere vormen van huisvesting, namelijk het verblijven in hotels, aankoop/huur van panden, het pendelen tussen andere grootsteden en Brussel, ... Eveneens het beschouwen van legaties en consulaten naast ambassades als een te onderzoeken onderdeel. Tot slot de nood beantwoorden om het diplomatiek patrimonium in één en dezelfde stad te analyseren, de geschiedenis van Brussel als diplomatieke hoofdstad wetenschappelijk te onderzoeken en zodoende de claims over ‘de Leopoldswijk als diplomatieke wijk’ in een historisch perspectief te plaatsen en te onderbouwen.

Mapping als tool om de veranderingen doorheen de tijd in kaart te brengen

Vermits deze masterproef hoofdzakelijk handelt over de diplomatieke vestiging in Brussel tussen 1830 en 1939, speelt de mapping een primaire rol als tool om deze te kunnen analyseren en te kunnen illusteren. Per sprongen van ongeveer vijf jaar wordt kaartmateriaal via QGIS geproduceerd waarbij de teruggevonden politieke vestigingen van datzelfde jaartal worden geprojecteerd op de kaart van Brussel. Hierdoor kan de evolutie van de onderzochte periode worden waargenomen en de veranderingen worden geanalyseerd. (op de afbeeldingen jaartallen 1845 - 1890 - 1935)

Diplomatieke huisvesting Brussel 1845;1890;1935 - Cartografie: Mathilde Brogniet

Bij het analyseren van de geproduceerde kaarten samen met de stedenbouwkundige geschiedenis van Brussel kan worden besloten dat de diplomaten de aristocratische beweging volgen voor wat betreft hun huisvesting. De nieuwe wijken waarin diplomaten zich gaan vestigen zijn in het algemeen voorzien voor de hogere burgerij. Dit is een logisch gegeven aangezien een groot gedeelte van de diplomaten toentertijd afkomstig was van de aristocratie. De vestigingen van de diplomatieke posten heeft bijgevolg veel te maken met de verschuivingen van Brusselse wijken waarin de diplomatieke gebouwen gelegen zijn. Wanneer bijvoorbeeld gekeken wordt naar de Koningswijk of de ringlaan, kan worden vastgesteld dat deze wijken op een bepaald moment een nieuwe functie krijgen of verlaten worden door de hogere burgerij. De statige, grote herenhuizen die bijgevolg leeg komen te staan worden ingepalmd door diplomaten, aangezien weinig andere functies kunnen worden toegeëigend aan deze panden.

Ook in de Leopoldswijk kan dit stramien worden doorgetrokken. De aanleg van de Louizawijk en de annexatie van de Leopoldswijk betekent dat het voordeel van de Leopoldswijk vervalt en de aristocratie bijgevolg deze wijk opnieuw langzaamaan zal verlaten. Opnieuw zal deze wijk opgevuld worden met andere functies, waaronder ambassades, legaties en consulaten. In een bepaald opzicht kan zelfs gesproken worden van redding tot sloop aangezien in deze eerste onderzochte periode, voor de Tweede Wereldoorlog, het bouwen van diplomatieke vestigingen nog zeer zeldzaam was en dus eerder geopteerd werd om statige panden in te vullen.

Aanzet tot verder onderzoek

Naast het terugvinden van stedenbouwkundige relevante informatie over de diplomatieke vestigingen voor de mapping, werd ook interessante informatie teruggevonden over specifieke cases in het kader van diplomatieke architectuur te Brussel, dat teruggevonden kan worden in de appendix van deze masterproef in de vorm van infofiches (in het voorbeeld de infofiche van de Verenigde Staten). QGIS biedt de mogelijkheid om de omgekeerde oefening uit te voeren en kaarten te produceren van elk specifiek land dat wordt aangehaald in deze masterproef, met daarop de evolutie doorheen de tijd van zijn of haar adressen. Door te focussen op een specifieke staat kan anderzijds ook het verschil in gebruik van gebouwen duidelijk worden.

Appendix, Verenigde Staten - Cartografie: Mathilde Brogniet

Uiteraard is de situatie van elke staat verschillend. In het onderzoek werd de notie huur-aankoop-bouw overgelaten tot verder onderzoek. In de appendix wordt zoals reeds verteld alvast een eerste aanzet gegeven met de verzamelde info per desbetreffende staat. Verder zou het eveneens uitermate nuttig zijn de daaropvolgende periode te onderzoeken om te bekijken hoe de diplomatieke huisvesting zich verder ontwikkeld tot en met het heden.

 

Download scriptie (83.86 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2021
Promotor(en)
Anne-Françoise Morel & Fredie Floré
Thema('s)