Doorbreek de stilte. Hoe langdurig zieke kinderen bij hun klas kunnen blijven horen.

Sandra
Van Eesbeek

Doorbreek de stilte

 

Kinderen die langdurig ziek zijn. Voor velen is dit thema de ‘ver-van-mijn-bedshow’. Iedereen vindt het wel erg, maar niemand staat er verder bij stil. Tot iemand uit de nabije omgeving getroffen wordt. Even lijkt de wereld stil te staan. Overleven krijgt hier vervolgens voorrang op leven. Maar wanneer kinderen een langere periode ziek zijn, durft het spreekwoord ‘Uit het oog, uit het hart’ wel al eens gelden.

 

Elk jaar blijven kinderen een langere periode van school weg omwille van een ziekte of een ongeval. Ondanks het feit dat deze kinderen al heel wat leed en pijn moeten verwerken, durven ze wel al eens vergeten te worden.

Langdurige ziektes zijn geen ziektes die genezen zijn van vandaag op morgen. Ook als het zieke kind een tijdje niet meer naar school gaat, is het belangrijk contact te houden.

Op deze manier kan het kind ontsnappen aan de dagelijkse sleur, even kan het zijn zorgen vergeten. Bovendien heeft hij ook het gevoel dat hij er nog bij hoort als hij op de hoogte wordt gehouden van de laatste nieuwtjes in de klas. Het zieke kind durft vaak niets van zich te laten horen omdat hij bang is ‘anders’ bestempeld te worden, en dit is wel het laatste wat hij wil.

 

Als leerkracht kan je heel wat doen om contact te behouden; zolang je dit maar behoudt.

Vroeger was dit vrij moeilijk omwille van de beperkte mogelijkheden, maar dankzij de huidige ICT-voorzieningen en –mogelijkheden kan de barrière haast verdwijnen. Toch is nog niet iedereen overtuigd van de mogelijkheden van ICT of is het praktisch gezien niet haalbaar. Voor hen is er een alternatief!

In het basisonderwijs bestaat daarom reeds een speeldoos van Simon & Odil. Dit is een doos waarin een kalender, kleurplaten, … zitten waarmee de leerlingen kunnen werken in de klas. Op deze manier blijven de leerlingen denken aan het zieke kind.

In het middelbaar onderwijs bestond er echter tot op vandaag nog niets.

 

Hier wilde ik iets aan doen. Mijn bedoeling was een koffer te maken die pedagogisch en didactisch gezien interessant is, zodat leerkrachten uit het secundair hier gebruik kunnen van maken om de band tussen het zieke kind en de kinderen uit de klas te versterken.

De koffer moet enerzijds dienen voor de psychologische verwerking van de ziekte, anderzijds moet het er ook mee voor zorgen dat het contact tussen het zieke kind en de klasgroep niet verwatert.

Er zitten verschillende onderdelen in waarmee de begeleider meteen aan de slag kan gaan.

Allereerst is er een handleiding die bij elk onderdeel van de koffer meer uitleg geeft.

Er zit eveneens een bundel met lessuggesties in waarin zowel groepsactiviteiten als knutselmomenten beschreven zijn. Deze suggesties moeten de begeleider helpen om contact te behouden met de zieke leerling en om gemakkelijker over gevoelens te praten met de klasgroep.

Daarnaast zitten er ook twee folders in, één voor de begeleider en één voor de klasgenoten. De eerste folder geeft de begeleider meer informatie over een langdurig ziek kind in de klas. Bovendien zegt het ook iets over de relatie tussen de begeleider en de ouders. De folder voor de leerlingen biedt een aantal suggesties om contact te behouden met de zieke leerling.

Er is ook een dagboek terug te vinden in de koffer, dat dienst doet als communicatiemiddel tussen de zieke leerling en de klasgenoten.

Vervolgens is er ook een kortverhaal. Dit verhaal is een goede introductie voor een klasgesprek waarbij er kan gepeild worden naar de gevoelens van de leerlingen.

De poster met gedicht, die ook in de koffer zit, moet de leerlingen bewust maken van de ziekte van het kind en de hoop die ze moeten koesteren.

Als er over de zieke leerling gepraat wordt, is het ook de bedoeling dat er iets concreets bij te pas komt zodat de klasgenoten voelen dat het kind aanwezig is, daarom zit er een knuffel in deze koffer.

 

Niet elke leerkracht wil echter tijd vrijmaken voor de beleefkoffer of voelt zich emotioneel sterk genoeg voor het begeleiden van een klasgroep. Daarom is het afhankelijk van school tot school wie hiermee aan de slag gaat. Dit kan zowel de klastitularis, de zorgcoördinator als de directeur zijn. In ieder geval moet het iemand zijn die een goede band heeft met de leerlingen.

 

Geen rozen zonder doornen, want dat de emotionele verwerking van langdurig zieke kinderen over rozen loopt is wel het allerlaatste wat gezegd kan worden.

Kortom, er moet samen gestreden worden, want samen sta je sterker!

Universiteit of Hogeschool
Odisee
Thesis jaar
2007