Draagmoederschap: een pleidooi voor een wettelijk kader in België

Lobke
Naudts

Voor sommige wensouders is draagmoederschap, ondanks de huidige voortplantingstechnieken, de enige manier om een kind te krijgen dat genetisch aan hen gelinkt is. In België is draagmoederschap niet wettelijk geregeld, maar wordt het wel toegepast. Wie er zich nu aan waagt, wordt gedurende het hele traject geconfronteerd met een enorme onzekerheid, die niet enkel de wensouders en de draagmoeder treft, maar vaak ook aanzienlijke gevolgen heeft voor het kind. De nood aan wetgeving is hoog.

De huidige mogelijkheden

België telt vier fertiliteitscentra die aanvragen voor draagmoederschap behandelen: het CHR de la Citadelle in Luik, het UMC Sint-Pieter in Brussel en de Universitaire Ziekenhuizen van Gent en Brussel. Het gaat hier dan wel om niet-commercieel, hoogtechnologisch draagmoederschap. Bij niet-commercieel draagmoederschap is het motief in tegenstelling tot bij commercieel draagmoederschap geen winstbejag, maar doen draagmoeders dit op basis van altruïstische motieven. Met hoogtechnologisch draagmoederschap wordt bedoeld dat de draagmoeder niet de genetische moeder van het kind is. De wensmoeder (of bij homoseksuele koppels een eiceldonor) brengt een eicel aan die via in-vitrofertilisatie bevrucht wordt met een zaadcel.

Deze fertiliteitscentra hebben hun eigen toepassingsvereisten, die voortdurend evolueren. Wensouders kunnen enkel omwille van een medische indicatie beroep doen op een draagmoeder. De inclusiecriteria zijn streng en er gaat een uitgebreide screening vooraf aan de goedkeuring. Er wordt sterk ingezet op psychologische begeleiding en het geven van juridisch advies. In elk centrum gaat er ook een bepaalde tijd over voordat het centrum een definitieve beslissing neemt, wat maakt dat al veel kandidaten wegvallen. Door deze werkwijze heeft na een hoogtechnologisch draagmoederschapstraject in België nog nooit een draagmoeder geweigerd haar kind af te staan of een wensouder geweigerd het kind in zijn gezin op te nemen.

Het gebrek aan een juridisch kader heeft echter als gevolg dat er in de praktijk nog grote verschillen bestaan tussen wie een traject kan aanvatten. Belgische fertiliteitscentra begeleiden nog geen alleenstaande mannen. Wensvader Sybe Vandemeulebroucke uit Kuurne bracht dit vorig jaar nog uitvoerig in de media, maar dit heeft nog niet voor verandering gezorgd. Voor homoseksuele koppels werd daarentegen wel een belangrijke mijlpaal bereikt in 2011. Sindsdien kunnen zij terecht in het UZ Gent om beroep te doen op een draagmoeder.

Een juridisch vacuüm

Als gevolg van het ontbreken van wetgeving, is zowel de praktijk van draagmoederschap, als de bemiddeling daarin niet verboden. Het gaat hier dan wel over niet-commercieel draagmoederschap. Hoewel er ook voor commercieel draagmoederschap geen expliciet wettelijk verbod bestaat en het bijgevolg geen afzonderlijk misdrijf is, kan dit in theorie wel aanleiding geven tot andere strafrechterlijke misdrijven, zoals onterende behandeling van het kind, schriftvervalsing of het verkrijgen van een onwettige adoptie.

Een tweede gevolg is dat een draagmoederschapsovereenkomst juridisch niet-bindend is, wat tot problemen kan leiden bij geschillen. De draagmoeder kan weigeren het kind af te staan en de wensouders kunnen weigeren het kind op te nemen in hun gezin, waardoor het traject met een enorme rechtsonzekerheid gepaard gaat en enkel berust op het vertrouwen tussen de betrokkenen.

Een derde belangrijk punt is dat het juridische ouderschap niet automatisch wordt overgedragen van de draagmoeder naar de wensouders. Volgens het principe "Mater semper certa est" is de draagmoeder, de vrouw die van het kind bevallen is, steeds de juridische moeder, waardoor de wensmoeder altijd een adoptieprocedure moet doorlopen om juridische ouder te worden. Voor homoseksuele koppels kan dit nog complexer zijn, aangezien normaliter maar één van de wensvaders het kind kan erkennen, en dit slechts in bepaalde gevallen, terwijl de andere vader sowieso een adoptieprocedure moet volgen. Endocrinoloog Guy ’t Sjoen en zijn partner hebben hierin recent wel voor een kantelpunt gezorgd. Beiden zijn officieel ingeschreven als de juridische vaders van hun zoontje, dat via draagmoederschap in Los Angeles ter wereld kwam. Volgens het internationaal privaatrecht heeft een ambtenaar van de burgerlijke stand de bevoegdheid om een buitenlands vonnis over te nemen, zelfs als dit ingaat tegen de Belgische afstammingsregels. In dit geval is de Amerikaanse rechterlijke uitspraak, die bepaalt dat deze twee mannen de juridische ouders zijn, erkend door de ambtenaar van de burgerlijke stand. Na een draagmoederschapsprocedure in België is dit echter nog niet mogelijk: het begrip “meemoederschap” bestaat al, maar een “meevader” kent de Belgische wetgeving nog niet.

Grensoverschrijdend draagmoederschap als de oplossing?

Wensouders trekken soms naar het buitenland om hun kinderwens elders te vervullen. Het vereist vaak een lange, ingewikkelde procedure alvorens de wensouders hun kind naar België kunnen brengen en het hier ook kunnen erkennen. Belgische wensouders trekken vooral naar de Verenigde Staten, waar in sommige staten het commercieel draagmoederschap legaal is en er zelfs bemiddelingsorganisaties bestaan die wensouders en draagmoeders met elkaar in contact brengen. Zo streek de organisatie Men having babies al herhaaldelijk neer in Brussel met een beurs waarop Europese homoseksuele koppels zich kunnen laten informeren over commercieel draagmoederschap in de Verenigde Staten. De komst van deze organisatie lokt door het commerciële karakter telkens reacties uit. Commercieel draagmoederschap wordt door alle Belgische politieke partijen als negatief beoordeeld, aangezien bij deze praktijken de belangen van zowel het kind als de ouders ondergeschikt worden gemaakt aan financiële winst. Een kanttekening hierbij is dat zowel alleenstaanden, als koppels grensoverschrijdend draagmoederschap vaak net verkiezen omdat draagmoederschap nog niet wettelijk geregeld is in België. Potentiële draagmoeders zijn bovendien terughoudend vanwege juridische onduidelijkheid, wat resulteert in een schrijnend tekort aan draagmoeders in België. Kunnen wensouders het dan kwalijk worden genomen dat ze overwegen om naar het buitenland te gaan voor commercieel draagmoederschap?

Tijd voor verandering?!

De noodzaak aan Belgische wetgeving rond draagmoederschap kan niet langer genegeerd worden. Het is door de veelzijdigheid van de praktijk van draagmoederschap en de ethische vraagstukken die met die praktijk gepaard gaan, dat interne meningsverschillen bij onze politici het tot stand komen van wetgeving verhinderen. Draagmoederschap kan echter niet meer uit deze maatschappij worden weggedacht en moet dus in al zijn vormen gereguleerd worden. Daarenboven moet aangepaste wetgeving met betrekking tot afstamming, die de wensouders meteen de juridische ouders maakt, worden voorzien. Het Belgische politieke landschap weet wat het te doen staat.

Download scriptie (4.65 MB)
Universiteit of Hogeschool
Arteveldehogeschool Gent
Thesis jaar
2023
Promotor(en)
Tania Van den Hove, Isabelle Stuyver