Drukkledij onder de loep

An
Ostijn

Drukkledij onder de loep


Vele mensen krijgen intens te maken met brandwonden. Ofwel kennen zij iemand uit hun omgeving ofwel lopen zij zelf brandwonden op. Zich verbranden, is een erg ingrijpende gebeurtenis met een enorme impact op het leven van het slachtoffer. Het slachtoffer is immers voor de rest van zijn leven door zijn brandwonden gebrandmerkt!

 

De weg naar genezing is voor de patiënt vaak lang en moeizaam. Het revalidatieproces omvat vaak het dragen van ‘drukkledij’. Drukkledij is een nauwzittende, goed aansluitende, op maat gemaakte, elastische kledij die voldoet aan de anatomie v/h brandwondenslachtoffer. Het ene doel van druktherapie is een overproductie van littekenweefsel te voorkomen. Het andere doel is een verdere ontwikkeling van het litteken remmen door het uitoefenen van druk. Met als gevolg dat het litteken eerder tot rust komt, de felle kleur van de huid verbleekt en het litteken vlakker wordt. Druktherapie wordt ook gebruikt om oedeem te beperken of te bestrijden.

Compressiekledij is enerzijds geïndiceerd voor brandwonden die langer dan drie weken nodig hebben om spontaan te genezen en anderzijds voor transplantatiegebieden. Een goed resultaat kan na een half jaar bereikt zijn, maar het kan ook veel langer duren. Het is aan te raden om de drukkleding drieëntwintig tot vierentwintig uur per dag te dragen. Het dragen van een drukpak loopt niet altijd van een leien dakje.

 

Het gevoerde onderzoek heeft als doel meer duidelijkheid te scheppen over de gevolgen van drukkledij op het dagdagelijkse leven van een volwassen patiënt. Door negatieve ervaringen met drukkledij en door psychosociale problemen kan de patiënt zijn therapietrouw onderbreken. De patiëntgebonden ervaringen, gelinkt aan het dragen van drukkledij, maken het opsporen van problemen inzake drukkledij mogelijk. In de toekomst kunnen de verpleegkundigen met deze problemen rekening houden, waardoor de nabehandeling wordt geoptimaliseerd en de therapietrouw toeneemt. Als de verpleegkundige op de hoogte is van de mogelijke problemen die zich kunnen voordoen, bestaat er een grote kans op het voorkomen ervan. Het zoveel mogelijk beperken van de negatieve psychosociale gevolgen na een brandwondentrauma is cruciaal voor een kwaliteitsvol leven. Ook de fysische gevolgen van het dragen van drukkledij kunnen de kwaliteit van het leven beïnvloeden.

 

Voor dit onderzoek kreeg de 23-jarige casuspatiënt een fictieve naam, namelijk Jan. Jan werd het slachtoffer van een ongeval. Als bromfietsbestuurder, helmdrager, botste hij tegen de hoek van een personenwagen die wilde indraaien. De benzinetank van de brommer scheurde met onmiddellijke explosie en ontstaan van steekvlammen met brandwonden tot gevolg. Jan had tweede- en derdegraadsbrandwonden ter hoogte van de onderbuik, de beide dijen en de liezen. Na ontslag uit het brandwondencentrum werd er afgesproken dat Jan continu een drukpak, dat loopt van de tepelregio tot en met beide dijen, moet dragen. De 23-jarige casuspatiënt draagt tweeëntwintig uur per dag zijn drukpak, dit is boven het gemiddelde van twintig uur per dag. De meesten dragen de drukkleding in een tijdspanne van zeven tot negen maanden, Jan draagt deze nu al bijna een jaar. Jan scoorde de behandeling met drukkledij 80%, hieruit kan worden besloten dat hij toch wel erg tevreden is over de drukkledij. ‘s Nachts wordt er onder het drukpak een rechthoekige silicone-patch gedragen, supra-umbilicaal (boven de navel), de patch helpt het litteken soepel te maken en te verbleken. Niet de druk, maar het contact van de silicone heeft invloed op de littekenvorming.

 

Vooral in het begin heeft het brandwondenslachtoffer hulp nodig bij het aantrekken van het drukpak. De casuspatiënt vindt dat het pak de zelfverzorging bevordert, terwijl dat het merendeel vindt dat deze de zelfverzorging juist beperkt. Voornamelijk de lange draagduur wordt als onplezierig ervaren. In de loop van de tijd is het dragen van de compressieve kledij voor de patiënt makkelijker geworden. De drukkledij zit strak, maar dit wordt meestal niet als vervelend ervaren. Over het begrip ‘jeuk’ en over het wel of niet transpireren bestaan er redelijk wat controversen. Het feit dat Jan minder jeuk ervaart, zou eventueel te wijten zijn aan de lange draagduur van het drukpak per dag. Want het blijkt dat de huid meer gaat irriteren, trekken en jeuken als de drukkleding niet wordt gedragen. De meeste patiënten worden door het drukpak beperkt op het vlak van seksualiteit / intimiteit.

Velen worden in hun mobiliteit bevorderd, bij de casuspatiënt heeft de compressieve kledij daarop geen invloed. Het drukpak wordt voor het merendeel als beperkend ervaren tijdens de opleiding en de sport-, hobby- en beroepsbeoefening. Vooral het dragen van handschoenen wordt als belemmerend ervaren bij het uitvoeren van het huishouden en het werk. Daar de casuspatiënt geen handschoenen draagt, kon niet worden onderzocht welke rol de handschoenen spelen inzake de therapietrouw. Voor Jan heeft het drukpak geen invloed op de huishoudelijke taken. Vermoedelijk komt dit doordat hij geen handschoenen draagt of doordat hij als man minder huishoudelijke taken uitvoert. Het onderhoud van de drukkledij ervaart de gemiddelde patiënt niet als te belastend.

Jan vindt dat de kledij een pijnvermindering met zich meebrengt en de huid steun geeft en beschermt. Tevens vindt Jan dat het drukpak striemen in zijn huid veroorzaakt. Vermoedelijk is dit omdat Jan zijn drukkledij maar twee uur per dag uitlaat en dat zijn huid dan onregelmatiger wordt. Hoe langer hij de kledij uit zou laten, hoe minder striemen er zouden zijn. Maar dit is dan weer nadelig voor de behandeling van de littekens. Ofwel worden de striemen veroorzaakt door de naden in zijn drukpak. Globaal gezien is de gemiddelde patiënt zeer tevreden over het effect van de drukkledij op zijn littekens. Een belangrijk aandachtspunt in verband met de productie van drukkledij is dat de casuspatiënt minder tevreden is over het feit dat zijn drukpak uit één geheel bestaat.

Als de patiënt terug in het gezinsleven terechtkomt, wordt hij geconfronteerd met zijn beperkingen. De omgeving heeft door zijn reacties op het uiterlijk van het slachtoffer een niet te onderschatten invloed op het lichaamsbeeld. Het merendeel van de patiënten schaamt zich niet voor zijn compressiekleding. Ze vinden het prettig dat de littekens dan niet zichtbaar zijn. Een groot deel van de patiënten wordt in zijn sociale contacten beperkt, de kleding heeft bij Jan geen invloed.

 

 

Nadat de brandwondenpatiënten de positieve en negatieve ervaringen tegen elkaar afwegen, zijn ze zeer tevreden over de behandeling met drukkleding.

Voldoende voorlichting en een goede opvolging van de patiënt dragen bij tot een toename van de motivatie en dus ook tot een goede therapietrouw.

 

 

Bron

Ostijn, A., ‘Drukkledij onder de loep: een beschrijvend onderzoek bij brandwondenpatiënten, naar de gevolgen van het dragen van drukkledij‘, Katho, academiejaar 2006-2007.

 

Download scriptie (2.15 MB)
Universiteit of Hogeschool
VIVES Hogeschool
Thesis jaar
2006