Dubbelbloedjes aan het woord!

Nikita
Exsteyl

Je kent er wel, ‘moulatjes’, ‘euraziaten’, ‘halfbloedjes’ of ‘dubbelbloedjes’. Misschien ben je er zelf één of wil je net helemaal niet zo genoemd worden? Diversiteit en meer bepaald multi-etniciteit is een feit, ook in Vlaanderen, welke naam we er ook (niet) aan geven.

“Love knows no borders and has no nationality” -Reza Farivar

Liefde steekt, naast figuurlijk, ook letterlijk de grenzen over. Zo trouwde in het jaar 2000 12% van de Belgen met iemand van een andere nationaliteit. Tien jaar later steeg dit naar één op de zes huwelijken die gemengd was en dit aantal blijft stijgen. Dit kan ook niet anders, gezien onze huidige diverse samenleving zich kenmerkt met een geschiedenis van gastarbeiderspolitiek, migratie en kolonisatie. Als gevolg zien we dat “dubbelbloedjes”, “halfbloedjes” of ook wel “multi-etnische kinderen” genoemd, hieruit voortvloeien en hierbij een unieke identiteitsontwikkeling ervaren. Naast de samenleving, heeft meer specifiek het onderwijs hier ook een niet te onderschatten invloed op. Toch zien we in de Vlaamse literatuur en statistiek dat deze individuen en hun, soms unieke, (onderwijs)ervaringen onzichtbaar zijn, laat staan mee in rekening gebracht worden in het onderwijs of breder gezien, in onze huidige maatschappij. Binnen een context van diversiteit, belicht de (gemengde) etnische origine van iemand, echter slechts een klein deeltje van het grote debat. Waar op zich geen probleem mee is, maar wel wanneer de betekenisvolle, soms unieke ervaringen van multi-etnische individuen worden vergeten. Van hieruit vertrekt mijn thesis.

 

Hoe ging je te werk?

Om de (onderwijs)ervaringen in kaart te brengen werden allereerst jongvolwassenen retrospectief (terugkijkend) bevraagd. Jongvolwassenen, omdat zij deze unieke identiteitsontwikkeling van meerdere achtergronden te hebben volgens onderzoek net achter de rug hebben. Daarnaast houdt dit onderzoek er een exploratief (ontdekkend) en narratief (verhalend) karakter erop na.

 

Concreet ging ik te werk aan de hand van zes verschillende kwalitatieve methodes:

 

1.     Semi-gestructureerd interview (structuur: in een bepaalde volgorde, semi: flexibiliteit om door te vragen);

2.     BNIM-interview (‘Biographic Narrative Interpretive Method’);

3.     Photovoice (mensen die hun leefwereld in beeld brengen door middel van fotografie)

4.     Vloganalyse (vlogs over ‘dubbelbloed’ zijn, werden bekeken en getranscribeerd)

5.     Bloganalyse (blogs over ‘dubbelbloed’ zijn, werden bekeken en gescreenshot)

6.     Auto-etnografische studie (waarin ikzelf mijn ervaringen heb neergeschreven)

 

met in totaal 16 multi-etnische participanten werden de resultaten beschreven aan de hand van een thematische analyse.

 

En met welk resultaat?

 

De gevonden resultaten werden opgedeeld in 3 onderdelen met volgende thema’s (zie afbeelding):

Figuur 1. Overzicht onderdelen resultaten

Door het beperkt aantal woorden, worden slechts enkele thema’s besproken:

Als eerste vinden we binnen het onderdeel ‘multi-etnisch zijn’  in het thema ‘horen’ enkele ervaringen terug die typerend zijn voor multi-etniciteit. Zo zien we de verschillende termen terug die multi-etnische jongvolwassenen moeten aanhoren zoals ‘halfbloed’, ‘dubbelbloed’ en worden ze geconfronteerd met verschillende vragen zoals: “Vanwaar ben jij nu eigenlijk?” die vaak gepaard met ongeloof in de vraag: “Is dat echt je moeder/vader?”. Deze laatste vraag wordt vaak gesteld aangezien een multi-etnisch individu qua uiterlijk vaak moeilijker te plaatsen is dan een mono-etnisch individu. Dit was vooral het geval bij jongvolwassen die een mix zijn van een vaak westerse etniciteit gecombineerd met een niet-westerse etniciteit. Deze bevinding stemt overeen met de literatuur waarin onwetendheid vaak resulteert in bovenstaande vragen. Ook zien we ten slotte, dat multi-etnische jongvolwassenen, zoals ook mono-etnische individuen, stereotypen moeten aanhoren als “Aziaten zijn goed in studeren”.

Als tweede zien we binnen het onderdeel ‘specifieke belevenissen uit het onderwijs’, in het thema ‘leerling’ ook ervaringen, ditmaal onderwijservaringen, die typerend zijn aan multi-etniciteit.  We zien opmerkingen omtrent het uiterlijk terug. Multi-etnische jongvolwassenen zijn een mix op vlak van uiterlijk, waarmee zowel positieve als negatieve opmerkingen mee gepaard gaan. Dit komt overeen met wat in de literatuur beschreven staat, waarin multi-etnische personen een even groot risico hebben op racistische opmerkingen als mono-etnische individuen.

Bij het thema ‘de leerkracht en het lesgeven’ zien we ook het gebruik van multi-etnische beelden in schoolboeken. Hierbij is er, volgens onderzoek, een uitdrukkelijke nood om multi-etnische jongeren zichtbaar te maken in het curriculum. Zeker nadat in de literatuur werd benadrukt dat multi-etnische individuen zich moeilijk kunnen identificeren met de geringe rolmodellen die er ter beschikking zijn in werkboeken. In de resultaten merkte de meerderheid van de participanten amper het gebruik van bv. Gemengde gezinnen op in schoolboeken in zijn/haar schoolcarrière. Deze bevinding stemt overeen met de literatuur die aantoont dat multi-etniciteit amper terug te vinden valt binnen onderwijskundige boeken. De overgrote meerderheid van de participanten vindt hiervan dat de representatie in onderwijskundige boeken net een meerwaarde zou zijn voor de ontwikkeling van een multi-etnische identiteit.

Als laatste zien we bij het derde onderdeel ‘verhalen uit de samenleving’, ook bij het enige thema ‘dualiteit’, verschillende ervaringen terug die typerend zijn aan multi-etniciteit. We zien een dualiteit optreden bij de multi-etnische jongvolwassene, die zich net een outsider voelt binnen twee culturen of net het gevoel heeft dat die goed kan blenden binnen deze culturen. Ook in de literatuur komt dit terug, waarin ze zich ofwel marginaal voelen binnen twee culturen net niet. Ook zien we de dualiteit van de achternaam die als een belemmering of net als hefboom tot bepaalde kansen kan worden aanzien.

Besluit

Concluderend kunnen we stellen dat alle bovenstaande beschreven (onderwijs)ervaringen, ervaringen zijn die zowel uniek zijn aan multi-etniciteit, als ervaringen zijn die ook bij mono-etnische individuen kunnen voorkomen.

 

Met deze masterproef werd getracht het woord te geven aan jongvolwassenen en hun ervaringen met betrekking tot hun multi-etnische achtergrond, aangezien net zij vaak worden samengenomen met mono-etnische jongeren en hun unieke ervaringen dus niet worden erkend. Aan de hand van zes verschillende methodes probeerde deze thesis een zo volledig mogelijk beeld te geven, waarbij ‘dubbelbloedjes’, waaronder ikzelf, het woord hadden.

 

“Ik vind halfbloed... dat klopt niet, want ik ben niet half één, half ander, ik ben 100% één 100% ander.” – Participant 3, Nederlands-Guinee-Bissaus

 

 

 

Download scriptie (2.54 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2020
Promotor(en)
Prof. Dr. Kris Rutten