Hoogbegaafdheid in het hoger onderwijs: “Alsof ik in de dieperik werd gesmeten, ik verdronk.”

Maj
Van Hee

Een belevingsonderzoek naar de ervaring en ondersteuningsnoden van hoogbegaafde studenten in het hoger onderwijs.

image-20231001124323-1

“Een ondersteuningsbeleid?” “Voor hoogbegaafde studenten?” “Hebben die dat dan nodig?” 

“40 procent van alle studenten loopt in België vertraging  op in het hoger onderwijs. Bij hoogbegaafde studenten is dit tegen alle verwachtingen niet anders en dat is opvallend.”

Hoogbegaafdheid, het blijft een label dat veel aan de verbeelding over laat: “Ware Einsteins”. Hoogbegaafdheid, “giftedness” in het Engels, is niet altijd het “cadeau” dat in de naam verscholen zit. Hoogbegaafde studenten hebben het vaak even moeilijk, soms zelfs moeilijker dan andere studenten om hun weg te vinden in het hoger onderwijs.

Door hun hoge intellect hebben hoogbegaafde studenten bepaalde vaardigheden nooit moeten leren. Dit gaat bijvoorbeeld om studievaardigheden of timemanagement. Ze hadden dit immers nooit nodig. Daardoor lopen hoogbegaafde studenten die in het hoger onderwijs starten tegen de spreekwoordelijke lamp en voor velen is dit vaak de allereerste keer dat ze deze ervaring hebben. Perfectionisme, faalangst, motivatieproblemen en eenzaamheid spelen hen daarnaast ook parten.  Sommigen leren hieruit en zetten door, anderen haken af. Een groot verlies voor de maatschappij en rampzalig voor het individu.

Daarom is het belangrijk dat we gaan nadenken over een ondersteuningsbeleid voor hoogbegaafde studenten, óók in het hoger onderwijs. Hoogbegaafdheid en vooral de ondersteuning van hoogbegaafde studenten is in het hoger onderwijs werkelijk onderbelicht, zowel in onderzoek als in praktijk. Vlaamse universiteiten hebben zo goed als geen ondersteuningsbeleid voor hoogbegaafde studenten. 

Een belevingsonderzoek bij hoogbegaafde studenten 

Aan de hand van twaalf diepte-interviews bij hoogbegaafde studenten brachten we hun beleving in het hoger onderwijs in kaart. We luisterden naar succesverhalen en tegenvallers in hun studieloopbaan en stelden ons de volgende vraag: Wat kunnen we leren vanuit hun perspectief in functie van een ondersteuningsbeleid in het hoger onderwijs?

Het bijzonder statuut: de oplossing? 

Studenten met een ondersteuningsnood kunnen een bijzonder statuut aanvragen, waardoor ze beroep kunnen doen op onderwijs- en examenfaciliteiten. Studenten met bijvoorbeeld de diagnose ADHD of ASS kunnen dit statuut aanvragen, dit valt onder een functiebeperking. Maar, hoogbegaafdheid is geen functiebeperking of handicap, “integendeel” zouden sommigen zeggen. Toch hebben deze studenten wel degelijk ondersteuningsnoden. De noden van hoogbegaafde studenten zijn niet altijd heel anders dan de noden van studenten met ASS of ADHD. Bovendien is een dubbeldiagnose met hoogbegaafdheid geen uitzondering. We merken echter op dat een bijzonder statuut ook aangevraagd kan worden voor werkstudenten, studenten met speciale omstandigheden, studenten die aan topsport doen … Het is interessant dat de vergelijking tussen sporttalent en intellectueel talent in de literatuur al vaak gebruikt werd. 

Dus, klaar: “Het bijzonder statuut voor hoogbegaafde studenten.”?

De ervaring en ondersteuningsnoden van hoogbegaafde studenten zijn complexer dan een reeks maatregelen en vraagt oog voor de complexe interactie tussen student, label, omgeving en maatschappij. 

“Ik vertel niet aan mensen dat ik hoogbegaafd ben.”

We botsen op een eerste probleem: voor het aanvragen van een bijzonder statuut moet het label, hoogbegaafdheid “disclosed”, onthuld worden. Een proces dat sowieso niet simpel is, het is confronterend en kwetsbaar. De goegemeente zou kunnen redeneren dat mensen met een label als “hoogbegaafd”, “gifted” dit probleem van disclosure niet hebben.

 “Het is iets om trots op te zijn.” 

Niets is minder waar: de twaalf deelnemers van het onderzoek gaven aan dat zij hun label weinig tot helemaal niet disclosen en al zéker niet om tot ondersteuning te komen. Waarom is dat? 

“Té dom zijn kan, maar té slim zijn niet. Slim is alleen een positief adjectief.” 

Hoogbegaafdheid blijkt een label te zijn dat in tegenstelling tot andere labels met heel wat verwachtingen komt. In plaats van hulp en ondersteuning, ervaren studenten net onbegrip, druk en verwachtingen. Individuen met hoogbegaafdheid leerden bovendien dat ze beter niet te luid  roepen dat ze slim zijn. 

“Dan vinden ze je arrogant, nog een stempel die je niet wil krijgen.”

Hoogbegaafde studenten hebben verder het gevoel nergens terecht te kunnen, ze hebben geen platform of aanspreekpunt. Dit is waar het invoeren van een bijzonder statuut zowel een structurele als culturele verandering kan teweegbrengen. Een meer neutrale en geïnformeerde houding naar hoogbegaafdheid is een cruciale randvoorwaarde. 

Een bijzonder statuut mag echter geen beding zijn tot het krijgen van ondersteuning. Een brede basiszorg in het hoger onderwijs is essentieel.  

Het modeltraject is meer de uitzondering dan de regel. 

Hoogbegaafde studenten starten in het hoger onderwijs op 18-jarige leeftijd, soms jonger. De verwachting dat ze hun studietraject meteen zelf in handen nemen is een ongelooflijk hoge en onrealistische verwachting waar veel studenten niet aan kunnen beantwoorden. Ze hebben extra tijd nodig om de zaken te leren die ze voordien nooit hebben moeten leren. Soms gaat het over maturiteit en levenservaring. Deze extra tijd, die niet alleen hoogbegaafde studenten nodig hebben, moet genormaliseerd in plaats van afgestraft worden. Het zogenaamde modeltraject is meer een uitzondering dan een regel. Individueel maatwerk is de boodschap. 

“Hogeschool het kleine broertje van de universiteit?” 

Studiekeuze en vooral het daaraan gekoppelde waardeoordeel tussen hogeschool en universiteit, is iets waar alle studenten mee worstelen. Voor hoogbegaafde studenten, die altijd al de impliciete en geïnternaliseerde academische druk en verwachtingen voelen, wordt dit waardeoordeel alleen maar versterkt. Dit vraagt voor alle studenten een zeer grondige en geïnformeerde studiekeuzebegeleiding die verder kijkt dan alleen de intelligentie van een student, maar ook naar de draagkracht, de interesses, de talenten, het functioneren en vooral de (onderwijs)noden. Succesverhalen van schakelprogramma’s, waarbij eerst een opleiding aan de hogeschool wordt afgerond om daarna een masteropleiding aan te vatten, worden door de deelnemers bevestigd en bieden mooie kansen voor hoogbegaafde studenten. 

De kanarie in de mijn?

De uitdagingen waarmee hoogbegaafde studenten worden geconfronteerd, vertonen overeenkomsten met die van studenten met verschillende achtergronden, zoals studenten met een migratieachtergrond of een functiebeperking, speciale omstandigheden. De rol van eenzaamheid en peersupport is groot en veelzijdig. Nadenken over een ondersteuningsbeleid voor hoogbegaafde studenten biedt ons een waardevolle kans om na te denken over hoger onderwijs dat toegankelijk is voor een bredere diversiteit aan studenten.

 

Download scriptie (841.57 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2023
Promotor(en)
Prof. dr. Elisabeth De Schauwer
Thema('s)