Paniek en polarisatie in tijden van cholera

Marie
Bruyndonckx

De coronapandemie ligt nog vers in het geheugen. Maart 2020 betekende de start van een gevecht tegen een virus dat meer dan een jaar zou aanslepen. De strijd ging gepaard met een resem van al dan niet tegengestelde ideeën, praktijken en gevoelens. Hoe zat het nu zo een 150 jaar geleden? Hoe beleefden mensen toen een epidemie, meer bepaald de cholera? In deze studie lag de focus op de emoties, de opvattingen en de dagelijkse praktijken van de Antwerpse bevolking in het jaar 1866.

De belevingen van Antwerpenaren tijdens de cholera-epidemie van 1866 waren erg divers. Emoties verschilden niet alleen tussen diverse sociale groepen, maar ook binnen die groepen. Mensen uitten hun emoties bovendien op uiteenlopende manieren. De epidemie ging ook gepaard met velerlei opvattingen; geregeld vonden er debatten plaats over de ziekte. Wetenschappers tastten immers nog in het duister over wat de oorzaak van de epidemie was. Pas in de jaren 1870 zou Robert Koch de bacterie ontdekken die cholera veroorzaakt.

Angst en schuld

Cholera is een infectieziekte van de dunne darm, die België in de negentiende eeuw zes keer trof. In 1866 vielen de meeste slachtoffers, in België stierven er toen 43.400 mensen aan deze ziekte. In Antwerpen overleefden 3.000 personen de cholera toen niet, de overige 2.000 besmette personen genazen. De symptomen waren shockerend voor de bevolking: bijna altijd ging de ziekte gepaard met diarree, veelvuldig braken, een huid met een blauwe schijn en hoge koorts. Dat zorgde ervoor dat er heel wat gevoelens bij de epidemie kwamen kijken. Sommige mensen waren bang en isoleerden zich thuis, andere hadden lak aan alle maatregelen en gingen feesten op momenten dat het verboden was. Klinkt bekend. Verschillende stemmen, waaronder ook die van dokters, beweerden trouwens dat te veel angst ervoor zou zorgen dat mensen ziek werden. Dat had invloed op de communicatie over cholera: diegenen die beweerden dat mensen de ziekte zouden oplopen als gevolg van de paniekerige gevoelens claimden dat de pers, de stad en de artsen er beter niet te veel over zouden communiceren.

Tegelijk ging de epidemie gepaard met gevoelens van afkeer. Onder de “elite” leefde het idee dat cholera een ziekte van de “lagere klassen” was. Ze beschuldigde hen ervan dat ze verantwoordelijk waren voor de snelle verspreiding van de epidemie. Dergelijke “blaming” kwam niet alleen voor tijdens cholera. In de middeleeuwen bijvoorbeeld zagen velen de joden als de schuldigen voor de verspreiding van de pest. Ook tijdens de coronapandemie wezen diverse stemmen met een beschuldigende vinger naar bepaalde groepen, meer bepaald naar personen met een Aziatische afkomst. In 1866 waren diegenen die zo een beschuldigingen uitten vaak voorstanders van het informeren van de “gewone bevolking” over de epidemische toestand. Ze redeneerden dat een goede kennis erover zou leiden tot het volgen van de opgelegde maatregelen. In feite wilden ze de ziekte in toom houden en tegelijk een verdere “degeneratie” van de samenleving tegenhouden. Met dat laatste bedoelden ze de “achteruitgang” van de maatschappij. Volgens hen droegen recente ontwikkelingen zoals de industrialisering en de vraag naar meer democratisering immers bij tot allerlei problemen zoals alcoholisme en geslachtsziekten.

Geloof versus wetenschap

Hoe beleefden artsen de epidemie? Zij waren net zoals de rest van de bevolking geen groep waarin iedereen dezelfde gedachten en gevoelens deelde. Ze voerden verschillende debatten over de oorzaak, het verloop en de behandeling van de ziekte. Sommigen maakten bovendien gebruik van de situatie en beweerden dat zowel de overheid als de bevolking niet genoeg waardering uitdrukten voor hun bewezen diensten. Via pamfletten en petities vroegen ze dan om meer erkenning en extra middelen, zoals een hoger loon of de bouw van nieuwe ziekenhuizen. Mede dankzij die pleidooien konden ze hun positie in de maatschappij versterken. Zo heeft cholera in zekere zin bijgedragen aan de toenemende macht en invloed van artsen in de samenleving.

Ook de Katholieke Kerk speelde een belangrijke rol tijdens de epidemie. In 1866 beschouwden velen cholera als een ziekte met goddelijke oorsprong. Volgens hen was het een straf van God voor de zonden die mensen hadden begaan. Geestelijken riepen dan ook op om boete te doen. Dat konden gelovigen doen door deel te nemen aan de processies of bidsamenkomsten, specifiek georganiseerd voor cholera. Bidden tot pestheiligen was bijvoorbeeld een populaire strategie. Ondanks het feit dat er discussie was over de oorsprong van de ziekte (natuurlijk of goddelijk?), stonden geloof en wetenschap toch niet rechtlijnig tegenover elkaar. Zo werkten dokters geregeld samen met clerici en de stad Antwerpen om burgers op de hoogte te brengen van de toestand in de stad.

Choleramoeheid?

Er kwam weleens weerstand tegen de choleramaatregelen die de overheid en de artsen samen hadden uitgevaardigd. In verschillende krantenartikels klonk kritiek. Volgens sommigen gingen de maatregelen te ver, maar er waren er ook die vonden dat ze niet ver genoeg gingen. Klachten gingen met andere woorden over verschillende zaken. Sommigen stelden de hygiënemaatregelen aan de kaak, omdat die te laks zouden zijn geweest, anderen bekritiseerden dan weer het feit dat dansfeesten tijdelijk verboden werden om het aantal zieken te beperken. Er kwam ook commentaar uit andere hoek. Zo beweerden sommigen dat de ziekte werd ingezet als een politiek hulpmiddel. Verschillende voorbeelden uit mijn onderzoek hebben inderdaad aangetoond dat politici een cholerabeleid voerden dat aansloot bij de wensen van hun kiezerspotentieel.

We zijn nu precies 157 jaar en enkele pandemieën en epidemieën verder. Alhoewel er meer dan anderhalve eeuw tussen de cholera-epidemie en de coronapandemie zat, vielen de parallellen tussen beide gebeurtenissen toch op. Het kan dan ook interessant zijn om op basis van historische inzichten te anticiperen op bepaalde reacties die gepaard gaan met een epidemie. Toch is het belangrijk om te onthouden dat geschiedenis toevallig verloopt: de geschiedenis herhaalt zich nooit op een volledig dezelfde manier.

Download scriptie (1022.64 KB)
Genomineerde shortlist Scriptieprijs
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2023
Promotor(en)
prof. dr. Kaat Wils