Wandelen met de Demer: een experimentele reis door Hasselt

Oguzhan
Aydin

“Als ik wandel, wandel ik mijn lust, mijn dood, mijn gekte. Ik heb het sportieve, nuttige, protocollaire, artistieke wandelen gekend, maar dat is voorbij; nu loop ik alleen nog steeds opnieuw dezelfde weg zonder te weten waarom: ik ben het tegendeel van mijn moeder: ik weet niets.” (Cuyvers, L’Autre, 2020, p. 17)

Deze scriptie neemt je mee op een wandeling langs de Demer in Hasselt. De geheime oorden, onzichtbare habitat en de poëzie van het landschap worden met de wandeling naar boven gebracht. Deze psychogeografische ervaring wordt met voorbeelden uit het kunst- en architectuurwereld gelinkt aan mijn afstudeerproject waarin de ervaring van het landschap, zonder deze met een top-down strategie te wijzigen, centraal staat.

Een lijn in de geschiedenis van Hasselt

In een aantal Limburgse volksverhalen komt de Demer voor als een leidraad waaraan bepaalde mysterieuze gebeurtenissen mee verbonden zijn. Verhalen over watergeesten, vuurgeesten en andere demonen voegen een occulte laag toe aan een wandeling langs de Demer. Naast deze verhalen die mond tot mond werden overgebracht is er ook heel wat geschreven en cartografische informatie beschikbaar waarin het verhaal van de Demer doorheen de jaren geregistreerd is. Van het rechttrekken van meanders tot het betonneren van sommige secties kan alles worden waargenomen aan de hand van deze data. Door de situatie in het verleden te observeren en deze te vergelijken met het heden kan er een patroon worden vastgesteld die zich in de toekomst ook blijkt voort te zetten. De gevolgen van de ontwikkelingen langs de Demer vormen een dreiging voor diens ruimte.

De psychologie van een territorium

Om een meer diepzinnige notie te verkrijgen van de context werd een experimentele methode toegepast die aansluit bij dat van de Situationisten en andere voorbeelden uit de literatuur.  Psychogeografie, de studie van de effecten van een plaats, heeft sinds de 18de eeuw met schrijvers zoals William Blake en Daniel Dafoe tot heden met Iain Sinclair en Peter Ackroyd een belangrijke positie ingehouden in Britse literatuur. Naast het occulte werd de politiek radicale aard van psychogeografie meteen helder. Ook in Parijs kwam psychogeografie aan bod met Charles Baudelaire en Walter Benjamin waarbij onder andere figuren zoals de flaneur een plaats in boeken kreeg. In 1958 werd de eerste psychogeografische analyse (van Les Halles) van de Situationisten gepubliceerd wat later als inspiratie heeft gediend voor dit onderzoek.

De Demer als psychogeografisch leidraad

De kennis uit de literatuurstudie werd op een organische manier toegepast door middel van een dérive. Deze bestond uit een serie protocollaire wandelingen langs de Demer met als doel een dieper begrip te verkrijgen van de omgeving en deze over te brengen. De wandelingen werden geregistreerd aan de hand van foto’s en tekst. Het primaire protocol was het volgen van de Demer, hiermee werd er een speelveld afgebakend zonder duidelijke grenzen vast te leggen waardoor de route ter plekke geïmproviseerd kon worden aan de hand van de omgeving. Daarnaast kon door dit protocol de relatie tussen mens en natuur (wandelaar en de Demer) beter waargenomen worden. Bijkomende protocollen waren het registreren van graffiti en het fotograferen van de Demer om de vijftien stappen.

foto van verlaten ruimte onder een oude spoorbrug in Hasselt

Psychogeografie en architectuur: enkele voorbeelden

Om de stap te kunnen zetten naar een concreet architecturaal project werden twee (Vlaamse) architecten/ruimtelijke denkers als inspiratie gekozen. Allereerst werd Wim Cuyvers (1958-) in de thesis als psychogeograaf geïntroduceerd met voorbeelden uit zijn literatuur. Met een aantal projecten zoals Gebouwtje zonder fundering op slechte grond (2018) en Interventie op begraafplaats (2008) wordt de vormgeving van concrete architecturale projecten binnen de ontwerpfilosofie van een psychogeograaf duidelijker. Met het oeuvre van Luc Deleu (1944-) werden de radicale aspecten van het ontwerpen en tijdelijkheid helder getoond. Zijn publieke interventies tonen het serieus karakter van Deleu zonder het speelse uit het oog te verliezen.

VOLG DE DEMER!

Het laatste luik van de thesis beschrijft het eindproject waarin de verschillende aspecten van psychogeografie binnen een ontwerppraktijk samenkomen in de vorm van een materiële synthese. De kennis die opgemaakt werd door middel van de dérive werd opgevat als een eindproduct en werd in de vorm van een kaart gematerialiseerd. De ruimtelijke vertaling ervan werd geïnterpreteerd als vier tijdelijke installaties langs de Demer die de gebruikers kunnen ontdekken mits ze de Demer volgen. Ze duiden elk een specifiek aspect aan van de locatie en spelen in op de relatie tussen mens en natuur. De gebruikte materialen en bouwtechnieken zijn bepaald in functie van de tijdelijkheid, wat toevallig ook zorgt voor een beeldtaal die zich perfect integreert in de omgeving. Het speels karakter van de psychogeografen, samen met de tijdelijkheid van het project, werden in de representatie ook getoond door middel van handgemaakte schetsen, kleurrijke beelden en poëtische teksten.

schets van één van de interventies

Deze thesis is een pleidooi voor het wandelen, het flaneren, het spelend (her)ontdekken van je omgeving, waar het landschap (nog) geen totale transformatie is ondergaan in functie van productiviteit. De ervaring van een landschap moet niet gedicteerd worden door een masterplan. Een zoveelste belevenisroute is niet nodig voor een authentieke ervaring.

Download scriptie (158.6 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Hasselt
Thesis jaar
2023
Promotor(en)
Kris Pint
Thema('s)