Opgroeien in een vluchtelingengezin: “Ik ben de ouder van mijn ouders”

Emily
Debaes

Als puber opgroeien in een vluchtelingengezin is niet gemakkelijk. Jongeren nemen verschillende taken en verantwoordelijkheden op. In februari 2020 sprak ik met zestien jongeren met een vluchtgeschiedenis over hoe ze dat ervaren: “Taekwondo is een medicijn voor mij, maar nu heb ik er geen tijd meer voor.”

Vlucht vol stress

Vooraleer gezinnen op de vlucht aankomen in het gastland, krijgen ze heel wat stress te verwerken. In hun thuisland leefden veel vluchtelingen in armoede, vaak waren ze er ook getuige of slachtoffer van geweld. Voor hun vlucht moeten ze afscheid nemen van familie, tijdens de vlucht botsen ze op mensensmokkelaars, levensbedreigende omstandigheden of mensonwaardige praktijken zoals detentie in transitlanden.

 

‘Deze adolescenten moeten meer hooi op de vork nemen dan veel leeftijdsgenoten.’

 

Eens die vlucht achter de rug is, blijven er onzekerheden en zorgen. Vooral adolescente kinderen hebben het moeilijk. Na alles wat ouders hebben moeten achterlaten, hebben ze nu hoge verwachtingen voor de toekomst. De kinderen moeten niet alleen goed presteren op school, maar ook veel verantwoordelijkheid dragen binnen het gezin.

Mee naar de bank

Omdat kinderen het Nederlands vaak sneller onder de knie hebben dan hun ouders, zijn ze een cruciale schakel tussen het gezin en de samenleving. Om vlot te kunnen communiceren, vergezellen jongeren hun ouders naar de bank, school, ziekenhuis en mutualiteit. Ze vertellen hun ouders wat er in brieven staat en maken afspraken met allerlei diensten.

Doorheen dat vertaalwerk, moeten deze jongeren hun ouders ook uitleggen hoe onze westerse samenleving functioneert. Kinderen tonen ouders hoe je de bus neemt, in de supermarkt het varkensvlees herkent of bij de bakker digitaal betaalt.

Al die vertaal-, communicatie en bemiddelingsopdrachten vragen veel tijd en energie van jongeren.

Niet culturaliseren

Deze adolescenten moeten meer hooi op de vork nemen dan veel leeftijdsgenoten. Toch mogen we die extra taken en verantwoordelijkheden niet enkel toeschrijven aan het feit dat het vluchtelingenfamilies zijn met een eigen cultuur en geschiedenis. Een voorbeeld: het bieden van steun aan broers of zussen is een universeel gegeven in elke gezinsdynamiek. Als ouders na de schooluren afwezig zijn, zullen veel oudere broers of zussen inspringen als oppas, bij de huiswerkbegeleiding of het bereiden van de maaltijd.

Voor iedereen anders

Moeten we de moeilijke situatie van adolescenten in vluchtelingengezinnen problematiseren? Toch niet: elke jongere ervaart de combinatie van taken en verantwoordelijkheden anders.

Sommigen namen de rol al in het thuisland op. Ze vinden het een kleine moeite of genieten ervan. Anderen ervaren het als een zware last, zoals dit meisje: “Toen we hier arriveerden, was ik vijftien jaar en moest ik alles doen voor mijn broer en zus. In het begin was dat heel moeilijk.”

Welzijn onder druk

Dat gebrek aan emotionele steun is iets dat terugkomt. Vaak verloopt emotionele steun in vluchtelingengezinnen in één richting: ouders leggen hun vragen en zorgen voor aan de kinderen. Maar die hebben vervolgens zelf geen plek om de eigen twijfels en emoties te uiten omwille van een beperkt sociaal netwerk, vooral vlak na aankomst in België. Velen hebben het gevoel dat ze niet bij hun ouders terechtkunnen, omdat ze deze niet willen opzadelen met nog meer zorgen. Die situatie zet het psychisch welzijn van deze groep jongeren onder druk.

 

‘Jongeren ervaren stress, boosheid of fysieke klachten.’

 

Voor de meeste jongeren is het moeilijk om dag en nacht paraat te staan voor het gezin. Door de vele verantwoordelijkheden ervaren ze stress, boosheid of fysieke klachten zoals buikpijn en hoofdpijn.

Een jongere vertelt: “Stress was er altijd. Als ik iets verkeerd deed bij de verzekering of bij de bank, dan was dat een groot probleem. Ik liep enorm vermoeid rond en wou niet meer opstaan. Ik was de ouder van mijn ouders.

Minder ruimte voor eigen keuzes

En nog een extra risico: doordat jongeren hun ouders vaak vergezellen naar allerhande diensten, missen ze soms school. Ze zien ook de ruimte voor vrije tijd kleiner worden. “Vroeger was ik een voetbalspeler, maar nu moet ik voor mijn mama zorgen en heb ik daar geen tijd meer voor.”

Toch is de loyaliteit van deze jongeren zeer groot. “Ik haat auto’s en wil liever met de motor leren rijden. Maar daarmee kan ik mijn ouders niet vervoeren. Zij zijn mijn familie en ik wil niet egoïstisch zijn. Daarom probeer ik nu mijn autorijbewijs te behalen.”

Dankbaarheid en vertrouwen

Voor die inzet en opofferingen, krijgen ze heel wat dankbaarheid, respect en inspraak terug. Ouders geven hun kinderen expliciet complimenten en tonen dat ze blij zijn met alle hulp die ze krijgen.

 

‘Tegenover die grote verantwoordelijkheden, staat het vertrouwen dat jongeren van hun ouders krijgen.’

 

En tegenover die grote verantwoordelijkheden, staat het vertrouwen dat jongeren van hun ouders krijgen. Belangrijke documenten worden het best correct vertaald. Ouders geloven dat hun kinderen de vaardigheden hebben om dat succesvol te doen. Dat geeft sommige van deze jonge mensen vleugels. Ook bij belangrijke beslissingen wordt de mening van de jongere gevraagd.

Veel leerkansen

Doorheen hun puberjaren leren jongeren ook veel bij. Hoe open je een bankrekening? Hoe sluit je je aan bij een mutualiteit? Veel zestienjarigen zullen het antwoord schuldig blijven, maar niet zo bij deze jongeren.

Ook hun kennis van het Nederlands en de communicatievaardigheden gaan er pijlsnel op vooruit omdat ze zo veel vertaalopdrachten krijgen. Dat helpt bij het zelfstandig uitbouwen van hun leven.

Politiserend werken

Wie of wat kan deze jongeren ondersteunen bij het opnemen van deze opdrachten? Vanzelfsprekend zouden ze geholpen zijn met meer tolken, vertalers, buddy’s of vrijwilligers die deze gezinnen flankeren.

Toch moeten we ook breder kijken. Om de ervaren last te beperken, zijn meer structurele maatregelen nodig. Want ondanks de inzet en engagement voor hun gezinnen, geraken ze niet altijd zelfstandig bij de juiste diensten, raken ze verstrikt in oneindige procedures en moeten ze strijden voor een dak boven het hoofd.

Daarmee tonen deze jongeren nogmaals de drempels richting sociale grondrechten en het belang om daarop structureel in te grijpen. Politiserend sociaal werk is ook hier de opdracht.

 

 

Download scriptie (973.82 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2021
Promotor(en)
dr. Floor Verhaeghe