Revolutie in Facebookistan: Een nieuwe vrijheid van meningsuiting voor het internettijdperk

Tom
Van Isacker

De vrijheid van meningsuiting onder vuur

De vrijheid van meningsuiting is de grondslag van onze democratie. Toch is het net deze vrijheid die vandaag onder vuur ligt op ons belangrijkste communicatiemedium, het internet. De verantwoordelijken? De internet intermediairen. Dit zijn alle entiteiten die liggen tussen de internetgebruiker en de content die hij wil bereiken: sociale media, zoekmachines, browsers, ISP’s... Facebook verwijdert dagelijks duizenden berichten; Google heeft de macht websites uit haar zoekresultaten te schrappen; Telenet kan websites blokkeren op haar infrastructuur.

Het recht op vrijheid van meningsuiting moest garanderen dat de overheid de vrije meningsuiting niet overmatig kon inperken. Hiertoe werd het vergrendeld in talloze grondwetten en internationale verdragen. Het recht moest dus functioneren als een rem op de macht van de overheid.    

Schema 1: censuur voor het internet

Vandaag is het echter niet de overheid die de vrije meningsuiting steeds meer aan banden legt, maar wel private partijen, de internet intermediairen. De vraag stelt zich dan ook: Hoe moet het recht op vrije meningsuiting met dit soort private censuur omgaan? Private partijen zijn immers in principe niet gebonden aan de limieten die dit recht oplegt. Hierdoor kan Facebook strenge community standards opleggen die bepalen wat verboden is op het sociale netwerk. Deze regels beperken uitingen veel meer dan de overheid zou mogen: een verbod op pornografie, naakt, hate speech ruim gedefinieerd, pestgedrag, beledigingen... Facebook hoeft eigenlijk zelfs niet zijn eigen regels te volgen, en kan naar believen posts verwijderen (bv. van politici waarmee het oneens is). In het internettijdperk lijkt vrije meningsuiting steeds meer af te hangen van de grillen van sociale media en andere intermediairen...

Schema 2: censuur in het internettijdperk

Op zoek naar een oplossing

Hoe kan het recht op vrije meningsuiting deze onzekerheid online aanpakken en de fundamentele bescherming van spraak in het internettijdperk herstellen? Een simpele oplossing kan erin bestaan dit recht gewoonweg ook toe te passen op de intermediairen. Zij zouden dan in hun censuur gebonden zijn zoals de overheid. Maar dit is een kortzichtige oplossing. “Censuur” is immers niet altijd negatief. Een eufemisme voor censureren is filteren. De intermediairen filteren een gigantische hoeveelheid informatie online, en helpen de internetgebruiker zijn weg te vinden in het internetlabyrint. Wij willen dat onze online ervaring is afgestemd op onze wensen. We zouden Facebook niet gebruiken als we om de haverklap op porno zouden stuiten. We willen dat Telenet malware tegenhoudt op zijn infrastructuur. En Google mag van ons dubieuze websites uit zijn zoekresultaten schrappen.

Met andere woorden: Hoe kan het recht op vrijheid van meningsuiting enerzijds “positieve” censuur toestaan, maar anderzijds de excessen aanpakken? Dit vraagt om een radicale nieuwe interpretatie van dit recht, een “vrijheid van meningsuiting 2.0”. Enerzijds moeten de censuurmogelijkheden van intermediairen bevestigd worden, terwijl anderzijds de internetgebruiker een ruime mogelijkheid moet hebben zich online te uiten en beschermd moet worden tegen oneerlijke praktijken.

Een bescherming van de online “markt voor regels”

De oplossing kan gevonden worden door het fundamentele verschil tussen de overheid en de intermediairen vast te stellen. Elke persoon wordt in een samenleving geworpen en is gedwongen zich te onderwerpen aan de regels van de staat. Radicaal tegengesteld hieraan is de onderwerping aan de macht van de intermediairen: die is vrij. Niemand wordt gedwongen van hun diensten gebruik te maken, en men kan ze altijd weer verlaten.

De oplossing is dan het recht op vrije meningsuiting te interpreteren als een bescherming van deze online “markt voor regels”. De internetgebruiker kan zelf kiezen aan welke regels hij zich online onderwerpt. Als je niet akkoord bent met de strenge regels van Instagram, kan je overschakelen op Reddit. Als Tumblr pornografische content op zijn platform verbiedt, staat het je vrij om dat platform te verlaten. Deze online markt is niet alleen een feit, maar moet bovendien beschermd en versterkt worden onder de vrijheid van meningsuiting 2.0.

Gevolg 1: Transparantie en due process

Deze nieuwe interpretatie leidt tot twee grote gevolgen. Ten eerste moet elke markt, om goed te functioneren, transparant zijn, en moeten de legitieme verwachtingen van alle spelers in de markt beschermd worden. Dit geldt ook voor de online markt voor regels. Om deze markt transparant te maken, moeten intermediairen verplicht worden de spraakregels die zij toepassen te openbaren. Dit gebeurt nu nog veel te weinig, waardoor gebruikers niet weten wat hen eigenlijk te wachten staat. Zo heeft Facebook wel openbare community standards, maar heeft het intern meer gedetailleerde regels om bepaalde posts te verwijderen. Van transparantie is nog minder sprake bij zoekmachines en ISP’s.

Naast transparantie moeten de legitieme verwachtingen van gebruikers beschermd worden. Dit kan door gebruikers processuele rechten te geven wanneer ze geconfronteerd worden met private censuur. Voordat hun content verwijderd wordt, zouden gebruikers een kans moeten hebben zich te verdedigen tegenover de intermediair (en wel op basis van de regels die de intermediair zelf heeft opgesteld en nu transparant zijn). Enkel zo kunnen arbitraire en onrechtvaardige beslissingen van de intermediairen vermeden worden.

Gevolg 2: Vrijheid van meningsuiting als mededingingsrecht

Een tweede gevolg is dat de markt beschermd moet worden tegen anticompetitieve praktijken. Dit is het traditionele gebied van het mededingingsrecht. De internetgebruiker moet voldoende keuze hebben tussen verschillende regels. Deze keuze kan ingeperkt worden door anticompetitieve praktijken van de intermediairen, die dus verboden moeten worden onder de vrijheid van meningsuiting 2.0. Dit kan onder meer gaan om “kartelafspraken” (waar bepaalde spraakregels worden afgesproken tussen intermediairen) en om fusies en overnames (waardoor het aantal alternatieve regels vermindert). Door deze praktijken te verbieden, zal de internetgebruiker een vrije keuze kunnen maken tussen alternatieve regels. De vrees dat intermediairen te veel censureren, wordt zo weggenomen door de intermediairen bloot te stellen aan de mechanismen van de markt.

Een E-Magna-Carta

Vandaag gedragen intermediairen zich als absolute vorsten: ze nemen beslissingen in het duister zonder verantwoording af te leggen. De vrijheid van meningsuiting 2.0 transformeert deze vorsten in constitutionele monarchen door ze te onderwerpen aan transparantieverplichtingen, due process en de mechanismen van de markt. De vrijheid van meningsuiting groeit zo uit tot hét recht van de 21e eeuw; een noodzakelijke Magna Carta voor het internettijdperk. Tijd voor een revolutie in Facebookistan.

Download scriptie (874.24 KB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2019
Promotor(en)
Koen Lemmens