Een ongelijke strijd in de debatten over het Belgische uitwijzingsbeleid

Jef
Poppelmonde

Een ontworteld asielbeleid

Het uitwijzingsbeleid zorgt in België al decennia lang voor verhitte discussies. De opvattingen over welke uitwijzingen acceptabel zijn en welke niet, zijn de voorbije vijftien jaar echter sterk veranderd. De link met de Conventie van Genève is zoek. Vluchtelingen en hun behoeftes verschuiven naar de achtergrond. Belgische belangen halen voor steeds meer actoren de bovenhand. Tot die vaststelling kwam de jonge historicus Jef Poppelmonde in zijn masterthesis over debatten over het Belgische uitwijzingsbeleid in de media en het parlement (KU Leuven, promotor Idesbald Goddeeris).

Toen in 1998 de Nigeriaanse vluchtelinge Semira Adamu om het leven kwam tijdens een gedwongen uitwijzing, ontvlamde in België een zeer fel publiek debat. Daarin pleitten verschillende actoren voor een volledige ontmanteling van het onmenselijke uitwijzingsbeleid. De eerstvolgende jaren bleef de kritiek zeer fundamenteel. Telkens opnieuw verwees zij naar morele en humanitaire overwegingen. De centrale redenering was dat ‘als de mensen er onder lijden, men er mee moet ophouden’. De vluchteling en zijn recht op bescherming stonden centraal in elk debat. Een uitwijzing was onacceptabel als de gevolgen ervan voor de betrokken personen te nefast waren.

De laatste jaren is dat veranderd. Uitwijzingen wekken nog steeds massaal verontwaardigde reacties op, maar de vluchteling is naar de marge verschoven. De Belgische cohesie en economie staan centraal in elk debat. Uitwijzingen worden niet meer veroordeeld omwille van hun onmenselijkheid, maar omwille van hun negatieve gevolgen voor het eigen land. De uitwijzing van de Kameroenese scoutsleider Scott Manyo was onacceptabel, want ‘hoeveel Vlaamser kan je nog worden dan als leider in een jeugdbeweging?’. De jonge Afghaan Navid Sharifi moest kunnen blijven omdat hij lasser was en een knelpuntberoep kon invullen. Dergelijke redeneringen missen de essentie van het asielbeleid, dat mensen beschermt omdat ze daar nood aan hebben, niet omdat ze zo ‘Vlaams’ zijn, zich goed gedragen of een interessant beroep uitoefenen.

Geleidelijk verkreeg het nationale belang dus een centrale plaats in de Belgische asieldebatten. De beheersing van de immigratie wint aan belang ten opzichte van de bescherming van vluchtelingen. Paradoxaal genoeg staat deze evolutie haaks op de aantallen asielzoekers. In 2000 vroegen maar liefst 42.000 mensen asiel aan in België. In 2012 waren dat er nog slechts 21.000. Ondanks deze halvering wordt het discours omtrent asiel alleen maar strenger. In tegenstelling tot vijftien jaar geleden is het uitwijzingsbeleid vandaag immers algemeen aanvaard. Vanuit verschillende hoeken wordt zelfs gepleit voor nog meer uitwijzingen. Dat minder mensen in België bescherming komen zoeken, wordt als een overwinning voorgesteld. Het is steeds meer vanzelfsprekend om het eigenbelang te laten voorgaan op de vluchteling. De poging van de Conventie van Genève om het Westerse individualisme te overstijgen, lijkt de laatste jaren meer en meer tevergeefs.

Download scriptie (836.94 KB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2014
Thema('s)