ETEN MET EEN REIN GEWETEN HOE ONS DIEET HET KLIMAAT BEPAALT

Channa
Cattoir

Kunnen we ons vlees- en zuivelrijk dieet vandaag nog rechtvaardigen? In tijden van klimaatverandering, overbevolking en massa-extinctie dringen ethische vragen zich op.

No Planet B

We hebben in het welvarende Westen de neiging om te geloven dat de mens de natuur en haar grillen volledig beheerst. De wereldwijde corona-epidemie illustreert dat de mens sommige zaken niet (volledig) kan controleren. Net als de coronacrisis vormt de klimaatcrisis een probleem waar de hele wereld ongewild voorstaat. Onze planeet warmt op. Punt. Net als bij de coronacrisis dringt de tijd. We veronderstellen dat de mensheid X jaar geleden niet wist dat COVID-19 voor de deur stond. Maar stel, als gedachte-experiment, dat we het wisten? En stel dat we de mogelijkheid hadden om het risico op een uitbraak significant te doen dalen? Men zal het met ons eens zijn, dat het in dat geval niet ethisch te verantwoorden was geweest om niets te doen…

Meer dan ooit zijn we ons bewust van de grote ecologische uitdagingen waar we vandaag voor staan. Naast een verhoging in de globale temperatuur hebben we ook de vervuiling van land, zee en lucht om ons zorgen over te maken, en een massaal verlies van biodiversiteit. Wie deze zaken als verschillende problemen ziet, heeft het bij het foute eind. Het wordt steeds duidelijker hoe al het natuurlijke leven op aarde met elkaar in verband staat. We leren te begrijpen dat veranderingen in één ecosysteem gevoeld kunnen worden aan de andere kant van de planeet. De manier waarop alle natuurlijke processen onderling verbonden zijn, is zowel wonderbaarlijk als beangstigend. We voelen de nood om iets te doen, om onze wereld te beschermen. Maar waar te beginnen? De complexiteit van het klimaatverhaal kan verlammend werken, en we kunnen helaas niet alles tegelijk.

Als alles verbonden is, waar te beginnen?

De landbouwsector heeft een grote milieu- en klimaatimpact, dat is algemeen bekend. Die impact is in zekere zin ook logisch, met bijna 8 miljard monden om te voeden. Minder bekend is het feit dat het merendeel van deze impact afkomstig is van de productie van één type voedsel: dierlijke producten. Maar liefst 80% van de broeikasuitstoot uit land- en bosbouw, kan worden toegeschreven aan de veeteeltindustrie, en de consumptie van dierlijke producten neemt nog steeds toe. Een steeds groter aandeel van die veeteelt zit geconcentreerd bij een klein aantal industriële reuzen. In gespecialiseerde, hoogtechnologische “dierenfabrieken” wordt vee op een snel tempo klaargestoomd voor de slachting. Daarna wordt het vervoerd naar markten wereldwijd, om uiteindelijk quasi onherkenbaar op ons bord te belanden.

Teelt veevoer

In deze scriptie onderzoeken we de impact van deze industriële veeteeltsector op de planeet, en vragen we ons af of we ons westerse vlees- en zuivelrijke voedingspatroon vandaag nog ethisch kunnen verantwoorden. Is het te rechtvaardigen om op een overbevolkte planeet enorme hoeveelheden water, land en voedsel te laten verspillen door de gulzigste industrie die er is? Kunnen we in tijden van klimaatopwarming met een rein geweten vlees consumeren, wetende dat dit consumptiepatroon onze kinderen – en alle volgende generaties – blootstelt aan ongekende risico’s? We beschouwen de klimaatproblematiek in deze scriptie zowel vanuit een wetenschappelijk als een ethisch perspectief, en we komen tot de vaststelling dat een belangrijk stuk van de klimaatpuzzel “gewoon” op ons bord ligt.

Industriële veeteelt, een wolf in schapenvacht?

Tijdens het productieproces van dierlijke voedingsmiddelen komen verschillende broeikasgassen vrij, die bijdragen aan de opwarming van ons klimaat. De belangrijkste zijn methaan (CH4), distikstofmonoxide (N2O) en koolstofdioxide (CO2). Ze komen voornamelijk vrij bij de productie en verwerking van veevoer, en bij het verteringsproces van herkauwers (denk aan runderen). De uitstoot van de veeteeltsector blijkt zo groot dat het onmogelijk is om de klimaatopwarming onder de 2°C te houden, zonder drastische veranderingen in ons voedingspatroon. Bovendien verbruikt en vervuilt industriële veeteelt enorme hoeveelheden water en land. De sector zou ook een van de belangrijkste oorzaken zijn van ontbossing, en bijdragen aan wat wetenschappers “de zesde massa-extinctie” noemen, een ongezien snel verlies van biodiversiteit op aarde.

Minder vlees, meer voedsel, meer rechtvaardigheid

Een radicale shift in ons voedingspatroon en een inkrimping van de industriële veeteeltsector zijn dus absoluut noodzakelijk als maatregelen in de strijd tegen de klimaatopwarming en voor de planeet. Maar er is meer: Een voedingspatroon met minder dierlijke producten is niet alleen ecologisch noodzakelijk, het is bovendien ook ethisch wenselijk. De huidige klimaatopwarming in combinatie met een steeds grotere bevolking op een beperkt aardoppervlak, maakt dat we het huidige voedingspatroon niet langer ethisch kunnen verdedigen. Industriële veeteelt is namelijk een zeer inefficiënte manier om de wereldbevolking te voeden. We zagen al dat we disproportioneel grote hoeveelheden land, graan en water nodig hebben, om tot een kleine hoeveelheid dierlijk voedsel te komen. Land, graan en water, dat we veel efficiënter kunnen benutten door het rechtstreeks te gebruiken voor mensen. Zo omzeilen we met een plantaardig dieet een hele resem ethisch-maatschappelijke drama’s die gekoppeld zijn aan inefficiënte voedselsystemen, denk aan water- en voedselschaarste, de daarbij horende conflicten en sociale onrechtvaardigheden op lokaal en internationaal niveau, en problemen met dierenwelzijn.

THE MORALITY AND SUSTAINABILITY OF ONE’S DIET ARE INVERSELY RELATED TO THE PROPORTION OF ANIMALS AND ANIMAL PRODUCTS IN ONE’S DIET.

HENNING, 2011

Een ethische stap vooruit

Jij en ik hebben als individu een sterke tool in handen wanneer we in de winkel voedingskeuzes maken. Daarnaast is het de taak van overheden en ondernemers om de noodzakelijke shift in ons voedingspatroon te faciliteren en versnellen. Samen kunnen we de gigantische impact van de veeteeltindustrie verkleinen, en elkaar en volgende generaties met een rein geweten in de ogen kijken.

De mens heeft doorheen haar geschiedenis al verschillende praktijken achterwege gelaten waar we nu fronsend op terugkijken. Vandaag vinden we het normaal dat mensen niet als slaaf verkocht kunnen worden, en dat vrouwen mogen stemmen. Ooit waren die zaken anders. Misschien kijken we in de toekomst hoofdschuddend terug op de bloeiperiode van de industriële veeteelt, zuchtend: “Hoe is het toch mogelijk dat we dat zo lang hebben toegelaten?”

 

 

Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2020
Promotor(en)
Johan Braeckman