Een zorgeloze oude dag?

Britt
Mondelaers
  • Bram
    Fret

(Zie bijlage)

 Een zorgeloze oude dag?



1. Steekproefbeschrijving: wie heeft er deelgenomen aan het onderzoek

Dit onderzoek heeft niet de ambitie om representatief te zijn voor de financiële draagkracht van de ouderen in Vlaanderen en Brussel. De focus lag expliciet bij kwetsbare ouderen, nl ouderen die zorgbehoevend zijn, te kampen hebben met gezondheidsproblemen en/of sociaal-economisch kwetsbaar zijn.

Zo heeft 81,5% van de deelnemers minstens 1 chronische aandoening en is 32,7% van deelnemers de afgelopen 6 maanden opgenomen geweest in het ziekenhuis. Hun uitgavenpatroon ligt dan ook hoger dan de doorsnee-60-plusser, door de extra zorgkosten en hun verzorgingsmateriaal.

Ook op vlak van socio-demografische kenmerken zien we duidelijk dat een kwetsbare groep is bereikt: 48,3% deelnemers waren ouder dan 80 jaar. 11,6% ouderen hebben een migratie-achtergrond. Daarnaast is 50% van de respondenten gescheiden of weduw(naar), de twee kwetsbaarste groepen op vlak van burgerlijke staat.

In Brussel werden meer alleenstaanden en ouderen met een migratie-achtergrond bereikt. De studenten verzamelden iets meer data bij 80-plussers, en DKV bereikte relatief gezien meer mannen.



2. Inkomsten : Grote diversiteit onder ouderen

Bedoeling was om inzicht te geven in het inkomstenpatroon van ouderen met zorgnoden. Inkomsten werden breder opgevat dan louter het pensioen. Ook gingen we bewust alle inkomsten van het hele huishouden meetellen. Bijvoorbeeld ook als er nog kinderen thuis woonden werden hun inkomsten meegenomen. Ook de terugbetalingen van het ziekenfonds werden mee opgenomen als ‘inkomsten’. Immers doktersbezoeken bv. werden volledig opgenomen als ‘volle’ uitgaven.

Het mediaan-inkomen bedroeg 1461,1 euro. De helft van de deelnemende ouderen had minder dan 1461 euro inkomsten (met een minimum van 130 euro; een oudere met enkel een tegemoetkoming van de Vlaamse Zorgverzekering). De helft van de deelnemende ouderen had inkomsten hoger dan 1461 euro (met een maximum van 7900 euro; een huishouden met veel huurinkomsten).



3. Uitgaven: thuis wonen met zorgnoden kost geld

De studie bracht volgende huishoudelijke uitgaven in kaart:

 Woonkosten: huur woning, verblijf in voorziening van één van de gezinsleden, nutsvoorzieningen, …

 Leefkosten: winkelrekening, telefoon, TV, Internet, eigen vervoer, kapper, …

 Vrijetijdskosten: restaurant, café, uitstapjes, activiteiten lokaal dienstencentrum, …

 Medisch materiaal: geneesmiddelen, injectiespuiten, incontinentiemateriaal, …

 Professionele medische hulp: huisarts, thuisverpleging, kinesitherapeut, …

 Professionele (thuis)zorg: gezinszorg, poetshulp, warme maaltijden aan huis, …

 Informele hulp: uitgaven aan mantelzorgers zoals partner, kinderen, kleinkinderen, …

Tabel 2. Overzicht huishoudelijke uitgaven per maand

Algemeen wordt er gesteld dat woonzorgcentra zeer duur zijn voor ouderen. Toch blijkt uit de studie dat thuis blijven wonen wanneer mensen zorgbehoeftig zijn, en dus hun zorg “inkopen”, al snel een dure zaak wordt voor de oudere. De inkomsten van ouderen zijn zeer laag en de uitgaven zijn daarentegen weer (zeer) hoog, wat maakt dat er aan het einde van de maand niet veel overblijft.

4. Zorguitgaven zijn meer dan enkel de medische kosten

De kosten van professionele (thuis)zorg mogen bij een berekening van zorguitgaven zeker niet vergeten worden. Deze nemen immers een grote(re) hap uit het budget van de ouderen in. Zo zijn de welzijnshulpkosten (11%), na de woonkosten (36%) en leefkosten (32%), de grootste uitgavenpost van de oudere. De persoonlijke bijdragen van de oudere kunnen net daar zeer hoog oplopen. Kosten voor professionele (thuis)zorg zijn niet opgenomen in de ziekteverzekering en komen bijgevolg niet terug aan de inkomstenzijde.



Figuur 1. Overzicht van uitgaven per maand.

Daarnaast heeft ook de mantelzorger kosten. Die zijn niet rechtstreeks bevraagd bij de mantelzorger, maar er werd gevraagd aan de oudere een inschatting te geven. De meeste mantelzorgers hebben extra vervoerskosten (mediaan 40 euro per maand), kosten voor het wassen van kledij en beddengoed van de oudere (mediaan 40 euro per maand), schakelen zelf professionele hulp in het huishouden (mediaan 144 euro per maand) of gaan ook minder werken (mediaan 225 euro per maand).



5. Ouderen willen meer uitgeven aan basisgoederen, maar zijn financieel beperkt

Uit de bevraging blijkt dat ouderen graag meer zouden uitgeven, maar hierin beperkt worden door hun financiële situatie. Het gaat dan absoluut niet enkel over ‘luxegoederen’ maar veelal over basisgoederen:

 40% van de respondenten zou graag meer geld besteden aan vrijetijdsactiviteiten zoals het maken van uitstapjes, cafébezoekjes…

 25% van de respondenten wil graag meer geld om informele hulp te vergoeden.

 20% van de respondenten geeft aan dat ze graag meer geld willen uitgeven aan boodschappen.



6. 35% oudere deelnemers komen niet rond op het einde van de maand

35% van de oudere deelnemers hebben aan het eind van de maand een negatief saldo, en komt dus niet rond met zijn inkomsten om zijn uitgaven te betalen. Financiële tegemoetkomingen blijken vaak noodzakelijk als aanvulling op de reguliere inkomsten om te kunnen rondkomen.



7. Risicoprofielen

Vrouwen hebben het doorgaans moeilijker dan mannen om rond te komen: 44,4% van de vrouwen tegenover 30,9% van de mannen heeft een negatief saldo op het einde van de maand. Hoe ouder men wordt, hoe financieel kwetsbaarder, al blijft dit verschil redelijk beperkt. Personen met een andere nationaliteit dan de Belgische hebben het laagste inkomen met 1143,3 euro per maand, maar geven ook het minste uit. Zo komt 33,3% van hen aan het eind van de maand niet toe. Alleenstaande ouderen lopen het grootste risico: 57% heeft maandelijks een tekort aan financiële middelen. Bij gescheiden ouderen en weduwe(naars) komt iets meer dan 30% niet toe. Huishoudens met meer dan twee personen zijn ook zeer kwetsbaar, 50% van hen komt maandelijks niet toe.

Op vlak van huisvesting zien we dat vooral huurders op de privémarkt het financieel moeilijk hebben om betaalbaar thuis te blijven. Maar ook voor eigenaars of huurders die als koppel een sociale woning betrekken is er weinig financiële ademruimte. 44,8% ouderen die huren van een privéeigenaar komen niet rond op het einde van de maand, ten opzichte van 27,9% voor de ouderen die een sociale woning huren. Ouderen die eigenaar zijn, zitten hier tussenin met 35,4%.

Personen die de afgelopen zes maand opgenomen zijn in het ziekenhuis geven meer per maand uit namelijk: 1565,4 euro per maand tegenover 1294,8 euro per maand bij personen die niet opgenomen zijn geweest in het ziekenhuis.

Universiteit of Hogeschool
Vrije Universiteit Brussel
Thesis jaar
2017
Promotor(en)
Liesbeth De Donder