Effect van Polarized Trainen bij Mannen en Vrouwen

Robbert
Tas

Getrainde sporters ervaren meer progressie in hun trainingen door gebruik te maken van polarized trainen, althans dat is de conclusie uit de wetenschappelijke studies waarbij vooral mannelijke sporters werden getest nadat ze getraind werden door middel van polarized trainen. Er zijn minder studies gekend waarbij vrouwen werden getest en waarbij er een vergelijking werd gedaan tussen het effect op mannen en vrouwen.

De oorspronkelijke insteek van deze proef en bijgevolg de vraagstelling in dit onderzoek was het effect nagaan van polarized trainen op zowel mannen als vrouwen. Daarnaast werd ook het effect geanalyseerd op jonge en oudere mensen. Een bijkomend effect kon gemeten worden op getrainde en niet-getrainde mensen door een onverwachte wijziging in de proefpersonen. Het cijfermateriaal dat bekomen werd bij de voor- en nameting van een inspanningstest werden naast elkaar gelegd om van daaruit de hypotheses te beantwoorden.

 

De participanten bestonden uit 2 mannelijke fietsers en 2 vrouwelijke fietsers. Zowel bij de mannelijke als de vrouwelijke deelnemers was er 1 oudere en 1 jongere deelnemer en was er een getrainde en niet-getrainde deelnemer in de respectievelijke groepen. Alle deelnemers werden gekozen uit de onmiddellijke kennissenkring van de onderzoeker en werden gekozen op basis van geslacht en leeftijd. De participanten werden op basis van de voorgaande kenmerken met elkaar gematched.

De data van het vooronderzoek werd verkregen door een lactaatmeting, wattagemeting en hartslagmeting tijdens een inspanningstest. De lactaatmeting in combinatie met de hartslagfrequentie van de voormeting, werd gebruikt om de individuele trainingszones te bepalen van de deelnemers. Vooraf aan de voormeting was er extra aandacht voor de zitposities van de proefpersonen dit om tijdens de testafname en tijdens het trainen mogelijke blessures te voorkomen, zodat de deelnemers de trainingen zo comfortabel mogelijk konden uitvoeren. Na twee maanden met een trainingsfrequentie van ongeveer 4 keer per week polarized trainen, werd er opnieuw een inspanningstest afgenomen waarbij ook nu het lactaat, de hartslag en de wattage werden opgemeten. De testen werden afgenomen door de onderzoeker zelf, onder toezicht van dr. Pascal Scheerlinck.

De resultaten, bij de nameting in vergelijking met de voormeting, toonden aan dat er vooral op vlak van wattageverbetering een zeer grote vooruitgang viel op te tekenen bij de vrouwelijke niet-getrainde deelnemer. De vrouwelijke getrainde deelnemer had dan weer de meeste progressie in zowel trainingszone 1 van polarized trainen als in trainingszone 3. De mannelijke renners hadden weinig progressie in zone 3. De oudere mannelijke deelnemer heeft de specifieke polarized trainingen moeten staken en is overgegaan op duurtrainingen wegens een kwetsuur die ontstaan is buiten het fietsen, dit kan verklaren waarom zone 3 zo weinig progressie had.

Polarized trainen houdt in dat er ongeveer 75% tot 80% van de trainingsduur getraind wordt onder de lactaatdrempel van 2 mmol, zone 1, en 15% tot 20% in zone 3, boven lactaatdrempel van 4 mmol. Zone 2 is de overgangszone en dient zoveel mogelijk vermeden te worden.

Uit dit onderzoek kan er wel geconcludeerd worden dat er zowel effect is bij jonge en oudere vrouwen als bij jongere en oudere mannen. Daarnaast is er ook een effect te zien bij zowel getrainde als niet-getrainde participanten. Algemeen is effect van polarized trainen het meest merkbaar bij de vrouwelijke deelnemers. Echter is er een kanttekening te maken bij het effect op de mannelijke deelnemers. Waarbij 1 participant de specifieke trainingen niet heeft kunnen verder zetten. Deze omwenteling kan creatief gebruikt worden om een vervolgonderzoek uit te voeren naar het verschil in polarized trainen en duurtraining bij jonge en oudere mannen en vrouwen en bij niet-getrainde en getrainde deelnemers. Een voorzichtige hypothese zou dan kunnen stellen dat polarized trainen een ruimer effect heeft, in het bijzonder op zone 3, dan bij duurtrainingen.

Universiteit of Hogeschool
Odisee
Thesis jaar
2017
Promotor(en)
Bart Thijs