Ergotherapie met een focus op de relatie

Jorina
Meulebrouck

Kwaliteit van leven! Hoe wordt dit bereikt bij volwassen personen met een verstandelijke beperking?

Kwaliteit van leven is een steeds belangrijker begrip binnen onze samenleving. Indien er aan personen wordt gevraagd wat voor hen kwaliteit van leven is, zullen zij elk een verschillend antwoord geven. Schalock beschrijft dat kwaliteit van leven bereikt wordt aan de hand van verschillende factoren. De mate waarin iemand zelfstandigheid, sociale participatie en welzijn ervaart, in combinatie met het belang dat een persoon hieraan hecht, bepaalt de kwaliteit van het leven (Schalock, 2010). De vraag blijft bestaan hoe levenskwaliteit bereikt kan worden bij volwassen personen met een beperking.

Minister van welzijn -en gezondheid Jo Vandeurzen stelde de conceptnota Perspectief 2020 op. Hiermee wordt beoogd een hogere levenskwaliteit te bereiken bij volwassen personen met een beperking. Binnen deze conceptnota worden twee doelstellingen vooropgesteld die men wil bereiken tegen 2020 (Vandeurzen, 2010).

‘’In 2020 is er een garantie op zorg voor personen met een handicap met de grootste ondersteuningsnood onder vorm van zorg en assistentie in natura of in contanten’’.

‘’In 2020 genieten geïnformeerde gebruikers van vraaggestuurde zorg en assistentie in een inclusieve samenleving’’.
 

Deze conceptnota werd opgesteld aan de hand van twee theoretische kaders. Kwaliteit van leven die omschreven wordt door Schalock en het burgerschapsmodel van Ad van Gennep. Binnen het burgerschapsmodel staan de begrippen volwaardig burgerschap, keuze en controle, kwaliteit van leven en ondersteuning centraal. Het is de bedoeling dat personen met een beperking evenveel van de mensenrechten kunnen genieten als personen zonder een beperking. Kortom, men wil volwaardig burgerschap bereiken (van Gennep, 2007).

Vervolgens werd op zoek gegaan naar een denkkader binnen de diensten voor volwassen personen met een verstandelijke beperking die eveneens levenskwaliteit centraal stelt. Gentle Teaching is een denkkader dat zich focust op intermenselijke relaties om zo een hogere levenskwaliteit te bereiken. Dit denkkader is gebaseerd op de psychologie van de wederzijdse afhankelijkheid waarin de begrippen companionship, verbondenheid, onvoorwaardelijke waardering en kwaliteit van leven centraal staan (Siepkamp, 2005).

Met companionship wordt bedoeld dat elke persoon nood heeft aan verbondenheid. Een persoon wil zich graag veilig en geborgen voelen bij anderen. De mens wil niet enkel graag liefde geven, maar wil ook graag liefde ontvangen (Siepkamp, 2005).
Uiteindelijk moet er sprake zijn van een wederzijdse relatie die zich ontplooit tot wederzijdse afhankelijkheid. Bij wederzijdse afhankelijkheid hebben twee personen elkaar nodig om verder te kunnen ontwikkelen. Ze zijn gelijkwaardig aan elkaar en het belang van het ene individu gaat niet boven het belang van het andere individu. Hierdoor ontstaat onvoorwaardelijke waardering. Een persoon blijft liefde, genegenheid en verbondenheid verdienen, ongeacht het gedrag dat gesteld wordt (Siepkamp, 2005). De begeleider kijkt niet naar het gedrag van de cliënt maar gaat opzoek naar de onderliggende redenen van het gedrag (Engels, 2012).
Deze praktische uitwerking van de psychologie van de wederzijdse afhankelijkheid wordt waargemaakt aan de hand van dialoog of totale communicatie. Hier gebruiken we niet enkel onze stem maar ook ons gezicht en handen als werktuig om interactie aan te gaan met anderen (De Corte, 2006-2010).

Binnen de opleiding ergotherapie werd aan de hand van een kwantitatief beschrijvend onderzoek onderzocht of Gentle Teaching gekend is binnen het Vlaamse zorglandschap en hoe dit toegepast wordt. Alle dagcentra, tehuis werkenden, tehuis niet-werkenden, kortverblijven en diensten beschermd-, begeleid– en geïntegreerd wonen voor volwassen personen met een verstandelijke beperking kregen een uitnodiging via mail om deel te nemen aan een online vragenlijst.

De vragenlijst werd naar 244 voorzieningen verstuurd. Er hebben 105 voorzieningen deelgenomen. Van alle deelnemers gelooft 98% in het nut van Gentle Teaching.
Slechts vijf deelnemers hebben nog nooit over Gentle Teaching gehoord. Van de overige 100 deelnemers gebruikt 49% Gentle Teaching binnen een welbepaalde afdeling ofwel binnen de gehele voorziening. 57 personen hebben een cursus gevolgd omtrent Gentle Teaching. Van de 43 personen die aangeven geen cursus gevolgd te hebben, zijn 35 personen geïnteresseerd om een cursus te volgen.

Er werd bevraagd hoe de verschillende voorzieningen Gentle Teaching implementeren. Van de 49 deelnemers die Gentle Teaching implementeren, gebruiken 34 deelnemers Gentle Teaching om relaties aan te gaan met hun cliënten. Bij 23 deelnemers is Gentle Teaching verwerkt in de visie van hun voorziening en bij 1 deelnemer wordt Gentle Teaching gebruikt als kritische noot bij een andere visie. Vervolgens blijkt dat slechts vijf deelnemers aangeven Gentle Teaching niet te combineren met andere werkvormen, methodieken of activiteiten zoals basale stimulatie, de visie van Timmers-Huigens, de sociaal-emotionele ontwikkeling van Dösen…

De sterke en de zwakke punten van Gentle Teaching werden ondervraagd. Deze worden geïllustreerd aan de hand van de tabel in bijlage.

 

Vervolgens werd bevraagd aan de deelnemers hoe Gentle Teaching beter geïmplementeerd zou kunnen worden. Hieruit blijkt dat het belangrijk is dat Gentle Teaching door het volledige team gedragen wordt. 30% van de deelnemers zegt dat er nood is aan meer vorming. Bovendien denkt 15% dat Gentle Teaching beter geïmplementeerd kan worden indien er duidelijk overlegd wordt binnen het team over deze visie. In het overleg willen de deelnemers graag aan de slag met concrete casussen en praktijkvoorbeelden. Het implementeren zou makkelijker zijn indien meer middelen beschikbaar zijn zoals geld, tijd en personeelsbezetting. Tenslotte zou het ook makkelijker te implementeren zijn indien Gentle Teaching opgenomen is in hun visie.

Uit het onderzoek kan geconcludeerd worden dat zowat iedereen gelooft in het nut van Gentle Teaching. Gentle Teaching heeft groeikansen en kan nog meer geïmplementeerd worden binnen Vlaamse voorzieningen voor volwassen personen met een verstandelijke beperking. Er zal nood zijn aan een groter draagvlak en duidelijke handvaten.

 

Download scriptie (1.26 MB)
Universiteit of Hogeschool
Arteveldehogeschool Gent
Thesis jaar
2015