Sombere toekomst rashonden - Dalend welzijn door groeiend aantal erfelijke aandoeningen

Aurélie
Palandri

Het welzijn van rashonden daalt door het toenemend aantal erfelijke aandoeningen. Deze toename is voornamelijk te wijten aan zowel de rasstandaarden als aan de fokpraktijken die genetische mutaties bevorderen. Normaliter haalt de natuur slechte genetische mutaties onderuit, maar het fokken zorgt net voor de verspreiding van diverse genetische aandoeningen onder de verschillende rassen.

Niets is leuker dan je hond rond te zien rennen in het park of te zien springen in het water om zijn speeltje te gaan halen. Een gezonde hond die zich goed voelt is iets waar we met z’n allen naar streven en toch loopt het vaak mis. Rashonden vandaag blijken zwakker te zijn dan enkele decennia geleden omdat elk ras steeds gevoeliger wordt voor meer erfelijke aandoeningen. Zo zijn er maar liefst 77 verschillende aandoeningen die een Duitse herder tijdens zijn leven kan ontwikkelen; daarmee belandt hij op de eerste plaats van de meest aangetaste rassen. Deze aandoeningen variëren van huidproblemen tot meer ernstige neurologische problemen met verlamming of constante pijn tot gevolg. Het zijn genetische mutaties die de oorzaak zijn van deze aandoeningen en het gedaalde welzijn. Maar hoe komt het nu precies dat deze mutaties steeds vaker de kop opsteken en dan vooral bij rashonden?

Invloed van rasstandaarden en fokpraktijken

Er bestaan rasstandaarden waarin de ideale eigenschappen voor elk specifiek ras worden beschreven. Enkele voorbeelden zijn de korte snuit bij de Engelse buldog of de licht afhellende rug bij de Duitse herder. Maar deze eigenschappen zijn niet altijd zonder gevaar. Een korte snuit heeft er bij de Engelse buldog voor gezorgd dat deze honden meer ademhalingsmoeilijkheden hebben. En de Duitse herder heeft minder stabiele ruggenwervels waardoor hernia’s of neurologische schade met kans op verlamming vaker voorkomen. Ondanks de vaak gekende negatieve gevolgen op het welzijn, blijft men deze standaarden hanteren. Een hond die het dichtst aanleunt bij zijn rasstandaard blijft men als volmaakt beschouwen en dit blijft het streefdoel van veel fokkers. Om snel resultaat te bereiken doen ze vaak aan inteelt, wat inhoudt dat honden die genetisch zeer sterk met elkaar verwant zijn met elkaar zullen worden gepaard. De gewenste eigenschappen worden op deze manier sneller doorgegeven aan de volgende generatie. De keerzijde van de medaille is echter dat inteelt ervoor zal zorgen dat mutaties van genen sneller zullen plaatsvinden en vaker zullen voorkomen. De combinatie van de standaarden en inteelt heeft ervoor gezorgd dat de erfelijke aandoeningen per ras zijn toegenomen en vaker de kop zullen opsteken.

Impact op het welzijn

Het welzijn van een hond houdt in dat de hond zowel op fysiek als mentaal vlak in orde moet zijn. De beoordeling hiervan gebeurt aan de hand van de vijf fundamentele vrijheden van een dier: Het mag geen dorst of honger lijden, moet zijn normaal gedrag vertonen, mag discomfort noch verwondingen of pijn hebben en het moet tenslotte vrij zijn van stress of angst. Het schenden van één van deze vrijheden leidt tot een daling in diens welzijn. Elke aandoening heeft namelijk zijn eigen gevolgen. Een hernia van een ruggenwervel leidt tot een druk op de zenuwen die door het ruggenmerg lopen. Deze druk zal ontzettend veel pijn veroorzaken bij de hond, waardoor hij of zij niet meer zal willen bewegen, eten of drinken. Deze aandoening ondermijnt zo goed als alle vrijheden en wordt als ernstig beschouwd. Niet alle aandoeningen zullen hetzelfde effect hebben en sommigen zullen slechts één vrijheid ondermijnen. Hoe meer aandoeningen een hond ontwikkelt, hoe slechter voor zijn of haar welzijn.

Adviezen voor een betere toekomst

Om deze honden een mooiere toekomst te verzekeren moet er één en ander worden gedaan. Elk onderzoek suggereert zijn eigen manier van aanpak, maar wat altijd terug komt, is het vermijden van inteelt en een verandering van de rasstandaarden waarin het dierenwelzijn centraal staat. Ook zou het screenen van de dieren op de aanwezige genetische mutaties al kunnen helpen om dieren uit de fok te halen of om er mee te fokken op doordachte wijze. De meeste mutaties kunnen zo uit de populatie worden verwijderd of in toom worden gehouden om zo de dieren gezond te houden en hun welzijn te verbeteren. De huidige sombere toekomst kan op deze manier enigszins opklaren.

Download scriptie (1.78 MB)
Universiteit of Hogeschool
Hogeschool Gent
Thesis jaar
2016
Promotor(en)
Ester Struelens
Thema('s)