In de herinnering van de grootste dierenvriend van België: Jules Rühl (1864-1936)

Lise
Foket

Het alledaagse straatbeeld van België 120 jaar geleden, was niet zo pittoresk als velen zich zouden voorstellen. In plaats van lawaaimakende auto’s en druk verkeer, werden de straten gekenmerkt door uitgeputte trekhonden en -paarden, die zwaarbeladen karren moesten voorttrekken. De behandeling van deze dieren was aan een beperkte reglementering onderworpen, waardoor misbruiken veelvuldig voorkwamen. De behandeling van dieren op het platteland was niet veel beter: daar werden in communes illegale hanengevechten georganiseerd en jachtpartijen gehouden. Ook werden koeien en varkens bloedig geslacht, zonder enige vorm van verdoving en wanneer mensen de dieren mishandelden, kwamen ze er vaak met een kleine waarschuwing vanaf. Voor vele mensen lijkt het voorkomen van dit soort dierenleed misschien onvoorstelbaar, maar het was de bittere realiteit van België rond 1900. Niet iedereen liet dit leed zomaar onberoerd. Zoals de dag van vandaag verenigingen GAIA, Bite Back en Animal Rights bestaan, bestonden er ook rond 1900 al verenigingen van activisten die zich verzetten tegen dierenmishandeling. Ondanks de uiteenlopende meningen over hedendaagse dierenrechtenorganisaties, valt niet te ontkennen dat een minimale dierenbescherming een kernwaarde in onze maatschappij is geworden. Het is de geschiedenis die relaas biedt om de huidige debatten rond dierenbescherming en dierenrechten beter te begrijpen, en ook om belangrijke personen uit het verleden te herinneren. Het is vergeten dat door het onvermoeibare werk van de activisten van honderd jaar geleden, veel dierenleed uit onze maatschappij verdwenen is. In België speelde één activist een uiterst grote rol in de ontplooiing van de Belgische dierenbescherming 100 jaar geleden. Dit was een activist genaamd Jules Rühl, die gedurende zijn leven bekend stond als de ‘apostel van dierenbescherming.’

Jules Rühl, de apostel van de Belgische dierenbeschermingsbeweging

Velen kennen zijn naam de dag van vandaag niet meer, maar Jules Rühl (1864-1936) heeft tijdens zijn leven een grote impact gehad op mensen- en dierenlevens. In de Belgische geschiedenis wordt Jules Rühl herinnerd als de belichamer van de Belgische dierenbeschermingsbeweging: de ‘Michel Vandenbosch’ van ongeveer honderd jaar geleden. Hij stichtte een vereniging, genaamd De Maatschappij tegen de Wreedheid jegens de Dieren in 1897. Rühl’s grootste verwezenlijking was de oprichting van het eerste Belgische dierenasiel in 1908, genaamd Veeweyde. Ruhl financierde de oprichting en het onderhoud hoofdzakelijk met zijn eigen fortuin, en tot op de dag van vandaag wordt het asiel Veeweyde nog steeds draaiende gehouden door gepassioneerde vrijwilligers die zich inzetten voor verlaten en verwaarloosde honden. Naast zwerfhonden en -katten, zette Rühl zich in voor vogels, trekdieren, slachtdieren en zelfs de kleinste insecten. Ook lag hij aan de basis van België’s eerste dierenbeschermingswet, die in 1929 werd geïmplementeerd. 

Slachthuismedewerkers en dierenbeschermers: de natuurlijke vijanden van elkaar?

Een actieterrein dat Jules Rühl nauw aan het hart lag, was de slachthuisproblematiek, en hij streefde dat het gebruik van verdovingsmiddelen en slachtapparaten genormaliseerd zou worden in de slachthuizen. Jules Rühl nam het heft in eigen handen om de slachthuismedewerkers die nieuwe methodes aan te leren, ondanks het feit Rühl zelf een vegetariër was. Dat slachters en dierenbeschermers vrienden van elkaar kunnen zijn lijkt niet enkel tegenstrijdig, maar ook ridicuul. Je hoeft namelijk niet ver te zoeken naar voorbeelden waar dierenrechtenactivisten en vee-handelaars elkaar in de haren vliegen:  in 1998, bijvoorbeeld, werd Michel Vandenbosch op de veemarkt in Anderlecht aangevallen door drie vee-handelaars. Toch toont de geschiedenis dat het ook anders kan: de slachthuismedewerkers van Anderlecht en dierenbeschermingsactivisten kwamen eigenlijk bijzonder goed overeen met elkaar. Vanwege de beperkte sociale wetgeving aan het begin van de negentiende eeuw, was de werksituatie van de slachthuismedewerkers erbarmelijk, en hadden ze lange werkuren waar ze bovendien ook onderbetaald voor werden. De dierenbeschermers zagen het als hun taak om activisme te voeren voor de dieren en de slachters tegelijkertijd: de situatie van beiden was namelijk onrechtvaardig, en die moest verbeteren. De Brusselse slachthuismedewerkers noemden Jules Rühl ‘notre Président,’ en zagen hem als een een leider, een van de enige personen van de bourgeoisie die tot op dat punt respect had getoond voor hun moeizame job. De samenwerking tussen de dierenbeschermers en de slachthuismedewerkers zorgde voor de implementatie van verschillende nieuwe verdovings- en dodingstechnieken in de slachthuizen, wat volgens beiden enkel maar de dieren ten goede kwam.

Een tragische dood en Rühl’s erfenis

Gedurende zijn leven werd Jules Rühl door velen bejubeld, en verkreeg hij vanuit vele kanten van de maatschappij steun. Toch was na zijn dood menig man geëmotioneerd bij het verlies van een activist, die zijn hele leven en fortuin had gegeven voor de bescherming van de meest zwakken in de maatschappij, de dieren. Jules Rühl’s dood was immers tragisch en dit zou zelf gebeuren tijdens zijn activisme. Hij stierf op zondag 30 december 1936, na een aanrijding aan het station van Antwerpen. Ruhl liet al zijn geld en eigendom na aan de dierenbeschermingsverenigingen, en een nieuwe generatie dierenbeschermers trad in zijn voetstappen. De herinnering van Jules Rühl is nog steeds merkbaar in Anderlecht zelf. Zo werd er een standbeeld opgericht dat momenteel staat aan het Astridplein. Ongeveer 1/6 van het volledige bedrag voor de oprichting van dit standbeeld, werd gedoneerd door de medewerkers van het slachthuis van Anderlecht ter ere van hun ‘president’, wat hun steun aan Rühl’s dierenbescherming weerspiegelt. Ook dichtbij het slachthuis is nog steeds de “Jules Ruhlstraat” te vinden. Ironisch misschien volgens sommigen, maar met de geschiedkundige context zien we dat hier duidelijke redenen voor waren. Jules Rühl leert ons dat de dierenbescherming een lange geschiedenis heeft, en onder andere tot stand is gekomen door mensen die honderd jaar geleden tegen de stroming in durfden te gaan. 

 

Download scriptie (3.59 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2020
Promotor(en)
Prof. Christophe Verbruggen en Dr. Violette Pouillard
Thema('s)
Kernwoorden