Excellerend onderwijs of gelijke onderwijskansen: moet de school dan toch niet kiezen?

Jan
Schoukens

In recente onderwijsdebatten wordt veel nadruk gelegd op ‘excellentie’ om het Vlaamse onderwijs in de internationale rankings terug in pole position te krijgen. Door in te zetten op topleerlingen wil men het Vlaamse onderwijsniveau opkrikken. Dat klinkt logisch en op zich is het een mooie betrachting. Vaak wordt deze doelstelling echter gezien in ‘tegenstelling’ met het streven naar gelijke onderwijskansen. Reeds meer dan twee decennia probeert men in Vlaanderen te sleutelen aan die gelijkheid in onderwijskansen, omdat bij ons meer dan elders onderwijsprestaties bepaald worden door sociaaleconomische afkomst en migratiestatus. Steeds meer wordt dit gelijkheidsstreven naar voren geschoven als een hinderende factor op het pad naar excellentie. Het zou zorgen voor ‘neerwaartse nivellering’: de symbolische lat zou hierdoor voor iedereen lager worden gelegd. Klopt dit wel? Moeten scholen in hun kwaliteitsstreven dan kiezen tussen deze twee conflicterende doelstellingen?

 

In deze discussie gebruikt men regelmatig verschillende definities van ‘excelleren’. Men heeft het telkens over het laten schitteren in studieprestaties. Welke leerlingen schitteren, durft te verschillen. Vaak kijkt men uitsluitend naar de absolute topprestaties,  maar dan selecteert men de facto bijna uitsluitend studenten van zeer goede komaf zonder migratieverleden. Excellente scholen worden dan al snel ‘witte colleges’, aso-scholen met een zeer hoge gemiddelde sociaaleconomische status. Deze masterproef neemt daarom voor het begrip ‘excelleren’ de sociaaleconomische achtergrond van de student, de thuistaal en de gevolgde onderwijsvorm mee in rekening. Zo verkrijg je excellerende leerlingen van alle komaf die boven de verwachting presteren. Concreet selecteren we uit de PISA-bevraging van 2015 de Vlaamse scholen die hun leerlingen gemiddeld veel beter laten presteren dan wat je van hun sociaaleconomische achtergrond, thuistaal, onderwijsvorm en dito-schoolkenmerken kan verwachten. We vergelijken hiervoor hun prestaties op deze test met de verwachting die wordt berekend met een formule op basis van een multilevel-regressiemodel met al de voorgenoemde variabelen. Scholen die minstens één standaardafwijking boven gemiddeld presteren, selecteren we als excellerend. Zo weerhouden we de ‘top 15%’.

 

image-20191005231412-1

Het profiel van deze geselecteerde ‘excellerende scholen’ is heel divers. Je vindt in deze selectie scholen uit alle onderwijsvormen en met diverse sociaaleconomische status. Enkele ‘witte colleges’ excelleren omdat hun leerlingen nog hoger scoren dan de al torenhoge verwachtingen.  Maar ook verschillende tso- en bso-scholen, met soms lage gemiddelde sociaaleconomische herkomst van de leerlingen, ‘excelleren’ omdat ze hun leerlingen gemiddeld veel beter later scoren dan wat je van hun parameters mag verwachten.  Deze bijzondere selectie van scholen blinkt uit in kwaliteitsvol onderwijs met globaal betere resultaten en beduidend meer ‘excellerende leerlingen’, leerlingen die individueel ver boven de verwachting presteren.

Deze scholen blijken bovendien niet minder te scoren op vlak van gelijkheid van onderwijskansen. Integendeel, in deze scholen heerst gemiddeld zelfs een grotere diversiteit. Onze groep ‘excellerende scholen’ blijkt een mix te zijn van scholen met een opvallend groot aandeel anderstalige leerlingen. Geen internationale colleges, maar scholen met grote diversiteit aan sociaaleconomische status en moedertaal, die desondanks hun leerlingen gemiddeld tot uitmuntende resultaten optillen.

Met zo’n scholen die excellentie en gelijke onderwijskansen weten te combineren kun je het Vlaamse onderwijs terug op de kaart zetten. We zouden met onderwijs op dit niveau niet alleen terug kopposities in internationale rankings kunnen innemen op vlak van de absolute toppresteerders. Ook  de gemiddelde prestaties zullen terug stijgen én we maken werk van gelijke onderwijskansen waarin we al jaren bij de zwaksten van de klas horen.

Achterhalen hoe deze groep scholen dit klaar krijgt, ontdekken waarin hun aanpak juist verschilt met hun collega-scholen die met gelijkaardig profiel veel minder scoren, is de boodschap. Met hun succesformules, hun kleine of grote tips worden de minder scorende scholen best ondersteund om ook daar alle leerlingen van kwalitatief onderwijs te laten genieten. Zet scholen niet voor een ideologisch dilemma dat er geen is. Stimuleer scholen om te kiezen voor excellentie én gelijke onderwijskansen en begeleid ze om dit slim en effectief aan te pakken.

 

Jan Schoukens

 

Deze masterproef rond ik af op mijn 43e. Reeds 20 jaar sta ik in het onderwijs als leerkracht wiskunde, fysica en godsdienst, de jongste jaren ook als leerlingbegeleider en zorgcoördinator. Vanuit de binnenkant van het onderwijs merk ik hoe zowat iedereen vanuit een eigen welgemeend expertenperspectief een mening over dat onderwijs formuleert. Op mijn 40e besloot ik terug te studeren, om met helikopterview te kunnen kijken naar wat er beweegt of juist niet in beweging te krijgen valt binnen onderwijs.

Download scriptie (2.12 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2019
Promotor(en)
Prof. Ides Nicaise
Thema('s)