Facebook as a Communicative Platform in Foreign Language Learning

Ward
Peeters

Leerkracht op Facebook? Nee, bedankt!

Het gebruik van sociale netwerken in het onderwijs is niet nieuw. Facebook en Twitter mogen dan al platgetreden paden zijn, toch bestaat er geen eensgezindheid over hoe ze het best ingezet kunnen worden in de klas om bij te dragen tot een goed leerresultaat. Onderzoek bij taalstudenten aan de Universiteit Antwerpen heeft echter aangetoond dat sociale netwerksites het best zelfstandig kunnen worden gebruikt door de leerlingen. Zo hebben ze zelf in de hand wat ze bijdragen, wanneer ze dat doen en op welke manier ze deze informatie delen. Een leerkracht in de Facebookgroep? Nee, bedankt! Al is er wel een extra sturingsmechanisme nodig om iedereen bij de (online) les te houden.

Facebook in het onderwijs, slechts één aanpak is nodig
De studie onderzocht het gebruik van Facebook in de klas, specifiek in het talenonderwijs. 119 eerstejaarsstudenten Engels aan de Universiteit Antwerpen werden gevraagd om een semester lang te overleggen en discussiëren op een online Facebookgroep over hoe ze de les en bijhorende taken succesvol konden afronden. Elke maand leverden ze een schrijfopdracht in en moesten ze opgeven welke online gesprekken hen het meest hadden geholpen bij het schrijven van hun taak. De bedoeling was de studenten te sturen bij het nadenken over hun eigen taalproductie, en tegelijk over het ontwikkelen van hun taalvaardigheid en hun online communicatiestrategieën. In voorgaande studies wordt beweerd dat de leerkracht nodig is om een student niet te laten afdwalen in sociale, informele conversaties die eigen zijn aan het gebruik van Facebook. In mijn onderzoek was het onderwijzend personeel echter geen deel van de Facebookgroep, dit om de drempel om deel te nemen aan de gesprekken te verlagen. Verder werd er in deze studie bewust gekozen voor een taakgebaseerde aanpak als sturingsmechanisme om de studenten zich te laten focussen op de vakspecifieke inhoud.

De studenten beheerden de Facebookgroep volledig zelfstandig en bepaalden daarbij zelf de vorm en het doel van hun conversaties. Er werden geen extra spelregels geformuleerd omtrent hun taalgebruik en we waren daarom benieuwd hoe deze Nederlandstalige studenten zouden omgaan met de communicatiemogelijkheden in een voor hen vertrouwde online omgeving. Facebook gebruiken in het onderwijs om te overleggen over de lesinhoud kon immers bevreemdend zijn voor de deelnemers. Bovendien werd er door de instructies van de maandelijkse schrijfopdrachten, waarin de studenten hun eigen mening gaven over een taalspecifiek probleem, een formelere toon gezet. Daardoor zouden de studenten meteen al het gevoel kunnen krijgen dat ze online aan een echte schooltaak aan het werken zijn. Al deze elementen konden de studenten hun taal en online gedrag sterk beïnvloeden, zowel op de Facebookgroep als binnen hun dagdagelijkse sociaal netwerkgebruik.

Sociaal op Facebook
De resultaten van de studie tonen aan dat zowel het sociale als het onderwijskundige karakter van de Facebookgroep een positief effect hebben op de studenten hun zelfvertrouwen en hun Engelse taalvaardigheid. Zo bevatten de meer dan 4200 conversaties binnen de groep vooral vakspecifieke (60,3%), maar ook wel sociaal getinte inhoud (39,7%). De conversaties werden bijna uitsluitend in het Engels geschreven (95,3%), naast enkele gesprekken in het Nederlands (2,7%) of in beide talen (2,0%). Naarmate ze na een tijd meer vertrouwd geraakten met de groep en de opdrachten, maakten de studenten een code switch of taalwissel tussen de twee talen afhankelijk van de inhoud van de gesprekken. Als het over de leerstof ging, bleef het Engels de norm, maar voor meer sociale doeleinden en advies werd er naar het Nederlands overgeschakeld. Uit de conversaties op Facebook bleek daarenboven dat het niveau van het Engels hoog was en meer gestructureerd en informatief werd naarmate de studie vorderde. De groep werd niet alleen regelmatig gebruikt door de studenten, maar de online activiteiten bleken ook een positief effect te hebben op hun taalvaardigheid Engels, wat de studenten ook zelf te kennen gaven tijdens de evaluatie van het onderzoek. De taalwissel tussen Engels en Nederlands, samen met het steeds complexer wordende Engelse taalgebruik, wijzen erop dat de studenten zich zeer goed bewust zijn van de functie van de Facebookgroep, zelfs zonder de leerkracht. Ze weten wat te doen op het forum, hoe ze hun ideeën kritisch moeten verwoorden en waarom ze bepaalde informatie delen. De Engelstalige conversaties bewijzen daarenboven dat hun taalvaardigheid erbij wint wanneer studenten frequent gebruik maken van de Facebookgroep.

En wat met de leerkracht?
Leerkrachten kunnen beter niet deelnemen aan dit online gebeuren. Het is duidelijk dat de deelnemers aan deze studie autonoom betekenisvolle conversaties konden opbouwen. Internationale studies bevestigen overigens dat de leerkracht een extra drempel vormt voor studenten om met elkaar te praten over specifieke vakinhouden. Dit komt door de angst voor fouten en terechtwijzing. Verder hoeft het niet steeds over leerstof te gaan: de sociale conversaties bleken namelijk een extra doel te hebben. Ze vormden een welkome afwisseling, zo zeggen de studenten zelf: "het was een leuke pauze tijdens stressvolle momenten", en, "sommige grappige posts namen de druk weg en waren noodzakelijk om een veilige en vertrouwde omgeving te vormen voor elke student". Verder geldt ook het groepsgevoel als positief: "ik heb veel geleerd van mijn medestudenten, zo wist ik bijvoorbeeld wat hun mening was over onze taken. We zitten allemaal in hetzelfde schuitje". De deelnemers waren zich dus nog steeds bewust van het sociale karakter van Facebook, en ervoeren de toegankelijke communicatiewegen als een extra voordeel. Zo werd de Facebookgroep, naast een educatief discussieforum, ook een social safety net, of sociaal vangnet, waar studenten vragen stelden over deadlines, examens en andere vakken. Het sociale kader zorgde voor een toegankelijk, interactief forum, maar het zorgde er ook voor dat studenten in een vreemde taal met elkaar durfden spreken over vakspecifieke onderwerpen. Verantwoordelijk hiervoor is de taakgebaseerde aanpak. Als deze sturing in een online omgeving ingebed is, blijkt een leerkracht overbodig. Zij kunnen zelfs als storende factor ervaren worden in dit opzet. Deze taalstudenten groeiden als Engelse taalgebruikers door met studiegenoten autonoom en probleemoplossend te werken in een vertrouwde en gekende sociale online omgeving. En de leerkracht? Die zorgt voor de juiste aanpak en de student doet de rest. 

Download scriptie (3.69 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2014