Nooduitgang uit het Belgische labyrint?

Rani
Van de Gaer

De Belgische staatsstructuur is niet bepaald de gemakkelijkste. De zes staatshervormingen van de afgelopen decennia hebben de verdeling van bevoegdheden tussen de federale overheid, de Gemeenschappen en de Gewesten bijzonder complex gemaakt. Doordat de verschillende bevoegdheden dermate gefragmenteerd zijn over de verschillende beleidsniveaus, wordt het erg moeilijk om nog een alomvattend beleid te voeren. Vooral in crisissituaties, zoals de recente pandemiecrisis, slaat de paniek dan toe. Hoe kunnen de beleidsmakers zich in het Belgische labyrint nog een weg banen naar een snel en efficiënt crisisbeleid? "Misschien moeten we net eens de uitgang ervan (onder)zoeken", stelt Rani Van de Gaer (KU Leuven) voor.

Noodbepalingen in andere federale stelsels

België is dan wel complex, ook andere federale stelsels ervaren problemen bij het op poten zetten van een doeltreffend crisisbeleid. Een crisis is vaak immers van transversale aard, wat wil zeggen dat er tegelijkertijd wordt geraakt aan de bevoegdheden van het federale én deelstatelijke niveau. Dit veronderstelt dat die laatsten gezamenlijk optreden, hetgeen organisatie en tijd vergt. In crisissituaties is die tijd er vaak niet. Bovendien behoeven sommige crisissen een centrale of minstens centraal gecoördineerde aanpak, hetgeen moeilijk te verwezenlijken is wanneer de relevante bevoegdheden op het deelstatelijke niveau liggen.

Om die reden zijn de meeste federale systemen voorzien van zogenaamde 'noodbepalingen' die de federale overheid toelaten te interveniëren in de bevoegdheidssfeer van de deelstaten. Zo wordt het mogelijk voor de federale overheid om - naar gelang de noden van de crisis - de deelstaten te gaan vervangen in de uitoefening van hun bevoegdheden, of deelstatelijk optreden te gaan coördineren. Doordat de federale overheid zich in meer of mindere mate zal kunnen inlaten met deelstatelijke bevoegdheidsmateries, introduceren noodbepalingen flexibiliteit in de rigide bevoegdheidsverdelende regels. 

Noodbepalingen als wonderoplossing?

Niet alleen is België uniek omwille van haar complexiteit, maar ook omwille van haar gebrek aan noodbepalingen. Naar aanleiding van de kritiek op het inefficiënte pandemiebeleid, begonnen meer en meer rechtsgeleerden de geïsoleerde positie van België op te merken, alsof de invoering van noodbepalingen wel eens de wonderoplossing zou kunnen zijn. Terwijl deze opmerking steeds vaker werd gemaakt, waagde niemand zich echter aan een grondig onderzoek. "Het is nochtans de moeite om onderzoek te voeren naar de meerwaarde van dergelijke noodbepalingen", stelt Rani Van de Gaer. "Te meer aangezien tijdens de coronapandemie is gebleken dat sommige federale stelsels die gebruik maakten van de noodbepalingen er ook niet in slaagden een efficiënt beleid te voeren", gaat Van de Gaer verder. "Denk maar aan deelstaten die protesteerden tegen de federale inmenging, wat alleen maar bijdroeg tot tijdrovende rechtszaken en inconsistente (overlappende) maatregelen. Men mag overigens ook niet vergeten dat het voor de federale overheid allesbehalve een sinecure is om bevoegdheden over te nemen waar zij totaal geen ervaring mee heeft". 

Om die reden staat de meerwaarde van de noodbepaling ook mede in functie van haar vorm en gevolgen. De ene noodbepaling is de andere niet. Noodbepalingen hebben gemeenschappelijk dat ze noodbevoegdheden toekennen aan de federale overheid, maar daar stopt het zo wat. Met betrekking tot de manier waarop die noodbevoegdheden tot stand kunnen komen, hoe ver die noodbevoegdheden kunnen reiken en aan welke beperkingen die noodbevoegdheden zijn onderworpen, verschillen de noodbepalingen echter fundamenteel. 

Al die elementen moeten dus eerst worden onderzocht vooraleer de vraag nog maar kan worden gesteld of de invoering van een noodbepaling, en vooral welke noodbepaling, dé wonderoplossing is voor een efficiënt crisisbeleid. Dankzij de masterscriptie van Rani Van de Gaer kan deze vraag nu ook eindelijk worden beantwoord. 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Download scriptie (1.36 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2023
Promotor(en)
Prof. Dr. Stefan Sottiaux