Fellini Memoria: de herinnering in de films van Federico Fellini

Ben
Van Beeck

DE KUNST VAN DE HERINNERING
WAAROM WE FEDERICO FELLINI NOOIT ZULLEN VERGETEN

Het filmfestival van Gent eert dit najaar de Italiaanse cineast Federico Fellini (1920-1993) met een grote overzichtstentoonstelling. Na de liefdesverklaring van Paolo Sorrentino’s oscarfilm La Grande Belezza lijkt Fellini’s herinnering levendiger dan ooit. Maar wist je dat herinneringen eigenlijk dichter aansluiten bij de verbeelding dan bij de realiteit? Fellini alvast wel, zo blijkt uit zijn films.

Herinneringen onderscheiden zich van pure fantasie door hun verwijzing naar een oorspronkelijke gebeurtenis in de realiteit. Daarom hechten we een grote geloofwaardigheid aan herinneringen, ook in de cinema. Herinneringsflashbacks werden in films aanvankelijk opgevoerd als waargebeurde, eerdere feiten. Fellini zag dat anders. Hij beschouwde de herinnering naast dromen en fantasie als een subjectieve vervorming van de werkelijkheid. Vanuit de artistieke vrijheid propageerde hij het recht om in zijn films een volledig eigen realiteit te creëren vanuit de verbeelding. De Memory Studies, een zeer recente wetenschappelijke discipline die verschillende bestaande geheugentheorieën tracht te verzoenen, treden hem daarin bij. Herinneringen zijn het resultaat van een complex reconstructieproces. Naast de vergeetachtige werking van ons geheugen zorgen onze emoties en sociale relaties voor een bewuste en onbewuste vervorming van het verleden. Herinneringen zeggen evenveel over onszelf en onze maatschappij in het heden als over het verleden. Fellini was zijn tijd vooruit in zijn visie op de herinnering.

Van Neorealist tot Felliaanse schepper
Fellini liet de mensheid 24 bijzondere films, variërend van eenvoudige levenspoëzie tot excentrieke droomcreaties. Zijn hele oeuvre balanceert net zoals herinneringen op het spanningsveld tussen realiteit en fantasie. Het adjectief ‘Felliniaans’ staat voor weelderige, barokke schoonheid en ongebreidelde verbeelding. Tegelijk blijven Fellini’s films altijd ook erg authentiek en oprecht humaan. Als kind van het beroemde Italiaanse Neorealisme na de Tweede Wereldoorlog toonde Fellini in zijn eerste acht films de realiteit in anekdotische verhalen. La Dolce Vita (1960), misschien wel zijn bekendste film, was de laatste van deze ‘uitwendige’ films. Dit eigentijdse portret van de Italiaanse burgerij sloeg in als een bom, maar groeide van schandaalfilm uit tot een onvervalst tijdsdocument en klassieker van het Europese filmerfgoed. Fellini’s oprechte interesse in de mens, niet het minst het bizarre en het vreemde, en zijn fascinatie voor muziek en entertainment was dan al een handelsmerk. Hij ontgroeide het Neorealisme omdat hij de mens niet uitsluitend definieerde vanuit zijn relatie met de omliggende sociale realiteit. De definitieve breuk lag na La Dolce Vita. De uiterlijke realiteit maakte plaats voor de visualisering van de innerlijke belevingswereld van de mens. (1963), een subtiele vermenging van jeugdherinneringen, dromen, fantasieën, angsten en realiteit, werd de blauwdruk voor zijn latere werk. Via metacinema, ‘film in de film’, groef Fellini een persoonlijke en artistieke crisis uit. De uiteindelijke berusting vond hij in het, typisch Felliniaanse, feestelijke circus van het leven. Herinneringen speelden in deze tweede periode van ‘innerlijke’ films een belangrijke therapeutische rol. Ze groeiden uit tot een vaste thematiek en inspiratiebron. In het jeugdsentiment van I Clowns (1970), Roma (1972) en Amarcord (1973) en de melancholie van zijn afscheidsfilms Ginger E Fred (1985), Intervista (1987) en La Voce Della Luna (1990) traden ze sterk naar voor. Als verteller van authentieke verhalen en als tonende, nooit oordelende beeldkunstenaar bleef hij ook in deze films de authentieke fundamenten van het Neorealisme trouw. Zelfs in zijn meest fantasierijke creaties liet Fellini de oorspronkelijke realiteit nooit helemaal los.

De waarheid van een leugenaar
Hoewel Fellini’s films uit zijn eigen leven leken gegrepen, deed hij elke autobiografische interpretatie van zijn films af als larie. De jeugdherinneringen in zijn films waren volgens hem volledig verzonnen, zijn beeldenuniversum pure fictie. De sleutel voor deze tegenstelling lag in zijn artistieke visie. In functie van een optimale visuele esthetiek creëerde Fellini zijn integrale filmische wereld in Studio 5 van Cinnecittà, de beroemde filmstudio’s in Rome. Van Amarcord, zijn vooruitstrevende herinneringscollage over zijn jeugd in Rimini, filmde Fellini geen enkele scène in de reële setting van zijn heimat. Hij bouwde stukken Rome na in de studio en in zijn latere werk bestond zelfs zijn zee uit zwarte plastiek. De visuele schoonheid primeerde altijd op de getrouwe weergave van de realiteit. De creatieve realiteit van de kunst had voor Fellini slechts één begrenzende voorwaarde: de onderliggende emotie moest authentiek zijn. Het openlijk tonen van de namaak en de ‘film in de film’ was voor Fellini een vorm van eerlijkheid, het creëren vanuit zijn eigen ervaringswereld en autobiografische herinneringen zijn garantie op authenticiteit. Het verklaart waarom Fellini zichzelf ‘een eerlijke leugenaar’ noemde. Hij baseerde zijn films op authentieke ervaringen en emoties, maar liet er in de visuele uitwerking zijn artistieke verbeelding op los. Fellini’s artistieke visie leunde nauw aan bij de reconstructieprocessen in het menselijke geheugen. Zijn films stonden dus tegenover zijn eigen herinneringen zoals herinneringen tot de realiteit. De visuele uitwerking was een creatieve leugen, maar het oorspronkelijke feit was authentiek. Omdat het verhaal van zijn films zo dicht bij de realiteit van zijn eigen leven lag, raakte Fellini het spoor van zijn eigen werkelijkheid bijster. De beelden van de herinneringen in zijn films vervingen de originele beelden in zijn hoofd. Het geheugen kan immers audiovisuele ervaringen als eigen herinneringen opnemen. Dit fenomeen, het prothetisch geheugen genoemd, was dus van toepassing op Fellini’s eigen vermenging van film en realiteit.

Film als geheugenkunst
Naast de artistieke reconstructie van de realiteit vallen bij Fellini ook andere geheugenprocessen zoals zintuiglijke prikkels en herhaling op. Een film van Fellini is altijd een audiovisueel spektakel, maar bespeelt ook de smaakpapillen via uitgebreide eetscènes of de tastzin via geometrische vormen. Fellini slaagt er als geen ander in om ijzige kilte, verzengende hitte of geborgen warmte te grijpen in beelden. Het repetitieve karakter van zijn werk schuilt in herkenbare bouwstenen en structurele recyclage van eerdere films. Via subtiele knipogen of directe zelfreferenties is elke film van Fellini een herinnering aan het eigen werk en leven. Op deze wijze sleepte Fellini zijn eigen herinneringen in het geheugen van zijn publiek. Via de integratie van geheugenstrategieën in zijn kunst realiseerde hij het eeuwige leven voor zijn stad, zijn dierbaren en zichzelf.

Download scriptie (10.63 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2014