De fermette voorbij: het nieuwe landelijke wonen

Sara
De Sterck
  • Ruben
    Vanvlasselaer

Privacy, een tuin en rust. Dat zijn de drie woonkwaliteiten die wonen op het platteland zo aantrekkelijk maken. Met een steeds groeiend aantal inwoners stijgt ook de woondruk, maar door landelijk te gaan wonen, maakt men het platteland kapot.

 

Kansen en uitdagingen

De demografische tendens van vergrijzing en de nood aan sociale woningbouw zet de resterende open ruimte in Vlaanderen onder druk. Het huidige beleid ruimtelijke ordening focust op verdichten in en nabij goed bereikbare kernen om een hoger ruimtelijk rendement te bekomen. Veel resterende landbouwakkers komen in het vizier. Ze maken plaats voor grote flatgebouwen of voor nieuwe verkavelingen. Met verdichten is op zich niets verkeerd. Iedereen heeft immers recht op een kwalitatieve woning, maar wanneer men het naastliggende weiland ziet volgebouwd worden, schreeuwt menig dorpsbewoner kommer en kwel. Het idyllische weiland of akker met maïs en graan maakt plaats voor koning auto en een groen gazon.

Anonimisering en onderwaardering van de landbouwsector, werkt deze ruimtelijke vraatzucht in de hand. Akkers zijn niet langer altijd het bezit van een boer uit de buurt, maar vaker van een anoniem bedrijf. Ze worden door de gelukzoeker op het platteland aanzien als een witte vlek op de kaart waar nog veel woonmogelijkheden voor het grijpen liggen. De landbouwsector is nochtans economisch gezien een belangrijke speler in België. De sector is nodig, maar voor velen is ze nu nog een ver-van-mijn-bedshow waardoor nieuwe woongelegenheden meestal prioritair zijn en landbouw naar andere oorden moet verhuizen. Bijkomend effect hiervan is dat de dorpen en stedelijkere kernen hun plattelands en open karakter steeds meer en meer verliezen.

 

Een creatieve verkenning

Aan de hand van ontwerpend onderzoek onderzochten Sara De Sterck en Ruben Vanvlasselaer, twee masterstudenten ingenieurswetenschappen architectuur aan de KU Leuven,  in hun thesis of er geen én-én-verhaal bestaat: woningen realiseren, maar ook landbouw en het landelijke karakter van het platteland bewaren. Ontwerpend onderzoek is een creatieve onderzoeksmethode waarin het evidente bevraagd wordt. Verschillende concrete out-of-the-box ideeën worden afgetoetst aan de realiteit. Voor de patstelling wonen versus landbouw kozen de studenten een gehucht in de gemeente Overijse waar het door voldoende openbaar vervoer interessant is om te gaan wonen, maar dat ook een rijke landbouwgeschiedenis kent. In dit gehucht kozen ze voor hun onderzoek voor een landbouwkamer, een open ruimte die langs haar randen ingesloten is door bebouwing. In deze landbouwkamer kozen ze drie strategische plekken waarvoor ze elk een scenario onderzochten. Die werden zo gekozen dat ze de landbouwkamer zouden vrijwaren van verdere bebouwing en de openheid dan ook ten volle bewaard zou blijven.

Foto van de landbouwkamer. Het toont een glooiend landschap waar reeds wat bebouwing op terug te vinden is.

De glooiende landbouwkamer is bepalend voor het plattelands en dorps karakter van het gehucht. Ze dreigt in de toekomst volgebouwd te worden. 

Drie scenario’s

Via trial en error kwamen de studenten uit bij drie out-of-the-box ideeën. In een eerste werden appartementen georganiseerd boven de logistieke ruimtes van een bessenboerderij. In dit idee ontstonden er meerwaardes voor zowel de boer als de bewoners. Zo kan bijvoorbeeld het boerenerf bijkomend dienstdoen als een gedeelde tuin voor de bewoners, maar kan er op de bewonersparking ook wekelijks een boerenmarkt plaatsvinden. De grote sorteerloods kan in de winter – wanneer er geen oogst is - een indoor speelhal vormen voor de school in de buurt. 

 

De afbeelding toont een logistieke ruimte met daarboven woningen.

Boven op de logistieke ruimtes wordt er gewoond.

In een tweede scenario werden seniorenappartementen naast een grote frambozenserre gepositioneerd. Deze schakeling biedt naast interessante wisselwerkingen qua gebruik vooral veel energetische winsten. De serre zorgt ervoor dat voor enkele binnenruimtes in de winter de verwarming niet aan hoeft te gaan. In de zomer kan het nodige water voor de besproeiing van de teelten opgeslagen worden in regenbassins onder de appartementen.

 

 

Schema over energiewinsten tussen serre en appartementen

 

De schakeling van woningen en serres zorgt vooral voor energetische winsten.

Ten derde werden er woningen pal naast een bessenveld geplaatst. De tuin werd vervangen door één grote bloemenweide die de biodiversiteit ten goede komt en optreedt als erosiemaatregel op de hellende akker. De bewoners kunnen in ruil genieten van een weids uitzicht en een collectief woonerf. De drie onderzochte scenario's tonen dat het niet alleen mogelijk is om woningen te combineren met landbouw, maar dat er ook win-wins bestaan. 

 

Afbeelding met op de voorgrond een bessenveld, op de achtergrond woningen en als buffer een bloemenveld.

Een bloemenweide vormt een buffer tussen de woningen en het bessenveld.

Productief woonlandschap

In de drie scenario’s verschilt het voorgestelde wonen van het alom bekende ‘landelijke wonen’. Inzake privacy en de grote tuin moeten er toegevingen gedaan worden, maar men krijgt er andere voordelen voor terug. De focus ligt in de scenario’s niet op het individuele, maar op het collectieve en het publieke. Daardoor heeft ook de maatschappij er baat bij omdat de landbouw behouden blijft als open ruimte. De twee studenten gaven het de naam ‘productief woonlandschap’ omdat het project woonweefsel op een duurzame manier combineert met landbouwweefsel.

In dit project krijgt de boer een belangrijke rol toebedeeld. Naast voedsel levert hij ook andere diensten, bijvoorbeeld groen- en waterbeheer en recreatiemogelijkheden. De boerderij krijgt een centrale en identiteitsvormende plek in het dorp. Landbouw is niet langer een witte vlek op de kaart, maar speelt een rol in het dorpsleven.

 

Overzicht van de landbouwkamer en de drie strategische plekken.

De drie scenario’s vormen samen één groot project die de landbouwkamer en de landbouw toegankelijk  maken voor omwonenden.

Duikt dergelijk ‘boerderijwonen in de toekomst overal op in platteland Vlaanderen? De studenten wijzen op het experimentele in hun onderzoek. “Ons onderzoek toont aan dat het anders kan. Er schuilt muziek in de combinatie van wonen en productie en dat wouden we belichten. Praktisch gezien zijn er uiteraard nog wel wat hindernissen die in ons onderzoek niet aan bod komen. Het ontwerp blijft een denkoefening om een dialoog op gang te brengen. We wouden aankaarten dat een grote tuin niet per se een eigen stuk gazon moet zijn, maar evengoed kan bestaan uit een bessenveld met een aanpalende bloemenweide. Dit nieuwe landelijke wonen maakt het platteland niet kapot, maar neemt bescheiden plaats naast de landbouw.”

Download scriptie (83.57 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2019
Promotor(en)
Ward Verbakel, Barbara Oelbrandt, Yuri Gerrits