Jongeren in dak- en thuisloosheid: hun verhalen als bron van kennis

Hebe
Van Laethem

Vaak verborgen, veerkrachtig en creatief in het omgaan met de situatie. Bijna 350 jongeren tussen 13 en 26 jaar in Gent leven in een situatie van dak- en thuisloosheid. De kennis om een beleid uit te stippelen dat afgestemd is op deze jongeren ontbreekt, dus wordt het tijd dat we eens naar hén luisteren.

 

Ondanks inspanningen op verschillende beleidsniveaus, zijn nog te veel jongeren dak- en thuisloos. Dankzij hun verhalen en vanuit het perspectief van deze jongeren wordt meer inzicht verkregen in hun complexe situatie.

 

Aspecten die leiden naar dak- en thuisloosheid

Om te begrijpen hoe de jongeren in dak- en thuisloosheid terechtkomen, moeten we zowel de leefwereld van de jongeren (personal agency) als het systeem waarin de jongeren zich bevinden (de context) begrijpen. Personal agency slaat op de mogelijkheid van de jongeren om betekenis te geven aan hun situatie en op een bepaalde manier te handelen over bijvoorbeeld waar ze willen wonen, alcoholgebruik, van welke hulporganisaties ze al dan niet gebruik willen maken,... Maar om hun agency echt te begrijpen en niet in een individuele benadering te vervallen, is het belangrijk de context niet uit het oog te verliezen. Aspecten als armoede, discriminatie, ontoegankelijke hulpverlening, een verontrustende thuissituatie,… maken deel uit van deze context en beïnvloeden dus de agency van de jongeren.

“Ge moet de kans gehad hebben, hé. Als ge de kans niet krijgt,… Er is geen andere manier, alles is te duur.” (Jongere met ervaring in dak- en thuisloosheid)

Op structureel vlak, zorgt onder andere kansarmoede ervoor dat jongeren niet in hun basisbehoeften kunnen voldoen. De context waarin kansarmoede speelt, heeft dan invloed op de manier waarop jongeren handelen, zoals de school verlaten omdat ze er toch geen toekomst in zien of dealen om rond te komen. Ook institutionele aspecten, waaronder de structuur van hulporganisaties en de toegang tot diensten, maken deel uit van die context. Hokjesdenken en enorme wachtlijsten zorgen ervoor dat jongeren soms niet kunnen geholpen worden en dat situaties die al moeilijk zijn nog meer uit de hand lopen. Ten slotte vormen ook relationele aspecten mee de context van jongeren. Relaties met familie, vrienden en de buurt kunnen soms heel ondersteunend zijn maar sturen mogelijks mee de richting naar dak- en thuisloosheid.

“Dus dat zijn al jongeren die al geplaatst zijn meestal om een of andere reden, die op hun 18 dan buiten komen en daar niet echt een netwerk hebben want ze hebben de hele tijd in een jeugdinstelling gezeten. […] En dat zijn meestal de jongeren die dan een tijdje sofasurfen tot dat op geraakt.” (Jongerenwerker)

 

Hoe gaan jongeren om met de situatie?

Jongeren in dak- en thuisloosheid maken gebruik van zowel formele (bv. leefloon, opvang) als informele (bv. sofasurfen) hulpbronnen. Daarbij ondervinden ze heel wat drempels. Door de organisatorische structuur van organisaties is het soms heel moeilijk hun rechten op te nemen. Vooral de nachtopvang blijkt een echte no-go voor jongeren omwille van het vele druggebruik, diefstal en het steeds moeten inbellen voor een slaapplaats.

“Ik heb echt gasten die liever in de winter onder een brug slapen dan in de nachtopvang hé.” (Jongerenwerker)

Een van de grootste drempels voor jongeren om gebruik te kunnen maken van hulpbronnen is het gebrek aan (toegankelijke) informatie.

“Ge weet niet waar ge recht op hebt.” (Jongere met ervaring in dak- en thuisloosheid)

Psychologisch is het al heel moeilijk voor jongeren de stap naar hulp te zetten. Indien ze dit dan effectief ondernemen, botsen ze op het onoverzichtelijke hulpverleningslandschap waarin ze maar moeilijk hun weg vinden. Ook de moeilijke woorden of het juridisch taalgebruik in documenten, zorgen ervoor dat jongeren hun rechten mislopen.

Omdat hulpbronnen hierdoor soms zo ontoegankelijk zijn, gaan jongeren hun eigen hulpbronnen en copingmechanismen creëren. Ze gaan bijvoorbeeld gebruik maken van openbare faciliteiten en die op een andere manier invullen dan waarvoor ze oorspronkelijk bedoeld zijn, zoals de fontein in het park gebruiken om zich op te frissen. Sommige jongeren worden zelfs genoodzaakt te vervallen in daden die niet wettig zijn, zoals dealen of stelen. Bekeken vanuit een mensenrechtenperspectief kan wel begrepen worden waarom de jongeren op deze manier handelen, aangezien ze zichzelf anders niet in hun basisbehoeften kunnen voorzien.

 

Ambities en toekomstdromen

Ondanks hun moeilijke situatie, blijven jongeren met ervaring in dak- en thuisloosheid dromen over de toekomst. Hun persoonlijke toekomstdromen gaan onder andere over het vinden van een woning, het volgen van een opleiding, een gepaste job vinden en het herstellen van de dakloze periode en de trauma’s die ermee gepaard gaan. Maar hun ambities gaan verder dan dat. Hun ervaringen geven hen de kennis na te denken over betere ondersteuning en een beleid afgestemd op jongeren.

“Ik wil gewoon dat het verandert voor de jongeren.” (Jongere met ervaring in dak- en thuisloosheid)

Vooral de vraag naar meer en betere opvang of woonvormen kwam naar boven tijdens de gesprekken met de jongeren. Er is nood aan meer opvanginitiatieven specifiek voor jongeren en hun noden, gekoppeld aan ondersteuning. Voor een structurele woonoplossing dient er meer geïnvesteerd te worden in sociale woningen om de slechte staat ervan en de lange wachtlijsten aan te pakken. Daarnaast is er vraag naar toegankelijkere en meer financiële ondersteuning. Een basisinkomen voor iedereen zou meer zekerheid moeten bieden.

“Dan hebt ge de zekerheid van ‘ik ga niet doodgaan’, ‘ik ga niet sterven van armoede.’” (Jongere met ervaring in dak- en thuisloosheid)

 

Geen sterk beleid zonder ervaringskennis

Deze jongeren hebben waardevolle kennis over de aspecten die dak- en thuisloosheid in de hand werken, over waardevolle hulpbronnen en over maatschappelijke ambities voor de toekomst. Als we deze jongeren nu ook een stem geven in het debat, komen niet alleen nieuwe drempels naar boven maar ook mogelijkheden om beleid en ondersteuning anders in te richten. Hun ervaringskennis is niet zomaar een mooie aanvulling, maar net cruciaal voor een sterk beleid. Laten we dan ook écht naar hen luisteren.

Download scriptie (654.53 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2022
Promotor(en)
Griet Roets, Sophie Samyn