"Als de kat van huis is..." (Onderzoek naar de kennis over de (zwerf)kat bij Vlaamse steden en gemeenten)

Sara
Vergaelen

Jaarlijks belanden zo’n 14.000 katten in de Vlaamse asielen. Dit cijfer maakt duidelijk dat er ondanks de maatregelen die de Vlaamse overheid reeds nam om de kattenpopulatie in te dijken nog steeds werk aan de winkel is. Medewerkers van het gemeentelijk zwerfkattenbeleid hebben een sleutelrol in het indijken van het zwerfkattenprobleem. Laatstejaarsstudente Bachelor Agro- en biotechnologie Sara Vergaelen onderzocht de kennis van medewerkers van het zwerfkattenbeleid in Vlaanderen, zowel voor als na het volgen van een opleidingsnamiddag.

Deel jij je huis met één of meerdere katten? Dan ben je heus niet alleen… In Vlaanderen bezitten we met z’n allen samen maar liefst 2 miljoen katten. 

De populariteit van de kat als huisdier heeft helaas ook een schaduwzijde: mensen gaan soms onbezonnen tewerk door een kat in huis te nemen en katten worden bijgevolg niet steriel gemaakt en/of worden gedumpt omdat eigenaars uiteindelijk niet bereid zijn om tijd en geld te besteden aan hun dier. Ook (niet-steriele) huiskatten dragen bij tot de aangroei van de zwerfkattenpopulatie.

Project POPCAT

Er wordt tegenwoordig steeds meer aandacht besteed aan de zwerfkattenproblematiek. Zo legde de Vlaamse overheid de afgelopen jaren de nodige verplichtingen op aan katteneigenaars: zij zijn verplicht om hun kat steriel te laten maken en ze te laten chippen en registeren. Daarnaast zijn de Vlaamse steden en gemeenten verplicht om een zwerfkattenbeleid op te richten. 

Om de Vlaamse gemeentebesturen een houvast te bieden werd het project POPCAT in 2017 in het leven geroepen. De onderzoekers van dit project organiseerden in januari 2020 op aanvraag van de dienst Dierenwelzijn vijf studienamiddagen over heel Vlaanderen om medewerkers van het zwerfkattenbeleid bij te brengen hoe de zwerfkattenproblematiek best wordt aangepakt.

Zowel voor als na de opleiding werd een uitgebreide bevraging uitgestuurd naar de betrokkenen om hun kennis te testen aan de hand van het beoordelen van 36 stellingen. De resultaten van de eerste bevraging werden gebruikt om de kennishiaten van de medewerkers op te sporen en deze te kunnen integreren in de opleiding. De tweede bevraging moest duidelijk maken in welke mate de opleiding de kennis van de deelnemers had beïnvloed.

Zelfkennis

In de eerste bevraging konden de betrokkenen aangeven hoe hoog ze hun eigen kennis over de kat inschatten: “Het is verrassend dat sommige medewerkers hun kennis laag inschatten. Je zou immers verwachten dat ze reeds kennis vergaarden tijdens het uitvoeren van hun taak en dat zich dat dan ook weerspiegelt in de inschatting van hun eigen kennis”, aldus Sara.

De medewerkers blijken behoorlijk goed in het inschatten van hun eigen kennis zegt Sara: “Uit een mathematische test is gebleken dat er een verband is tussen de inschatting van de eigen kennis over de kat en de werkelijke score.”

Voor en na

Hoe is het gesteld met de kennis van de 133 medewerkers die deelnemen aan de eerste bevraging? “Uit de eerste bevraging blijkt dat vooral de kennis over wetgeving, gedrag, gezondheid en biologie minder goed is.”

Bij de tweede bevraging kregen de medewerkers opnieuw de stellingen van de eerste bevraging voorgeschoteld. De studienamiddagen blijken hun effect te hebben gehad bij de 36 medewerkers die de tweede bevraging invulden: “Na de studienamiddagen blijven dit nog steeds de onderwerpen waar het minst goed op wordt gescoord maar de kennis over deze zaken blijkt te zijn toegenomen.” 

Effect van de studienamiddag

Hoe goed scoren de 36 medewerkers die de bevraging na de opleidingsnamiddag invulden?

Zo’n 47 % van de medewerkers blijkt na het volgen van een studienamiddag op de hoogte te zijn van het feit dat natvoer het beste middel is om een kat te lokken. Dit betekent een daling van 1 % tegenover de eerste bevraging. “Deze score is teleurstellend” vertelt Sara, “Deze kennis zou de dagelijkse werking van het zwerfkattenbeleid immers vlotter kunnen laten verlopen.”

Zo’n 58 % van de medewerkers weet na de studienamiddag dat een kattin reeds voor de leeftijd van zes maanden zwanger kan worden. Dit is een stijging van maar liefst 22 %. Uit de resultaten blijkt dat de meeste deelnemers weten dat vroegcastratie niet meer risico inhoudt dan castratie/sterilisatie op volwassen leeftijd. Het vroeg steriel maken van katten heeft naast het voorkomen van ongewenste nestjes nog meer voordelen. Bijna alle bevraagden weten dat castratie bij katers meerdere voordelen kent. Het is nuttig om deze kennis ook te delen met burgers. Huiskatten liggen immers mee aan de basis van de zwerfkattenproblematiek. Ongeveer 90 % de respondenten weet dat huiskatten bijdragen tot het zwerfkattenprobleem.

Wat de wetgeving betreft, wordt er op twee belangrijke stellingen goed gescoord: “slechts een tiende van de bevraagden is niet op de hoogte van de basis van de wetgeving omtrent sterilisatie/castratie en velen onder hen weten dat een kat die gratis weggegeven wordt, moet worden gechipt voordat ze van eigenaar verandert. Eén belangrijke stelling scoort echter heel slecht: slechts een vierde van de bevraagden weet dat de microchip in de linker schouder wordt ingebracht.”

De meeste medewerkers weten dat katten vooral in de winter nood hebben aan beschutting. “Het voorzien van beschutting is een van de verplichtingen van het zwerfkattenbeleid tegenover de katten en het is dan ook fijn om te zien dat veel medewerkers hiervan op de hoogte zijn. Helaas weet een kwart van de medewerkers niet dat een deel van de zwerfkatten steriel maken (volgens het beschikbare budget) op termijn minder efficiënt is dan het steriel maken van de hele kolonie. “Ondanks het feit dat het aantal correcte antwoorden hier een stijging kende van maar liefst 44 %, moet er duidelijk nog aan deze kennis gesleuteld worden.”

Vermits gevangen of gevonden katten meestal getransporteerd moeten worden naar de dierenarts of opvang/asiel is het nuttig om als medewerker te weten dat het bedekken van een transportmand met een doek er voor zorgt dat de kat zich veiliger zal voelen. “Helaas blijkt slechts iets meer dan de helft van de bevraagden hiervan op de hoogte. Wel wordt er een stijging van 3 % waargenomen bij het aantal correcte antwoorden.”

Uit de resultaten blijkt dat bijna alle mensen weten dat niet alle katten baat hebben bij een nieuwe thuis en dat steriel gemaakte katten best worden uitgezet op de vanglocatie.

Aanpak in Vlaanderen loont

De gemiddelde score op de 36 stellingsvragen steeg van 63 % naar 75 %. “Deze stijging van maar liefst 12 % bewijst het nut van de opleidingsnamiddagen. Dankzij de tweede bevraging is ook geweten op welke onderwerpen bij eventuele vervolgopleidingen moet worden gefocust.”

Dat medewerkers van het zwerfkattenbeleid kunnen terugvallen op zaken zoals de POPCAT-simulator (een tool die de impact van verschillende beheersingsmethodes voor zwerfkattenpopulaties op lange termijn vergelijkt), een bundel met richtlijnen en tips en een degelijke opleiding blijkt noodzakelijk voor het goed uitvoeren van een zwerfkattenbeleid. Eén ding is zeker: “De aanpak in Vlaanderen loont en kan een voorbeeld zijn voor anderen.”

Download scriptie (6.24 MB)
Universiteit of Hogeschool
Odisee
Thesis jaar
2020
Promotor(en)
Els Peeters, Ciska De Ruyver
Kernwoorden