Hun tijd raakt op en IS haalt ons in: waarom de Belgische ‘kalifaatkinderen’ moeten gerepatrieerd worden

Delphine
Libbrecht

Welke verplichtingen heeft de Belgische Staat ten aanzien van de Belgische kinderen die vastzitten in het (gevallen) kalifaat? Is een repatriëring de beste oplossing op lange termijn? Het antwoord op deze vragen werd onderzocht in een thesisonderzoek aan UGent. België blijkt harde juridische verplichtingen te hebben ten aanzien van deze kinderen. Bovendien maakt een repatriëring niet alleen een einde aan de mensonwaardige situaties waarin deze kinderen leven. Het helpt ook de cyclus van terrorisme te bestrijden.

Het omstreden repatriëringsdilemma

De Belgische overheid wordt sinds enkele jaren geconfronteerd met het vraagstuk over hoe België dient te handelen ten aanzien van kinderen die omwille van de keuzes van hun Belgische ouders vastzitten in Syrië en Irak. Hun ouders reisden af naar het voormalige kalifaat om zich te voegen bij de Islamitische Staat (IS). Sommige van deze foreign terrorist fighters sleurden hun kinderen mee naar dit oorlogsgebied, anderen baarden daar kinderen. Zij zijn de zogenaamde Belgische kinderen van het kalifaat.

Dit vraagstuk mondt uit in een zeer omstreden dilemma waarbij tal van argumenten pro en contra repatriëring van deze ‘Belgische kalifaatkinderen’ worden opgeworpen. Dit leidt tot een maatschappelijk, politiek en juridisch gevoelige discussie over de modaliteiten van repatriëring en re-integratie van deze kinderen.

Harde juridische verplichtingen

Juridisch gezien heeft de Belgische Staat verschillende nationale en internationale verplichtingen ten aanzien van Belgische kinderen die vastzitten in IS-conflictgebied. Onderzoek toont aan dat België deze kinderen moet repatriëren. Deze repatriëring kent een duidelijke juridische grondslag in verschillende bepalingen en had met andere woorden nooit een probleem mogen zijn.

Elke dag die voorbijgaat waarin geen repatriëring wordt uitgevoerd, is opnieuw een dag waarin België zich schuldig maakt aan het schenden van diverse kinderrechten. Het niet repatriëren van deze kinderen gaat bovendien regelrecht in tegen juridische verplichtingen zoals bepaald in het kinderrechtenverdrag, verplichtingen die de Belgische Staat nota bene zichzelf heeft opgelegd. Dit heeft tot gevolg dat deze kinderen opgroeien in zeer schrijnende en mensonwaardige omstandigheden. Ze raken ondervoed, drogen uit, hebben dringend medische zorgen nodig, vallen ten prooi aan (seksueel) geweld en mishandelingen, en doorstaan continue stress. Helaas zijn deze gevolgen slechts het topje van de ijsberg, wat de urgente humanitaire noodzaak om deze kinderen terug te halen benadrukt. 

Tikkende tijdbommen?

Gaat het om gevaarlijke kinderen of kinderen in gevaar? Onderzoek toont aan dat het Vlaamse hulpverleningslandschap weldegelijk in staat is om deze kinderen op te vangen. Het hulpverleningssysteem beschikt over de nodige middelen en mogelijkheden om een gepast traject op maat uit te werken en dit te laten afstemmen op de noden van deze kinderen. Daarnaast tonen evaluaties van reeds teruggekeerde kinderen aan dat zij helemaal niet die ‘tikkende tijdbommen’ zijn zoals vaak wordt gedacht. Het zijn geen gevaarlijke kinderen, maar kinderen in gevaar. Deze kinderen zijn slachtoffers van de keuzes van hun ouders, van oorlogsgruwel en geweld. Het zijn veelal getraumatiseerde jonge kinderen die mits de nodige zorg en ondersteuning kunnen uitgroeien tot volwaardige burgers die een zinvolle plek in onze maatschappij kunnen bekleden.

IS komt terug van nooit weggeweest

De invloed van IS in de vluchtelingenkampen neemt toe. Meer en meer IS-sympathisanten duwen de IS-ideologie binnenin de kampen door, kinderen verdwijnen en IS-aanhangers ontsnappen. Als we niets doen, blijven die kampen een broeihaard voor radicalisering. Daarnaast raken verhalen bekend van kampen die overvallen worden door IS. Hierdoor worden (delen van) vluchtelingenkampen ware ideologische fabrieken.

Een repatriëring van deze kinderen en bij uitbreiding hun gezinnen dringt zich op. IS zal niet terugdeinzen om deze kwetsbare en onschuldige kinderen te rekruteren en indoctrineren volgens de IS-ideologie. Dit zal ertoe leiden dat een nieuwe IS-generatie wordt klaargestoomd en “IS 2.0” wordt uitgebouwd. Deze kinderen aan hun lot overlaten, leidt ertoe dat de uitdaging om IS te bestrijden zal blijven bestaan.

Wat als we te laat zijn?

De succesvolle repatriëringen in juli 2021 (en recenter in juni 2022) tonen aan dat de Belgische Staat zijn verantwoordelijkheid moet en kan opnemen. Er werden moedige stappen ondernomen in de juiste richting, maar laten we niet vergeten dat er nog steeds verschillende kinderen met een Belgische link vastzitten in het door oorlog verscheurde land. Deze kinderen kijken met andere woorden nog steeds een zeer onzeker lot in de ogen.

Deze kinderen moeten dringend opgespoord en gerepatrieerd worden. Niet alleen voor hun eigen veiligheid, maar ook voor onze maatschappelijke veiligheid. Elke dag dat deze kinderen aan hun lot worden overgelaten, vergroot het risico dat zij (terug) in handen van IS vallen. En wanneer dat gebeurt, wordt de kans alsmaar groter dat een nieuwe generatie militanten wordt klaargestoomd. De cirkel van terrorisme wordt met andere woorden gevoed als België deze onderdanen niet repatrieert.

Daarnaast beschikt België over de mogelijkheden om alles in het werk te stellen wat een repatriëring en re-integratie van deze kinderen noodzakelijk acht. Helaas wordt pijnlijk duidelijk dat de keuzes en het lot van de ouders een schaduw werpen over het repatriëringsdilemma rond de kinderen. Echter mag het lot van deze kinderen niet langer afhankelijk zijn van publieke en politieke impopulariteit. Het is een zeer uitdagende kwestie, maar deze kinderen verdienen ontegensprekelijk gelijke kansen in een wereld die niet gekleurd wordt door wat ze hebben meegemaakt.

Spoor de achtergebleven kinderen met een Belgische link op en stel een repatriëring op poten. België weet hoe het moet, waarom het moet en dat het kan. Het is nog niet (voor alle ‘Belgische’ kinderen) te laat, maar het zou wel eens te laat kunnen zijn als niet dringend wordt opgetreden.

Tot slot hoop ik dat deze masterproef aan al wie interesse vertoont in het onderwerp, een bredere kijk mag bieden op een problematiek waar we niet zomaar aan voorbij kunnen gaan. Een goede feitelijke kennis en een omkaderende studie bieden heel wat argumenten om als maatschappij duidelijke en verantwoorde keuzes te maken.

Download scriptie (670.07 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2022
Promotor(en)
Prof. Dr. De Bondt Wendy