Handelingsonzekerheid bij maatschappelijk werkers in het omgaan met radicalisering binnen het onderwijs. ‘Handvaten voor CLB-medewerkers’

Hannah
Verhaegen

De laatste jaren zijn we opgeschrikt door het geweld dat radicalisme kan teweegbrengen. Het thema ‘radicalisering’ is heel actueel. Op radio- en televisie-uitzendingen wordt het Centrum voor Leerlingen Begeleiding (CLB) als één van de belangrijkste actoren beschouwd in het signaleren van radicaal gedrag bij jongeren. Ze worden dan ook meer en meer aangesproken met vragen over dit thema. Tijdens mijn stage heb ik gemerkt dat maatschappelijk werkers van het CLB (voortaan CLB-medewerkers genoemd) vaak onzeker worden als grensoverschrijdend gedrag bij jongeren de lading ‘radicalisering’ met zich mee krijgt. Met mijn bachelorproef wil ik graag handvaten bieden die deze onzekerheid kunnen verminderen. Daarom probeer ik in dit werk een antwoord te bieden op volgende vraag: wat hebben CLB-medewerkers nodig om zich zekerder te voelen in het omgaan met moslimradicalisme? Om hier een antwoord op te bieden wou ik eerst meer inzicht bieden in wat radicalisering inhoudt. 

De oorzaken van radicalisering zijn complex, veelzijdig en onderling verweven. Het feit dat er niet één model of antwoord is om radicalisering tegen te gaan kan een oorzaak van onzekerheid zijn bij CLB-medewerkers. Verder hoort radicaal gedrag voor een groot deel tot het natuurlijk proces van de adolescentie. Een opmerkelijke vaststelling die maatschappelijk werkers in het achterhoofd moeten houden om verontrustend radicaal gedrag te onderscheiden van ‘normaal’ radicaal gedrag. Ook een goede binding met de school kan een beschermende factor zijn in het ontwikkelen van delinquentie en dus mogelijks ook van radicalisering. Het is hierin belangrijk dat de school en het CLB voldoende inzetten op gemeenschappelijke en verbindende waarden, om discriminatie en polarisatie tegen te gaan. Beide mogelijke oorzaken voor het ontwikkelen van een radicaal gedachtengoed. Als we kijken naar enkele verklaringsmodellen voor radicalisering en hun bijhorende aanpak, moeten we vooral onthouden om zoveel mogelijk in te zetten op preventie. Een spoedige herkenning van mogelijks radicaal gedrag is nodig om snel te kunnen interveniëren. Ook is er onduidelijkheid in de rol van het CLB m.b.t. radicalisering, wat hen mogelijks onzeker maakt. Het is namelijk niet steeds duidelijk wat de school, de interne leerlingenbegeleiding, de pedagogische begeleiding of het CLB opneemt. Het nieuwe CLB-decreet zou hier meer helderheid in moeten brengen. 

Om een antwoord te bieden op mijn onderzoeksvraag, heb ik een enquête afgenomen bij 52 CLB-medewerkers om een beeld te krijgen van de onzekerheden die ze ervaren in het omgaan met radicalisering. Hieruit blijkt dat 75% van de respondenten zich onzeker voelen over hun handelen m.b.t. radicalisme. Naast de onzekerheid over hun rol, blijkt dat CLB-medewerkers zich ook onzeker voelen door: het ervaren van te weinig kennis en vorming, het niet weten op welke manier men in gesprek moet gaan met een (mogelijks) geradicaliseerde jongere, het moeilijk kunnen herkennen van radicaal gedrag en het te weinig zicht hebben op ondersteunende partners.

Om een antwoord te bieden op deze onzekerheden heb ik in het laatste deel van mijn bachelorproef enkele handvaten aangereikt die hierop inspelen. Op die manier hoop ik CLB-medewerkers zekerder te maken in het omgaan met radicalisering. Op de nood aan meer kennis hoop ik in te spelen met mijn literatuurstudie. Om CLB-medewerkers meer zelfvertrouwen te geven in het aangaan van een gesprek met een (mogelijks) geradicaliseerde jongere, heb ik enkele gesprekstips besproken. Vervolgens heb ik de CLB-medewerker laten kennis maken met twee tools die hen kan ondersteunen in het herkennen van radicaal gedrag (het radicx-instrument en het model van Wienke en Ramadan, 2011). Als laatste heb ik een overzicht van ondersteunende personen en diensten aangereikt waarbij de CLB-medewerker terecht kan voor advies. 

Tot slot pleit ik voor een langdurige aanpak op verschillende fronten die inzet op verbindende waarden in een superdiverse samenleving. Een preventieve aanpak tegen radicalisering een geen ‘war against terrorism’. Want dit laatste lijdt enkel tot polarisatie, extremisme en meer onzekerheid.

 

Download scriptie (996.47 KB)
Universiteit of Hogeschool
Karel de Grote-Hogeschool
Thesis jaar
2016
Promotor(en)
Wouter Leerman
Thema('s)
Kernwoorden