Jonge ‘True Blood’-fans blijken cultliefhebbers
Julie Vanlerberghe, studente Communicatiewetenschappen aan de Universiteit Gent
(UGent), onderzocht voor haar scriptie hoe leerlingen uit de derde graad van het
middelbaar onderwijs staan ten opzichte van de Amerikaanse serie ‘True Blood’. De
serie gaat over vampiers die vreedzaam proberen samen te leven in de maatschappij.
Dit is in principe mogelijk doordat een Japans bedrijf erin geslaagd is om ‘Tru Blood’
te fabriceren, een synthetisch bloed dat qua voedingswaarde op gelijke hoogte staat
met menselijk bloed. Aan de hand van statistische analyses toonde Vanlerberghe aan
dat de jongeren de serie onrechtstreeks beschouwen als een cultserie. De klemtoon in
het onderzoek lag op cultkenmerken.
Vanlerberghe onderzocht eerst of de populaire Amerikaanse televisieserie ‘True
Blood’ van HBO voldoet aan de definities die terug te vinden zijn in de literatuur.
Hiervoor analyseerde ze uitvoerig verschillende scènes uit de reeks. Ook de mening
van leerlingen uit de derde graad van het middelbaar onderwijs vormde een voorwerp
van onderzoek. Scholieren uit het BSO, TSO en ASO losten hiervoor vragen op over
onder andere hun kijkgedrag en kennis inzake series. De klemtoon werd tijdens de
bevraging gelegd op acht cultkenmerken die enkele academici voorstellen. De
appreciatie van de bevraagde studenten voor de kenmerken koppelde Vanlerberghe
aan de graad van waardering die ze aan ‘True Blood’ toekennen. Zonder het zelf te
beseffen beschouwen zij de serie dus als een cultserie.
De eigenschappen van de cultproductie wijken sterk af van andere – mainstream –
genres. Een productie kan als cult bestempeld worden door verschillende redenen.
Slechte montagetechnieken en scenario’s zijn hier een voorbeeld van. Zaken als
lastige productieomstandigheden, technische tegenslagen en mislukkingen, legenden
en mysteries waar de cast en crew in verwikkeld zijn en een beperkte toegankelijkheid
vanwege het publiek tot de productie, zijn tegenwoordig geen probleem meer.
Technische vooruitgang en de grote verspreiding van dvd’s en blu-ray zorgden
hiervoor.
De eens zo sterk afgebakende grens tussen mainstream en cult wordt steeds vager.
Professor David Lavery stelt: ‘Cult and mainstream, obscure and popular, esoteric and
exoteric – the boundaries have blurred.’ Deze quote vormt het uitgangspunt van het
onderzoek. Er werd onderzocht in welke mate een hedendaagse cultproductie nog
voldoet aan de typische cultkenmerken. De Amerikaanse serie ‘True Blood’ wordt in
verschillende bronnen bestempeld als cult. Vanlerberghe gaat hier echter dieper op in
en toetste of de reeks voldoet aan de omvangrijke definitie van de academici Ernest
Mathijs en Xavier Mendik. Zij beschrijven een aantal parameters die betrekking
hebben op de opbouw van een cultproductie. Ook andere definities brengen deze
maatstaven in verband met cultproducties. Het gaat om innovatie, slechtheid,
transgressie, genrevermenging, intertekstualiteit, losse eindjes, nostalgie en gore. Dit
laatste wordt beschouwd als oncomfortabel beeld- en geluidsmateriaal zoals geweld,
onkuisheid, verval, verminking, moord en kannibalisme.
Door middel van een filmische analyse toetste Vanlerberghe de eerste vier seizoenen
van ‘True Blood’ af aan deze acht kenmerken. Innovatie, genrevermenging,
intertekstualiteit en losse eindjes komen steeds vaker voor in mainstreamtelevisie,
waardoor Vanlerberghe stelt dat deze kenmerken niet langer typerend zijn voor een
cultproductie. Slechtheid, transgressie, nostalgie en gore daarentegen, blijven wel
eigen aan culttelevisie en zijn meermaals terug te vinden in ‘True Blood’.
Via een online survey werden 347 leerlingen uit het middelbaar onderwijs bevraagd.
Ze kregen vragen over hun kijkgedrag, kennis van series en de plaats van series in de
beeldcultuur van jongeren. Er werd ook onderzocht of de studenten de acht
cultkenmerken als een meerwaarde beschouwen in series. Vervolgens plaatste
Vanlerberghe elk cultkenmerk tegenover hun aan de reeks toegekende score op tien
en de vraag of ze van plan zijn om de serie te bekijken. Deze analyses werden zowel
uitgevoerd in Excel als in het programma SPSS Statistics 20 om te testen op
significante verschillen.
De resultaten tonen aan dat de leerlingen die de kenmerken slechtheid, transgressie,
nostalgie en gore als meerwaarde beschouwen een significant hogere score op tien
geven én significant meer bereid zijn om te kijken naar de reeks dan de respondenten
die deze kenmerken niet waarderen in een serie. Dit is te zien in de onderstaande
tabel. Leerlingen die innovatie waarderen geven een significant hogere score en
leerlingen die intertekstualiteit en losse eindjes waarderen zijn significant meer bereid
om te kijken naar de reeks. Enkel de typische cultkenmerken slechtheid, transgressie,
nostalgie en gore, zoals gebleken is uit de filmische analyse en de literatuur, vertonen
zowel significante verschillen en verbanden voor wat betreft score op tien én bereid
zijn te kijken naar ‘True Blood’. Vanlerberghe besluit dat de leerlingen die positief
antwoordden op deze cultkenmerken, onrechtstreeks stellen dat deze ook aanwezig
zijn in ‘True Blood’.
Lavery, D. (2010). Introduction. How cult TV became mainstream. In D. Lavery (Ed.),
The essential cult TV reader (pp. 1-6). Kentucky, KY.: The University Press of Kentucky.