Genderstereotypes in Belgisch beleid bestendigen loonkloof

Liesbet
Debecker

Ondanks een stevige discriminatiewetgeving verdienen vrouwen jaarlijks gemiddeld 20,6 procent minder dan mannen. Ook werkte in 2016 45 procent van de vrouwen deeltijds, ten opzichte van 10,5 procent van de mannen. Is er iets serieus mis met ons beleid? De scriptie van Liesbet Debecker (KULeuven) zoekt het uit.

Zorgtaken

De verklaring voor deze grote verschillen ligt in een ander frappant cijfer. Vrouwen die een partner en kinderen hebben, verdienen gemiddeld 9 procent bruto uurloon minder dan mannen. Vrouwen die geen partner en kinderen hebben, verdienen gemiddeld 8 procent bruto uurloon méér dan mannen. Bij mannen heeft het hebben van een gezin een verwaarloosbaar effect op hun loon. Van zodra vrouwen dus een gezin stichten, heeft dit een zichtbare impact op hun carrière. Ze nemen het grootste deel van de zorgtaken op zich en kunnen zo dus minder tijd in hun werk investeren.

Gebrekkig geboorteverlof

Deze kloof in zorgtaken begint al vanaf de geboorte. Waar vrouwen tot vijftien weken kunnen thuisblijven – waarvan één week verplicht voor de bevalling en negen verplichte weken erna – krijgen mannen slechts tien dagen geboorteverlof toegekend. Deze zijn niet verplicht en enkel de eerste drie dagen is er volledig behoud van loon. De overige dagen ontvangt de vader 60 procent van het begrensde loon, een loonverlies dat kersverse ouders terughoudend kan maken om het verlof op te nemen. Daardoor wordt de vader de kans ontzegd om kostbare tijd met zijn pasgeborene door te brengen en krijgt hij de rol van kostwinner op zich. De moeder daarentegen neemt zo de rol van voornaamste zorgdrager op zich.

Vrouw als moeder

Een deel van het moederschapsverlof is logischerwijs nodig voor het fysieke herstel van de moeder. Algemeen wordt echter aangenomen dat zeven weken volstaat. Dus waarom krijgen vrouwen in totaal vijftien weken toegekend? Historisch gezien werd het moederschapsverlof ingevoerd om het familieleven in stand te houden. De vrouw moest een moeder zijn. Ook nu nog houdt het Europese Hof van Justitie deze visie aan. Het Hof vestigde deze rechtspraak in de zaak Hofmann. Daarin stelde het Hof dat het geen discriminatie was dat een man het moederschapsverlof van zijn partner niet (deels) kon overnemen. De reden hiervoor was enerzijds de fysieke bescherming van de moeder, anderzijds de bescherming van de band tussen moeder en kind. Waarom er geen bescherming is van de band tussen vader en kind, legt het Hof niet uit. Tot nu toe is het Hof nog niet van deze rechtspraak afgeweken.

Discriminatie?

Volgens het Europese Hof van Justitie is er geen sprake van discriminatie wanneer mannen geen geboorteverlof kunnen opnemen, het Europese Hof voor de Rechten van de Mens denkt hier anders over. In de zaken Konstantin Markin tegen Rusland en Hulea tegen Roemenië was het volgens het Hof discriminatoir dat er geen geboorteverlof voor mannen was voorzien, maar wel voor vrouwen. Een belangrijk argument voor het Hof was de veranderende visie op gendergelijkheid in de maatschappij. Deze rechtspraak houdt voor België echter geen verplichting in om het systeem te wijzigen.

Ook internationale verdragen, zoals het Kinderrechtenverdrag en het Herzien Europees Sociaal Handvest, spreken over de verplichting van staten om een meer gelijke verdeling van gezinsverantwoordelijkheden te bewerkstelligen.

Beter welzijn

De aandacht voor het probleem is in stijgende lijn. Onder andere de Europese Commissie, de Internationale Arbeidsorganisatie en het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen pleitten al voor meer geboorteverlof voor kersverse vaders. Het comité dat de naleving van het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie tegen vrouwen monitort, linkt genderstereotypes zelfs direct aan de loonkloof. Studies wijzen bovendien op duidelijke voordelen van meer betrokken vaders: ze hebben een grotere algemene tevredenheid en een betere gezondheid, bedrijven zijn minder terughoudend om vrouwen in de vruchtbare leeftijd aan te nemen en kinderen hebben betere cognitieve en gedragsresultaten.

Alternatieven

De kennis is er dus. Er zijn duidelijke aanwijzingen dat het systeem grondig moet veranderen indien we vrouwen betere arbeidskansen willen bieden en mannen meer betrokken vaders willen maken. Ondanks dat het aanmoedigen van gelijke arbeidskansen een van de punten is in het huidige regeerakkoord, zijn er geen plannen om het geboorteverlof te hervormen.

De alternatieven zijn er, zoals bijvoorbeeld het Zweedse systeem. Dit biedt ouders 480 dagen verlof, waarvan elke ouder minstens 90 dagen moet opnemen. Het systeem heeft een zichtbare impact gehad op de vrouwelijke arbeidsparticipatie en de betrokkenheid van vaders. Waar wacht men dus nog op?

Download scriptie (608.44 KB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2018
Promotor(en)
Koen Lemmens