A BOOK A DAY KEEPS THE IDENTITY CRISIS AWAY

Robrecht
Neyrinck

Het canon van Theseus’ schip. Wie meer te weten wil komen over het reilen en zeilen van de antieke Griekse scheepsvaart, of over vlakbaangeschut en ballistiek is eraan voor de moeite. Student Robrecht Neyrinck (HOGENT) gebruikte voor het slotstuk van zijn opleiding tot leraar in het secundair onderwijs dit haast mythische denkexperiment.

De Griekse held Theseus vaart uit met zijn schip voor een tocht die tien jaar zal duren. Onderweg moet een rotte plank vervangen worden, en daarna nog een, en nog een, tot uiteindelijk alle planken van het schip vervangen zijn. Wanneer Theseus tien jaar later de haven weer binnenvaart, kunnen we nog spreken van hetzelfde schip waarmee hij vertrok, of gaat het over een nieuw schip? Wanneer kan het schip dan als nieuw beschouwd worden, als de helft van de planken vervangen is? Of al na het vervangen van de eerste plank?

Plato en vele filosofen na hem gebruikten dit denkexperiment om de dynamiek van identiteit te illustreren. Het zou uiteraard niet om een leraar Nederlands – Engels gaan, mocht er geen stoffige literatuur bijgesleurd worden. Maar is die literatuur echt zo stoffig en ouderwets zoals ze vaak wordt afgeschilderd? De heer Paul De Loore kon reeds in 2013 al een antwoord op die vraag formuleren in het tijdschrift Ons Erfdeel.

We moeten hen [jonge mensen] laten ontdekken dat de wereld waarin wij leven er compleet anders uitziet dan die van honderd jaar geleden, maar dat de mens in alle tijden fundamenteel gelijk blijft.

TikTok of Terlouw?

Met het citaat van de heer De Loore als premisse ging het onderzoek van start. Is gen z überhaupt werkelijk gebaat bij het lezen van zogeheten stofvergaarders als Karel ende Elegast (wat is een elegast zelfs?), of Buysse’s Gezin Van Paemel? Meer dan u op het eerste gezicht zou denken. Voor het onderzoek werden verschillende experts in het vakgebied taal- en literatuuronderwijs bevraagd naar werken waarmee zij zich in hun jeugd konden vinden, en die bij wijze van spreken hun identiteit hebben gevormd. De verscheidenheid aan redenen waarom dat specifieke werk nu precies belangrijk was voor die persoon, vertegenwoordigde netjes de idee dat identiteit en het vormingsproces ervan heel persoonlijk is.

Aanvankelijk was de opzet van het eindwerk om, naar het voorbeeld van KANTL (de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren), een eigen canonlijst (zo is de ‘spelfout’ in de titel van de paper meteen gerechtvaardigd) op te stellen, met daarin werken die als groeibevorderend beschouwd worden. Na een terechte opmerking van historica Agnes Claeys werd dat idee echter netjes terug in de kast gestopt: hoe kan je het immers in eenzelfde adem hebben over het verruimen van identiteit, maar ook over canoniseren, aka het vastleggen van werken in een gelimiteerde lijst?

Literatuur als hulp bij identiteitsvorming

Dat besef riep de literaire groeicanon in het leven. Aan de hand van drie thema’s die een belangrijke rol spelen in het leven van een gen-z’er: gender en oriëntatie, etniciteit, en sociale klasse, die op hun beurt de onderverdeling individu – relatie – maatschappij kregen, werd een matrix opgesteld met op elk kruispunt een vraag die over een werk gesteld kan worden. ‘Hoe maken mijn gender en oriëntatie me tot wie ik ben?’, ‘Hoe beïnvloedt mijn etnische afkomst mijn relatie met anderen?’, ‘Hoe beïnvloedt mijn sociale klasse mijn plek in de maatschappij?’, u begrijpt het plaatje.

Door literaire werken te onderwerpen aan deze matrix, kan hen als het ware een ‘groeiscore’ toebedeeld worden op negen. Hoe hoger een werk scoort, hoe bruikbaarder het is om aan identiteitsvorming te doen. Dat betekent uiteraard niet dat een werk met een lage score minder bruikbaar is. Identiteit is, zoals eerder aangehaald, heel persoonlijk. Het werk dat een vraag beantwoordt, kan op die manier opgenomen worden in de groeicanon (die naast het bevatten van groeiliteratuur ook zelf kan groeien telkens wanneer er een nieuw werk aan onderworpen wordt).

Met de groeimatrix en groeicanon wil Neyrinck een tool creëren voor leerkrachten die soms door de bomen het bos niet meer zien in de wondere wereld van het literatuuronderwijs. Het zou het selecteren van werken makkelijker maken, maar ook de analyse en take-away ervan bevorderen, aangezien de indeling ervan gebaseerd is op zowel de reader response-theorie, als op de basisprincipes die gen z typeren.

Leidraad voor toekomstige lespakketten

Om het didactisch-pedagogische luik van het onderzoek niet te doen verwateren, werd rond het thema gender en oriëntatie een lespakket opgesteld in de geest van duurzaam onderwijs. Zo is er het luik actua om de lessenreeks te starten: een aantal artikels waarin recente nieuwsitems behandeld worden (in deze lessenreeks gaat het concreet over de coming-out van acteur Elliot Page als transpersoon, en over het afwijken van heteronormatieve seksualiteit in sport). Bij elk artikel wordt een aantal vragen meegegeven die de leraar op weg helpt om op een voldoende ethische manier een klasgesprek te beginnen, waar leerlingen verschillende (al dan niet nieuwe) inzichten aangereikt worden. De actua wordt opgevolgd door fragmenten uit de wereldliteratuur. De mythes van Hermaphroditus, en Apollo en Hyacinthus, maar ook de relatie tussen schrijver Oscar Wilde en zijn Bosie passeren de revue. De lessenreeks gaat verder met een analyse van de roman ‘Kartonnen dozen’ van Tom Lanoye, waarin niet alleen aandacht geschonken wordt aan de inhoudelijke aspecten, maar ook aan spelling en grammatica.

Het pakket wordt afgesloten door verschillende mogelijke verwerkingsopdrachten in het kader van gender en oriëntatie, waardoor naast de gebruikelijke luister-, spreek- en schrijfvaardigheden ook de onderzoekscompetenties aangescherpt worden. Op die manier kan de lessenreeks een totaalpakket zijn. De bundel bevat tips voor de lesgever, samen met theoretische kadering, en ook een uitgebreide thematische woordenschatlijst van LGBTQI+-belangenverdediger çavaria.

Ons schip van Theseus heeft ondertussen weer de weg naar de haven gevonden, maar kunnen we nog spreken over hetzelfde schip na het lezen van dit artikel? Om met de gevleugelde woorden van Alice (ja, die van Wonderland) af te sluiten:

Wie ben ik? Ik wist wie ik was vanmorgen, maar ik ben sedertdien een paar keer veranderd.

John Tenniel - Drawing Alice in Wonderland - Alice meets the caterpillar

Promotor: Ariane De Puydt (HOGENT)

Download scriptie (22.86 MB)
Universiteit of Hogeschool
Hogeschool Gent
Thesis jaar
2021
Promotor(en)
Ariane De Puydt
Thema('s)