Wat als… De Belgische verkiezingen andere spelregels hadden?

Anne-Charlotte
Seynaeve

Verkiezingen worden weleens het feest van de democratie genoemd. Op verkiezingszondag drukken we onze voorkeur uit op een stembiljet, waarna we in spanning afwachten hoeveel zetels elke partij behaalt. Zelden wordt stilgestaan bij de manier waarop de stemmen in zetels worden vertaald. Nochtans heeft deze omzetting een niet te onderschatten invloed op het functioneren van de politiek van een land. Waarom moeten Belgische partijen steeds de handen in elkaar slaan om een regering te vormen, terwijl in andere landen de regering uit één partij bestaat? En waarom zijn er dertien partijen vertegenwoordigd in de Kamer van Volksvertegenwoordigers, terwijl andere landen veel minder partijen kennen?

Op 25 mei 2014 trokken meer dan zeven miljoen kiezers naar de stembus. Al deze stemmen worden vertaald naar de honderdvijftig zetels in de Kamer. Deze omzetting gebeurt niet willekeurig, maar via een afgelijnde set aan regels: het kiesstelsel. In België stemmen we onder een proportioneel stelsel.  Hierbij ontvangt elke partij per provincie een aantal zetels dat zo dicht mogelijk aansluit bij het aantal behaalde stemmen. Partijen die geen vijf percent van de stemmen behalen worden niet toegelaten tot die zetelverdeling. Het aantal zetels dat per kieskring verdeeld wordt is afhankelijk van het aantal inwoners. Zo is Antwerpen de grootste kieskring met vierentwintig zetels en Luxemburg de kleinste, met vier zetels.

De Belgische verkiezingen volgens het Britse kiesstelsel

Het proportionele stelsel dat we in België gebruiken is evenwel niet de enige manier om stemmen in zetels te vertalen. In het Verenigd Koninkrijk wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt van een first past the post-stelsel. Hierbij is het land verdeeld in even veel kieskringen als er zetels in het parlement zijn. Eén zetel per kieskring dus, en de kandidaat die de meeste stemmen behaalt binnen een kieskring, mag in Londen gaan zetelen. Door de kleinere kieskringen kunnen de verkozenen een nauwere band onderhouden met hun kiezers. In het parlement ontstaat er een duidelijke tegenstelling tussen de meerderheid en de oppositie, waarbij coalitieregeringen veel minder de norm zijn. De keerzijde van deze duidelijke tweedeling, is de drempel voor nieuwe partijen om toegang te vinden tot de Kamer.

Als een ander kiesstelsel zo een grote invloed heeft op de samenstelling van het parlement, luidt de vraag hoe de zetelverdeling in de Belgische Kamer zou veranderen als we in België een first past the post-stelsel kende. Bij een grondige herrekening van het verkiezingsresultaat van 2014 komt de N-VA als grote overwinnaar uit de bus. Ze behaalt 82 zetels, en dus een heel comfortabele absolute meerderheid. Ze zou geen coalitiepartners nodig hebben gehad om beleid te voeren. De Open Vld behaalt nog vier zetels en de CD&V eindigt met slechts één zetel in het halfrond. De andere Vlaamse partijen zijn niet langer vertegenwoordigd in de Kamer. Ook langs Franstalige zijde vergroot de grootste partij, de PS, zijn voorspong. Ze behaalt 43 zetels, wat bijna een verdubbeling is van het huidige aantal zetels. De MR weet zich stand te houden met vijftien zetels. De cdH heeft nog vier Vertegenwoordigers. FDF behaalt de laatste zetel in het halfrond.

Deze aardverschuiving in de zetelverdeling toont aan hoe groot de impact van het gekozen kiesstelsel heeft op de samenstelling van het parlement en bijgevolg op het volledige politiek functioneren van een land. Als er in België onder het Britse stelsel gestemd zou zijn, was een coalitie niet langer nodig, maar bestond de voltallige regering uit leden van de N-VA.

De Belgische verkiezingen met gewestelijke kieskringen

Het first past the post-stelsel kent een veelvoud aan kleine kieskringen waarbinnen telkens een vertegenwoordiger verkozen wordt. In een systeem met kleinere kieskringen, behalen de grootste partijen meer zetels. De omgekeerde oefening kan ook gemaakt worden. Wat als er in Vlaanderen maar één kieskring zou zijn, die zich uitstrekt van De Panne tot Maaseik, en één in Wallonië van Moeskroen tot Aarlen? Ook dit systeem zou leiden tot een belangrijke verschuiving in de zetelverdeling in de Kamer. Wanneer de zetels verdeeld worden op het gewestelijke niveau, verliest de N-VA drie zetels. Ook de CD&V moet een zetel inleveren. Groen en Vlaams Belang behalen daarentegen elk twee zetels meer. De MR en Parti Populaire verliezen ook elk een zetel. Deze laatste verliest zo zijn toegang tot de Kamer. Deze stemmen worden opgevangen door de cdH en PTB-GO! die elk op een extra zetel kunnen rekenen. Door de verruiming van de kieskringen verschuiven enkele zetels van de grootste partijen naar de kleinere partijen. Hierdoor zullen partijen nog steeds de handen in elkaar moeten slaan om een regering te kunnen vormen. Tegelijkertijd zijn de kiezers van de kleinere partijen sterker vertegenwoordigd in de Kamer.

Kieswetgeving, wie mag meespelen?

Politieke discussies blijven meestal beperkt tot de inhoud van het beleid. Toch mag het belang van de spelregels die het politieke landschap bepalen niet onderschat worden. Het zijn namelijk die regels die het kader scheppen waarbinnen aan politiek gedaan wordt. Ze zijn de motor die de werking van onze instellingen bepalen. Het belang van de kieswet is ook de Belgische Volksvertegenwoordigers niet ontgaan. In de zomer van 2017 kwam de werkgroep Politieke Vernieuwing naar buiten met een rapport met mogelijke hervormingen aan de kieswetgeving. Zo hadden ze het over de vermindering van het aantal Volksvertegenwoordigers en aanpassingen aan het aantal verkozenen per kieskring. Het mag duidelijk zijn dat de kieswet een impact heeft op de manier waarop aan politiek gedaan wordt en belangrijker welke partijen mogen meespelen. Veranderingen aan de kieswet zijn dan ook geen zuiver technische aangelegenheden, maar hebben een directe weerslag op het functioneren van het politiek systeem. Het is dus belangrijk om deze discussies niet te verbannen naar de achterkamers van de politiek, maar er transparant en in heldere taal over te discussiëren.

Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2018
Promotor(en)
Prof. dr. Stefaan Fiers