Kinderen willen gehoord worden!

Ward
Van Dorpe

Het is wel moeilijk om je verhaal van jaren samen te vatten in een kwartiertje. Kinderen worden aan de lopende band gehoord. Het voelde zoals bij een dokter in de wachtzaal.

Kleine potjes hebben grote oren.

Een kind kan doorslaggevende informatie bieden in procedures voor de rechtbank. Het is dan ook van bijzonder groot belang dat het kind gehoord wordt in zaken die voor hem belangrijk zijn. Het kind moet zijn mening onbevreesd en onaangetast kunnen meedelen aan de rechter.

Omgekeerd is het ook belangrijk om te beseffen dat kinderen gemakkelijk beïnvloedbaar zijn. Het is dan ook de taak van de rechter om tijdens het gesprek een gepast belang te hechten aan de mening van het kind, rekening houdend met de leeftijd van het kind.

Daarnaast is het ook niet altijd eenvoudig voor rechters om kinderen te horen. Tegenwoordig is de werklast enorm en heeft de rechter niet altijd voldoende tijd. Tevens is de mening van het kind niet altijd even relevant in elke procedure. De lusten van het hoorrecht moeten in overeenstemming worden gebracht met de lasten ervan.

Vanuit deze optiek onderzocht rechtenstudent Ward Van Dorpe twee jaar lang het hoorrecht van minderjarigen in de familierechtbank. De nadruk van dit onderzoek werd gelegd op de concrete wettelijke regeling enerzijds, en de effectieve implementatie in de praktijk anderzijds. Daarnaast wordt er ook een overzicht gegeven van mogelijke aanpassingen aan de wet.

Het hoorrecht: een grondwettelijk recht

Al sinds 1992 moeten minderjarigen eigenlijk gehoord worden in procedures die hen aanbelangen. Het hoorrecht van minderjarigen wordt zowel internationaal als nationaal beschermd doormiddel van verschillende rechtsbronnen. In ons land is het zelfs zo belangrijk, dat het in de Grondwet staat. Toch is het horen van minderjarigen niet altijd vanzelfsprekend. Elke echtscheiding is verschillend en elk kind heeft zijn eigen verhaal.

Het hoorrecht in België bestaat dus al dertig jaar, toch zijn er nog enkele problemen. Deze problemen worden in deze masterproef blootgelegd. Telkens wordt er een mogelijke oplossing gegeven voor de problemen. Hier wordt niet enkel gekeken naar de belangen van het kind, want dit kan leiden tot een ongenuanceerde kijk op de problematiek, die door sommige kinderrechtenorganisaties niet geschuwd wordt. Er wordt daarentegen rekening gehouden met de praktijk, om zo de nadruk te leggen op realistische oplossingen waarbij rekening wordt gehouden met zowel het rechtsysteem en zijn actoren, als met de eisen van het kind. 

Download scriptie (1.85 MB)
Universiteit of Hogeschool
Vrije Universiteit Brussel
Thesis jaar
2022
Promotor(en)
Prof. Dr. Elisabeth Alofs