Het recht van gedetineerden op "ongezonde" of "immorele" legale activiteiten in het licht van het normaliseringsbeginsel

Mirte
Smets

In deze masterproef bespreken we vier immorele legale activiteiten (bezoek van prostituees, alcohol, tabaksgebruik, ongezonde voeding) in het licht van het normaliseringsbeginsel. Dit beginsel heeft onder invloed van Europa een belangrijke plaats in onze Belgische Basiswet ingenomen. Het normaliseringsbeginsel houdt in dat de levensvoorwaarden in de gevangenis zoveel mogelijk in overeenstemming zijn met de levensomstandigheden in onze vrije samenleving. De hoofddoelstelling van dit beginsel is om de schade die gedetineerden tijdens én na hun detentie oplopen – in het belang van het psychologisch welzijn – te beperken. Hier botsen we echter op twee problemen. Ten eerste zijn er in het algemeen grenzen aan normalisering verbonden. De belangrijkste grens vormt de veiligheid. We willen enerzijds normalisering omwille van het psychologisch welzijn, maar anderzijds moeten we rekening houden met deze grenzen. Deze zijn onvermijdelijk voor een gevangenis en bijgevolg kan een gevangenis nooit volledig genormaliseerd zijn. We stellen dus vast dat normalisering een “streven naar” is. Ten tweede zijn er voorwaarden voor normalisering: voorbereiding op de re-integratie, aangepaste cultuur en infrastructuur en contact met de buitenwereld. Onze Belgische gevangenissen beantwoorden hier niet voldoende aan. Er is (nog) geen normalisering in de Belgische gevangenissen. Volledige normalisering is niet mogelijk, maar we kunnen wel meer in de richting van normalisering streven als we onze gevangenissen meer in overeenstemming brengen met deze voorwaarden. Op dit vlak kunnen we een voorbeeld nemen aan Denemarken en Zweden. In het licht van de normalisering moeten immorele legale activiteiten – die in de buitenwereld zijn toegestaan – omwille van het psychologisch welzijn ook in een detentiesituatie mogelijk zijn. Er zijn zoals gezegd echter grenzen. Vanuit deze achtergrond bespreken we in welke mate gedetineerden recht moeten hebben op elk van de vier immorele legale activiteiten. Voor elke activiteit formuleren we argumenten pro en contra. Psychologisch welzijn is altijd één van de argumenten pro en veiligheid één van de argumenten contra. We maken een belangenafweging tussen deze argumenten. We stellen vast dat ongestoord bezoek van prostituees onder voorwaarden mogelijk moet zijn, maar door praktische bezwaren lijkt dit moeilijk haalbaar. Wat alcohol betreft denken we dat één alcoholconsumptie bij het middagmaal te realiseren moet zijn. Over tabaksgebruik is er een goede huidige regeling: enkel roken in individuele cellen en in de buitenlucht is toegestaan. Gedetineerden hebben de keuze ongezonde voeding aan te kopen via de kantinelijst, maar hier bovenop moeten gedetineerden één keer per week hun eigen maaltijd kunnen bereiden. Voor deze laatste drie formuleren we – onder de gestelde voorwaarden – best een recht in de Basiswet. Op deze manier versterken we de interne rechtspositie van de gedetineerden in de Belgische gevangenissen.

Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2014