De houding van studenten over condoomgebruik anno 2018

Tara
De Laet

De pil, de vaginale ring, het spiraaltje, de prikpil,… Het zijn slechts enkele voorbeelden van anticonceptiemiddelen die naast een condoom beschikbaar zijn. Met zoveel alternatieven op de markt, dewelke vaak heel effectief zijn bij het beschermen van ongewenste zwangerschap, wat zijn dan de belangrijkste drijfveren om toch nog een condoom te gebruiken? Een ding is zeker: tot op de dag van vandaag zijn condooms het enige anticonceptiemiddel dewelke zowel tegen soa’s als ongewenste zwangerschap beschermen.

To use or not to use…

Toch blijkt uit het grootschalig “Seks onder je 25” onderzoek van onze Noorderburen dat het condoomgebruik bij jongeren tussen 12 en 25 jaar gedaald is in vergelijking met de resultaten uit 2012. Niet alleen gebruiken jongeren minder condooms over het algemeen, vier op tien jongeren gebruiken geen condoom tijdens een onenightstand. Dit maakt het risico op een seksueel overdraagbare aandoening hoger, aangezien de seksuele partner bij een eenmalig seksueel contact vaker een onbekende is.

Het risico van het niet gebruiken van een condoom wordt maar al te vaak benadrukt in lessen seksuele opvoeding. Bovenstaande gegevens laten echter zien dat condoomgebruik alsnog geen evidentie is. Het gebruiken van condooms is dan ook niet iets dat je zomaar doet of niet doet, maar is vaak een weloverwogen beslissing. De attitude, of de houding die iemand heeft ten aanzien van condooms, blijkt hierbij een sterk voorspellende factor in deze beslissing. Iemand kan over verschillende zaken een mening hebben bij condoomgebruik: welke invloed condooms hebben op het seksueel plezier, hoe effectief condooms zijn in de bescherming naar zwangerschap of hoe gênant condooms zijn om te gebruiken.

Maar hoe doen studenten geneeskunde het?

Om zowel de mening over condooms, alsook het condoomgebruik, na te gaan bij jongeren, ontwikkelde ik voor dit onderzoek een vragenlijst. In totaal vulden 442 jongvolwassen studenten geneeskunde, een groep die zich wellicht bewust is van risico’s op vlak van seksuele gezondheid, deze vragenlijst in. Allereerst werd er gepeild naar enkele algemene gegevens en gegevens over het seksuele leven van de studenten. Daarnaast werden de attitudes ten aanzien van condooms op vlak van comfort, seksuele opwinding, onderbreking van de seksuele activiteit, effectiviteit en hanteerbaarheid bevraagd.

Uit de resultaten kwam naar voren dat quasi alle studenten die ooit seksueel actief waren ooit wel eens een condoom gebruikten. Het huidig condoomgebruik bij deze groep lag echter veel lager. Dit hoeft op zich niet problematisch te zijn, aangezien heel wat jongeren in een vaste relatie een andere vorm van anticonceptie gebruiken. Maar ook studenten die vooral aan onenightstands doen, of in een friends with benefits relatie zijn, geven aan slechts ‘soms’ een condoom te gebruiken. Gezien het binnen deze meer losse relaties het risicovoller is om soa’s op te lopen, lijkt het toch eerder aangewezen om altijd een condoom te gebruiken.

Een tweede deel van dit onderzoek focuste op hoe de houding van studenten het condoomgebruik voorspelt. Hieruit blijkt dat gemiddeld gezien de vrouwelijke studenten een meer negatieve houding hebben ten aanzien van condooms dan mannen. Wanneer er meer diepgaand wordt gekeken naar welke attitudes net het meest bepalend zijn voor condoomgebruik, blijkt dat dit een multidimensioneel aspect is. Allereerst komt naar voren dat hoe groter de overtuiging dat condooms een invloed hebben op de seksuele opwinding, hoe minder frequent condooms zullen gebruikt worden. Vervolgens werd ook een lager condoomgebruik gerapporteerd bij studenten die meer van mening zijn dat condooms oncomfortabel zijn. Tot slot blijkt ook de houding over de hanteerbaarheid, of het gebruiksgemak, van de condooms van belang. Hoe minder gebruiksvriendelijk condooms worden beoordeeld, hoe minder gebruik gerapporteerd wordt.

Implicaties voor het verbeteren van seksuele gezondheid

De resultaten van dit onderzoek tonen aan dat jongeren bij de beslissing om wel of niet een condoom te gebruiken heel wat beweegredenen kunnen hebben. De houding ten aanzien van condooms speelt hierbij een grote rol. Dit kan implicaties hebben voor lessen omtrent seksuele gezondheid bij jongeren. Naast enkel het benadrukken van de seksuele gevaren, is het van belang om ook op de attitudes van jongeren te gaan inspelen. Er kan worden meegegeven dat een condoom kan geïntegreerd worden in het seksueel voorspel, om zo de seksuele opwinding te verhogen. Daarnaast kan besproken worden hoe het comfort kan verhoogd worden bij het condoomgebruik. Denk hierbij aan het gebruik van glijmiddel, dikte van latex, condooms met ribbels,… Ook het gebruiksgemak bespreken met jongeren is zinvol. Jongeren weten vaak niet hoe condoomgebruik te bespreken met een partner of hebben soms heel wat schaamte bij het kopen van condooms.

Hoewel condooms niet de meest aangename vorm van anticonceptie zijn, blijven ze tot op de dag van vandaag één van de belangrijkste. Zo zijn ze goedkoop, makkelijk te verkrijgen en beschermen ze tegen seksueel overdraagbare aandoeningen. In tijden waar er volop geëxperimenteerd wordt met relatietypes als friends with benefits of onenightstands, zorgen ze voor meer zekerheid op vlak van seksuele gezondheid. Aangezien de attitudes van jongeren een sterke voorspeller zijn voor hun condoomgebruik is het belangrijk om hier ook op in te spelen bij seksuele vorming. Het wordt dus stilaan tijd om met jongeren in gesprek te treden over condooms, eerder dan hen enkel te laten zien hoe je een condoom rond een banaan schuift.   

Download scriptie (818.79 KB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2018
Promotor(en)
Prof. Dr. Koen Demyttenaere