Varkenspoten en -oren: nieuwe inzichten in de schatting van het PMI?

Salah
Omar

 

Hoewel veel mensen fan zijn van de CSI series verloopt het forensisch onderzoek in werkelijkheid nog steeds op een andere manier. Een voorbeeld hiervan is de schatting van het postmortaal interval (PMI). De tijd sinds een persoon overleden is wordt a.d.h.v. van enkele methoden toegepast, maar van een bepalende methode waarbij de schatting op een nauwgezette manier kan uitgevoerd worden, daar is er nog geen sprake van.

Door de afwezigheid van een beslissende methode om het PMI te schatten, worden nog steeds onderzoeken uitgevoerd op dit onderwerp. De vraag blijft natuurlijk waarom dit zo belangrijk is in het forensisch onderzoek. Je moet je maar is voorstellen dat je op een dag wakker wordt en een lijk in je voortuin vindt. Op dit moment is er maar een ding dat je wenst, het bewijs dat je er niets mee te maken hebt. Wel het PMI kan in dit geval als doorslaggevend bewijs dienen om je van een beschuldiging vrij te spreken.

Een nieuwe methode?

Het kraakbeen dat een gespecialiseerde vorm is van het bindweefsel en dat onder andere in varkenspoten en -oren zit, wordt gebruikt om een nieuwe methode te vinden. Wat gebeurt er nu juist als de poren en oren voor een bepaalde periode op een gronde gelegd worden? Is er een opmerkelijk verschil in die cellen? De antwoorden op deze vragen tonen aan dat er degelijk een verschil is in het aantal cellen. Bovendien is er niet enkel een verschil in het aantal cellen maar ook in de kleur van de microscopische structuur. Deze verschillen dienen verder onderzocht te worden op menselijk kraakbeen. Want indien deze verschillen te zien zijn bij het menselijk kraakbeen, dan is dit een start van een nieuwe methode toch?

Download scriptie (2.92 MB)
Universiteit of Hogeschool
Erasmushogeschool Brussel
Thesis jaar
2017
Promotor(en)
Tristan Krap