Wat de dood ons kan vertellen over Harmonie

Julian
Coryn

Harmonie en de laatste act van het leven

Tijdens het schrijven van deze scriptie overleden er twee grootvaders in de familie. Rond die periode, ergens tussen midden maart en midden april, schreef ik onder meer het hoofdstuk over 'Plato's soteriologisch (zielsverlossend) project'. Dat hoofdstuk heeft in de scriptie eigenlijk de bedoeling de lezer gevoelig te maken voor het belang dat Plato's visie op de dood zou kunnen hebben gespeeld in zijn visie op harmonie.

We kennen allemaal wel de uitspraak dat een erkenning van de dood je laat zien wat er echt waardevol in je leven is, maar vaak nemen we gelijkaardige gezegdes niet al te serieus. Komt dat doordat we daardoor te sterk geconfronteerd worden met hoe ver we verwijderd lijken te zijn van een levenshouding en levensstijl waarin dat inzicht elke dag en nacht door mag resoneren in ons bewustzijn? Mijn inziens leeft er een gelijkenis in  hoe we omgaan met religieus-klinkende uitspraken zoals: "we delen allemaal in eenzelfde natuur die doordrongen is van liefde, openheid en mededogen." In je hartregio voel je dan dat er of iets in je opengaat of dichtklapt, maar zo'n uitspraken doen wel iets met ons, lokken altijd een soort van gevoelsmatige reactie uit. Die gevoeligheid zou ik durven aanwijzen als ons ingeboren gevoel voor harmonie. Wat heeft dit alles te maken met Plato's visie op de dood en het overlijden van deze familieleden? Niet heel erg veel op eerste zicht, behalve dat Plato over de dood durfde na te denken op een manier waarvan de gevolgtrekkingen een wezenlijke impact hadden op zijn manier van kijken naar harmonie en dus naar het leven. Waar zien wij vandaag nog zo'n consequente houding in ouderen? 

Op een bijna synchronistische manier, kwam dat hoofdstuk me therapeutisch en filosofisch erg goed van pas in die periode, want ik zou nu, in deze periode, voor het eerst van dichtbij, de vergankelijkheid van een mensenleven gedemonstreerd zien. Wat viel me op aan de laatste levensperiodes van beide grootvaders? In hun eigen, intieme nabijheid van de dood gaven zij onbewust en tegelijkertijd implicieter dan ooit tevoren voor het laatst een voordracht over wat de rol van harmonie in hun leven was, zonder dat zij daar dan ook maar enigszins bewust mee bezig waren. 

De dood als voorbeeld van een gevoeligheid voor harmonie voor anderen

Wie ooit het genoegen heeft om de Phaedo te kunnen lezen, de dialoog die verhaalt over de laatste momenten van Socrates, zal daarin een magistraal voorbeeld kunnen vinden van hoe harmonie en de dood wonderbaarlijk samen kunnen vallen. Wat een stijlvol afscheid geeft die dialoog weer! Wat een voorbeeld is het levenseinde van Socrates voor zijn leerlingen! De dialoog schetst de gedachte dat filosofie in haar zuiverste vorm een oefening in het sterven is. Dat soort taal geniet het vermogen om iets te raken in de kern van het antwoord op de vraag wat het betekent om een leven lang mens te mogen te zijn. Het viel me enigszins op dat er nogal een verschil was in de manier waarop mensen vandaag de dag tegenover de dood staan en de manier waarop Socrates' houding daartegenover in de Phaedo wordt beschreven.

Stel dat we even veronderstellen dat harmonie iets te maken heeft met de idee dat wij als mensen steeds deel uitmaken van een groter geheel en dat we dat intuïtief wel enigszins beseffen. Dat 'deel uitmaken van' hoeven we niet per se kosmisch of macroscopisch te verstaan. Het kan al zo eenvoudig zijn als het feit dat onze aanwezigheid in het leven van anderen voor die mensen of wezens een bepaalde betekenis kan hebben. Zou het dan kunnen dat ons antwoord op de vraag hoe harmonie werkt net iets dichterbij ligt dan de abstracte en utopische droombeelden over gelijkheid en rechtvaardigheid die we daar doorgaans mee associëren? Zou het kunnen dat, ongeacht of wij daar betekenis aan verbinden, het besef dat een situatie voor iemand anders betekenisvol kan zijn ons ertoe beroept om in het reine te komen met onze impliciete opvattingen over harmonie? Ik denk dat de dood net datgene met Socrates deed en vandaag de dag steeds minder met mensen doet. Namelijk, dat Socrates besefte dat de dood van de stervende dient als een voorbeeld voor de levenden en dat hoewel de overledene zich, althans niet langer lichamelijk, tot die laatste momenten zal verhouden, de overlevenden dat nog alle een leven lang zullen doen. De dood laat dus iets zien over hoe wij onze opvattingen over harmonie betekenisvol of betekenisloos belichamen. Harmonie, op haar beurt als vraagstuk, nodigt ons uit om de feitelijkheid van de vergankelijkheid van het leven op elk moment van ons leven te doen passen. In geen andere kunstvorm wordt dat beter gedemonstreerd dan in de muziek, waar een enkele uitvoering, een prachtige demonstratie van eindigheid en wederkerigheid, tot in de laatste levensadem betekenisvol kan meetrillen ondanks dat de uitvoering misschien wel decennia eerder plaatsvond. Het mag dan ook niet verbazen dat de ambivalentie van het harmoniebegrip in de muziek bij Griekse denkers zulke tegenstrijdige posities uitlokte, want het durven denken over harmonie confronteert ons tegelijkertijd met alle schoonheid alsook met de eindigheid daarvan. Voor Plato was de oplossing voor de hand liggend: we plaatsen al het beste en het schoonste buiten de vergankelijkheid. Dat was een deel van zijn antwoord op de vraag naar harmonie, maar het is een vraagstuk waarmee we allemaal geconfronteerd worden wanneer we oog in oog komen te staan met de graduele uitdoving van de muziek, de graduele uitdoving van onze vitaliteit, maar ook de radicale vernietiging van het mooiste kunstwerk: de natuur. 



Dit soort verbanden komen tevoorschijn wanneer wij het ideaal van harmonie 'her-inneren', opnieuw in ons op durven nemen als een waardig vraagstuk waarvan het antwoord enkel kan worden uitgeleefd. Enkele aspecten daarvan probeer ik te belichten en begrijpen in de masterthesis, waarbij de bedoeling voornamelijk is de lezer uit te nodigen om de vraag naar harmonie opnieuw kritisch te durven stellen. 

Download scriptie (1006.91 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2023
Promotor(en)
Marlies De Munck
Kernwoorden