Het waren V leesemeestere vergadert. Repertorium en genrekenmerken van Middelnederlandse groepsdialogen met een vooraf aangekondigd aantal gespreksdeelnemers

Alice
Verraest

Praktische praatjes als middeleeuwse mnemotechniek

Middelnederlandse groepsdialogen met een vooraf aangekondigd aantal gespreksdeelnemers

Speciaal voor je leerlingen som je de zes belangrijkste kenmerken van gotische architectuur op in je PowerPoint-presentatie. Tijdens een overhoring over dit thema kan 86 procent van je leerlingen de vraag volledig beantwoorden. Op je examen aardrijkskunde moet je de lidstaten van de Europese Unie opsommen. Je weet dat het er 28 zijn, want je hebt ze geteld. Maar hoe heet dat 28ste  land nu? Plots schiet het je te binnen: Roemenië! Je hebt de date tot in de puntjes voorbereid: zijn favoriete film: check, zijn lievelingseten: check, rode wijn: check, sexy lingerie: check. Maar wat was dat vijfde dingetje toch dat je nog moest halen? Net wanneer hij aanbelt, herinner je je het … We maken dagelijks gebruik van zo’n opsommingen of lijsten van een aantal ‘puntjes’ of ‘kenmerken’ die dienen als geheugensteuntjes. Dat was in de middeleeuwen niet anders.

Middeleeuwse auteurs van adviserende en moraliserende teksten voegen dikwijls een aantal lessen samen in een puntenvorm (bv. Het eerste punt is… Het tweede punt is … etc.) met een aankondiging van het puntenaantal (bv. Dit zijn zes deugdelijke punten). Op die manier kan het publiek de inhoud van de tekst gemakkelijker in zich op nemen; een tactiek die nog steeds wordt toegepast in speeches en betogen. De ‘vijf punten die de mens zeker maken van de hemel’ in een Gents handschrift uit de vijftiende eeuw is een mooi voorbeeld van zo’n puntentekst. Er bestaat echter een ander teksttype in het Middelnederlands dat dezelfde didactische opzet heeft als de puntenliteratuur, maar dat in de loop der jaren naar de achtergrond verdwenen is. Dit tekstgenre heeft een duidelijke vorm die sterk lijkt op die van de puntenliteratuur: in een korte inleiding wordt een aantal sprekers aangekondigd (bv. Vijf leesmeesters waren bijeengekomen), die daarna beurtelings – altijd aangeduid met een rangtelwoord (bv. De eerste zei… De tweede zei…) – aan bod komen; elk met een eigen levenswijsheid. In een geordende groepsdialoog geven begijnen, meesters, broeders of kluizenaars dus praktisch advies.

Deze scriptie haalt dit tekstgenre uit de vergetelheid door middel van een overzichtelijk repertorium dat alle Middelnederlandse teksten bundelt die geconstrueerd zijn in deze specifieke dialoogvorm. Dit repertorium dient niet alleen als handig hulpmiddel voor toekomstig onderzoek; het geeft bovendien een duidelijk beeld van de verspreiding en de populariteit van de dialoog als een kader om lessen te ordenen en gemakkelijk toegankelijk te maken voor een publiek. Zo vinden we die typische dialoogstructuur bijvoorbeeld terug in teksten van Hadewijch, Ruusbroec en in teksten uit het Engelse, Franse en Duitse taalgebied. Daarnaast biedt de scriptie tevens een eerste aanzet tot onderzoek van dit genre. Je krijgt een overzicht van de genrekenmerken; de verwevenheid tussen puntenliteratuur en de betreffende dialogen wordt uit de doeken gedaan en aanwijzingen met betrekking tot de tekstperceptie door de middeleeuwer zelf worden belicht. Ten slotte oppert deze scriptie de hypothese dat een Latijnse tekst uit de bekende Vitae Patrum (boek 7, hoofdstuk 44) als inspiratiebron gediend kan hebben voor dit tekstgenre op basis van een onmiskenbaar tekstverwantschap tussen de eerdergenoemde Latijnse tekst en de tekst Samenspraak van de twaalf heremieten, opgenomen in het repertorium.

De scriptie vormt een goed vertrekpunt voor verdere literair-wetenschappelijke studies over onder andere Middelnederlandse groepsdialogen en middeleeuwse didactische methodes. Daarenboven biedt deze scriptie tot op een bepaalde hoogte inzicht in de informatieverwerking van lezers en toehoorders van vroeger en nu. Bovendien is het voor u als lezer zeker de moeite om de adviezen in de Middelnederlandse teksten eens te raadplegen. In de wijze woorden ‘het is beter niet te zondigen, dan veel te moeten lijden voor je zonden’ weerklinkt haast het advies van je beste vriendin wanneer je een tweede stuk chocoladetaart wil nemen: ‘Je kan het beter laten liggen, dan het er straks weer vanaf te zwoegen.’ Wie weet welke andere wijsheden de middeleeuwse meesters nog voor u in petto hebben!

 

Download scriptie (633.56 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2015
Promotor(en)
Prof. Thom Mertens