Het wettelijk vermoeden en de netwerkonderneming: Hand in hand in theorie, maar in de praktijk? Een onderzoek naar franchising als netwerkondernemingsvorm.

Raïna
Gelaude

Werknemersinspraak en sociaal overleg in een netwerkonderneming. Een haalbare kaart of niet?

 

“Ziekenhuispersoneel stemt over ontslagen”. Deze krantenkop is vandaag de dag niet meer weg te denken uit onze kranten. Niet alleen geeft het een indicatie van ons huidig economisch klimaat, het geeft eveneens aan dat werknemers inspraak hebben in het beleid van de onderneming, waar ze tewerkgesteld zijn.

 

Kort na Wereldoorlog II heeft de wetgever twee overlegorganen in het leven geroepen waarin werknemers en werkgevers elkaar kunnen het ontmoeten. Het betreft hier de Ondernemingsraad (Raad) en het Comité ter Preventie en Bescherming op het Werk (Comité). Door deze overlegorganen zijn werknemersinspraak en sociaal overleg tussen de vakbonden en ondernemingen vandaag de dag nog steeds mogelijk.

 

De werknemers, die in deze overlegorganen zetelen, worden tijdens de sociale verkiezingen door het personeel uit de onderneming verkozen. De verkozen werknemers zullen het personeel van het bedrijf gedurende vier jaar vertegenwoordigen in de Raad en/of het Comité.

 

Niet in iedere onderneming moeten er sociale verkiezingen georganiseerd worden. Dit is enkel verplicht in ondernemingen die minstens vijftig werknemers tewerkstellen. De taak van de vakbonden bestaat erin werknemersinspraak en sociaal overleg op ondernemingsniveau te waarborgen. Daarom dienen zij erop toe te zien dat binnen iedere onderneming, waar minstens vijftig werknemers tewerkgesteld zijn, sociale verkiezingen worden georganiseerd.

 

Een makkelijke opdracht is dit echter niet. Het in kaart brengen van alle ondernemingen waarbinnen sociale verkiezingen dienen georganiseerd te worden, vraagt immers zeer veel voorbereidingswerk. Het is vaak een extra taak, die dreigt verloren te gaan tussen de dag dagelijkse taken waar de vakbonden reeds mee belast zijn.

Bovendien wordt deze opdracht er niet makkelijker op door het fenomeen van de netwerkonderneming.

 

Sociale verkiezingen worden georganiseerd op het niveau van de technische bedrijfseenheid en niet op het niveau van de juridische entiteit van de onderneming. Een juridische entiteit is de juridische vorm van de onderneming. Bijvoorbeeld een NV of BVBA. Een technische bedrijfseenheid daarentegen wordt bepaald op grond van sociale en economische criteria. Een technische bedrijfseenheid kan samenvallen met de juridische entiteit van een onderneming. Het is echter ook mogelijk dat een technische bedrijfseenheid bestaat uit verschillende juridische entiteiten.

 

Toen de Raad en het Comité in het leven werden geroepen, was de geïntegreerde onderneming het overheersend ondernemingsmodel in onze samenleving. De geïntegreerde onderneming voerde zelf alle verrichtingen van grondstof tot eindproduct uit. Van uitbesteding werd er nauwelijks gebruik gemaakt.

Het in kaart brengen van ondernemingen, die sociale verkiezingen dienden te organiseren, was toen nog vrij eenvoudig. De technische bedrijfseenheid viel veelal samen met de juridische entiteit van de onderneming. Indien de onderneming drempel van vijftig werknemers bereikte, moeten er binnen de onderneming sociale verkiezingen georganiseerd worden.

 

Door economische recessie, internationalisering van onze handel, individualisering van de noden van de consumenten, toenemende concurrentie…, stappen ondernemingen steeds meer af van een organisatiestructuur, waarbij het product vervaardigd wordt van grondstof tot eindproduct. Ondernemingen gaan zich toeleggen op hun kernactiviteit en nevenactiviteiten worden ondergebracht in een aparte juridische entiteit. Het eindproduct, dat voor consumptie bestemd is, wordt steeds meer voortgebracht door een netwerk van ondernemingen, een geheel van juridische entiteit. Het geheel van de juridische entiteiten vormt samen een netwerkonderneming.

 

De uitbouw van netwerkondernemingen kan zeer negatieve gevolgen hebben voor de werknemersinspraak en het sociaal overleg in de onderneming. De werknemers van de onderneming zijn immers niet meer tewerkgesteld binnen één juridische entiteit, maar verspreid over verschillende juridische entiteiten. Dit kan tot gevolg hebben dat het aantal werknemers per juridische entiteit onder de drempel van vijftig werknemers wegzakt. Bijgevolg moeten er geen sociale verkiezingen meer georganiseerd worden en worden de werknemers niet langer vertegenwoordigd in het bedrijf.

 

Om aan dit euvel tegemoet te komen, heeft de wetgever in 1999 een wettelijk vermoeden in het leven geroepen. Volgens dit wettelijk vermoeden worden verschillende juridische entiteiten vermoed één technische bedrijfseenheid te vormen, indien er een sociaal en economische samenhang bestaat tussen de verschillende juridische entiteiten. Een economische samenhang kan ondermeer blijken uit behoren tot dezelfde groep of eenzelfde activiteit hebben. De sociale samenhang kan ondermeer blijken uit een gemeenschappelijk personeelsbeleid of het samenhorigheidsgevoel tussen de personeelsleden van de verschillende juridische entiteiten.

 

Het wettelijk vermoeden kan dus een oplossing zijn voor de werknemersinspraak en het sociaal overleg in de netwerkonderneming. Indien de verschillende juridische entiteiten van de netwerkonderneming een economische en sociale samenhang kennen, kunnen ze samengevoegd worden tot een technische bedrijfseenheid. Indien de drempel van vijftig werknemers bereikt wordt binnen de technische bedrijfseenheid, moeten er sociale verkiezingen georganiseerd worden en wordt de werknemersinspraak en het sociaal overleg gewaarborgd.

 

Toch zou het te voorbarig zijn om te stellen dat het wettelijk vermoeden gehanteerd kan worden voor alle netwerkondernemingen. Het zal steeds een feitelijke beoordeling inhouden, waarbij er onderzocht moet worden of de verschillende juridische entiteiten van de netwerkonderneming daadwerkelijk een sociaal en economische samenhang kennen. Enkel wanneer dit daadwerkelijk het geval is, kunnen de verschillende juridische entiteiten samengevoegd worden tot één technische bedrijfseenheid.

 

Het wettelijk vermoeden vergemakkelijkt de taak van de vakbonden er bovendien niet op.

Het in kaart brengen van een netwerkonderneming waarbinnen sociale verkiezingen dienen georganiseerd te worden, is zeer complex. Door de versnippering krijgen de vakbonden moeilijk zicht op de organisatiestructuur van de onderneming. Welke juridische entiteiten er nu precies tot de netwerkonderneming behoren is moeilijk in kaart te brengen.

Bovendien komt het aan de vakbonden toe om aan te tonen dat de verschillende juridische entiteiten een sociaal en economische samenhang kennen. Bedrijven proberen immers de oprichting van overlegorganen zo veel mogelijk te ontlopen. Elementen die op een sociaal en economische samenhang wijzen, zullen zij dan ook zoveel mogelijk verborgen proberen te houden.

 

Werknemersinspraak en sociaal overleg in een netwerkonderneming waarborgen, is dus niet vanzelfsprekend.

 

Raïna Gelaude

Download scriptie (2.36 MB)
Universiteit of Hogeschool
Erasmushogeschool Brussel
Thesis jaar
2004